H9.3 en 9.4 2v1

Welkom 2V1
Fijn dat je er bent
Leg je spullen alvast voor je op tafel
Luister goed
Doe actief mee
Log alvast in bij LessonUp 315 623
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 2V1
Fijn dat je er bent
Leg je spullen alvast voor je op tafel
Luister goed
Doe actief mee
Log alvast in bij LessonUp 315 623

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Herhaling vorige les 9.2 en 9.3
Theorie 9.4 Percentages als decimaal getal
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

In een groep is 5 van de 50 deelnemers een man.
Hoeveel procent van de deelnemers is een man?

Slide 3 - Open vraag

9.2 Percentage berekenen
In een groep is 5 van de 50 deelnemers een man.
Hoeveel procent van de deelnemers is een man?
505=10010=10
%
505=
5 : 50 = 0,1
0,10 = 0,10 x 100 = 10%. Dus 10% is man.

Slide 4 - Tekstslide

9.3 Rekenen met procenten
Bart koopt een fiets met 20% korting. Hij moet 560 Euro betalen. Hoeveel kost de fiets zonder korting?


Euro
560
%
80
1
100
560 : 80 x 100 = €700

Slide 5 - Tekstslide

9.3 Rekenen met procenten
Over boeken betaal je 6% btw. Je koopt een boek voor €11,50 (inclusief btw). Hoeveel is de prijs exclusief btw?


Euro
11,50
10,849
%
106
1
100
11,50 : 106 x 100 = €10,849
dus de prijs excl btw is €10,85

Slide 6 - Tekstslide

Een taartje kost met 35% korting €2,60
Wat was de oude prijs van het taartje?

Slide 7 - Open vraag

Antwoord taartje
Een taartje kost met 35% korting €2,60
Wat was de oude prijs van het taartje?


2,60
4
%
65
1
100
€2,60 : 65 x 100 = €4
Oude prijs was dus €4,-

Slide 8 - Tekstslide

In een grote doos zit 40% meer bonbons dan in een kleiner doosje. In de grote doos zit 420 gram bonbons. Hoeveel gram zit in de kleine doos bonbons?

Slide 9 - Open vraag

Antwoord doos bonbons
In een grote doos zit 40% meer bonbons dan in een kleiner doosje. In de grote doos zit 420 gram bonbons. Hoeveel gram zit in de kleine doos bonbons?


gram
420
300
%
140
1
100
420 : 140 x 100 = 300 gram
bonbons in de kleine doos

Slide 10 - Tekstslide

9.4 Percentages als decimaal getal
Percentages kun je schrijven als een komma/decimaal getal
1% = 1 vd 100 = 1 : 100 = 0,01

Percentages kun je ook berekenen door te vermenigvuldigen met het decimale getal (factor bij wiskunde)
12 % van 250 = 0,12 x 250 = 30

Slide 11 - Tekstslide

9.4 Percentages als decimaal getal
Toename of afname berekenen
Bij een toename met een bepaald percentage = 100 + ..%
Bij een afname met een bepaald percentage = 100 - ..%

De huur van een woning is €550,-. De huur wordt met 4% verhoogd. 
Hoe hoog wordt de nieuwe huurprijs?
100+4 = 104%= 104:100=1,04
de nieuwe prijs = 1,04 x 550 = €572,-

Slide 12 - Tekstslide

9.4 Percentages als decimaal getal
Je krijgt 13% korting op een fiets van €250,-
Hoeveel kost de fiets nu?
100 - 13 = 87%= 87 : 100 = 0,87
0,87 x 250 = €217,50



Slide 13 - Tekstslide

9.4 Percentages als decimaal getal
Een boek kost inclusief 6% btw €21,20
Hoe duur is het boek exclusief btw?


de nieuwe prijs exclusief btw = €21,20 : 1,06 = €20,-



21,20
%
106
1
100
€21,20 : 106 x 100 = 
€21,20 : 1,06 = €20,-

Slide 14 - Tekstslide

Appels kosten 1,40 per kg. Nu zijn ze 10% duurder. Wat is de nieuwe prijs?

Slide 15 - Open vraag

Vraag appels
Appels kosten 1,40 per kg. Nu zijn ze 10% duurder. 
Wat is de nieuwe prijs?
100 + 10% = 110 % = 110: 100 = 1,1
De nieuwe prijs = 1,1 x 1,40 = €1,54

Slide 16 - Tekstslide

Een blouse kost normaal €32,95. In de uitverkoop krijg je 35% korting. Hoeveel moet je voor de blouse betalen?

Slide 17 - Open vraag

Vraag blouse
Een blouse kost normaal €32,95. In de uitverkoop krijg je 35% korting. Hoeveel moet je voor de blouse betalen?
100 - 35 = 65 % = 65 : 100 = 0,65
de nieuwe prijs = 0,65 x 32,95 = 21,4175
Dus de nieuwe prijs is € 21,42

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig werken

9.3 opgaven 6,9,11,13 
9.4 opgaven 1,2,4,7,8,9,11,13

Al gemaakt:
9.1 opgave 1,3,5,7,9,10,11
9.2 opgave 2,3,6,7,9,10,12,14
9.3 opgave 1,2,4,5

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting
Je hebt geleerd: 
-met percentages als deel van het geheel te werken (9.3)
- procenten als decimaal getal te schrijven (9.4)

Huiswerk
9.3 opgaven 6,9,11,13
9.4 opgaven 1,2,4,7,8,9,11,13


Slide 20 - Tekstslide