Anders dan in andere talen, moet het soms ook juist niet:
1. dagen van de week, maanden, jaargetijden en windstreken;
2. samenstellingen met feestdagen;
3. namen van tijdperken;
4. merknamen die gewoon woord geworden zijn;
5. tweede deel van gesplitst citaat;
6. afkortingen (vaak geen naam, maar gewoon woord)