Actief schrijven

Actief schrijven
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Actief schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van de les:
  1. kan je uitleggen wat actief schrijven betekent
  2. kan je passieve zinnen omzetten in actieve zinnen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je actief schrijft, hoeven alleen de onderwerpen in je zinnen maar in actie te komen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief schrijven – wat is het?
Je kunt elke zin actief of passief opschrijven.
Frank  koopt een boek in de winkel. 
of: 
Er wordt een boek  in de winkel door Frank gekocht.

Slide 4 - Tekstslide

In de eerste zin is Frank actief, je ziet hem het propje gooien. In de tweede zin wordt de gebeurtenis veel afstandelijker beschreven. Het onderwerp – het propje – is niet actief. Het ondergaat een handeling, het wordt gegooid. 
Waarom is actief schrijven aantrekkelijker?
  1. Actieve zinnen zijn prettiger om te lezen dan passieve zinnen, omdat ze directer zijn. 
  2. Je hoeft er als lezer minder bij na te denken: je ziet meteen een beeld voor je van wat de schrijver bedoelt. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In passieve zinnen verschuiven de handelende personen vaak naar de achtergrond, of ze verdwijnen helemaal.


Er wordt een propje naar de lerares gegooid.

Slide 6 - Tekstslide

Wie heeft het propje gegooid? Dat blijft in nu onduidelijk. De zin wordt vager, en er zit geen handelende persoon in. Daardoor wordt de zin ook minder aantrekkelijk. Het is altijd leuker om over mensen te lezen dan over dingen of vage begrippen.
Actief schrijven tip 1
Vraag je af: wie doet het?

De twee basale bouwstenen van zinnen zijn onderwerp (het wie of wat dat de actie uitvoert) en persoonsvorm (het werkwoord).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start de zin met onderwerp en PV
Frank koopt.....
OW         pv      
Wetenschappers onderzoeken
OW         pv
Jij  schrijft....

Slide 8 - Tekstslide

Als je je aanleert om je zinnen op te bouwen vanuit deze basis, ga je bijna als vanzelf actief schrijven. Je vraagt jezelf eerst af: wie of wat speelt de hoofdrol in deze zin, en wat doet diegene? Pas daarna maak je de zin langer.
Actief schrijven tip 2
Zo min mogelijk werkwoorden: kies voor zelfstandige werkwoorden, en vermijd ‘worden en zijn’.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief schrijven tip 3 

Vermijd zoveel mogelijk voltooid deelwoorden. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn voltooid deelwoorden ook alweer?
Voltooid deelwoorden haalt de lezer uit het moment

Gister heb ik een blog geschreven.

Of: gister schreef ik een blog.


Voltooid deelwoorden maken je tekst langer, trager en minder levendig. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Opdracht 3 en 4
Taalverzorging: 4.1 Duidelijk formuleren 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin actief:
Lola wordt door een taxi naar huis gebracht.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin actief:
Er mag hier nergens gerookt worden.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin actief:
Over tien dagen worden de gesprekken tussen de vakbonden en de KLM over de nieuwe CAO hervat.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin actief:
Door dit formulier in te vullen kunt u kans maken op een gratis weekend naar CenterParcs.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Taalverzorging 
Actieve en passieve zinnen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les ga ik vaker bewust in mijn teksten actieve zinnen schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies