Unit 4 lesson 2

Unit 4 Lesson 2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Unit 4 Lesson 2

Slide 1 - Tekstslide

Watching and listening
Je gaat kijken naar uitvindingen die bedacht zijn door kinderen. Schrijf de namen van de uitvindingen op een papiertje, je krijgt hier een vraag over!


timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welke uitvinding vond jij het beste?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Link

Kies uit: 
must / mustn't 

Slide 6 - Tekstslide

kader/TL:    must / mustn't + hele ww
must =   het moet, het kan niet anders 
You must clean your room today! 

mustn't =  niet moeten,  het hoeft niet
He mustn't be home late. 

Slide 7 - Tekstslide


Don’t worry about that little mistake. You really _________________ feel bad about it at all!




Tim ________________ go home immediately. His parents have tried phoning him three times
already!


A
must
B
mustn't

Slide 8 - Quizvraag

The zookeepers _____________ be really worried after that kangaroo ran away.
A
must
B
mustn't

Slide 9 - Quizvraag

She _____________ complain that much. People are starting to get really tired of her.

A
must
B
mustn't

Slide 10 - Quizvraag

GERUND 
(ING-VORM)

Slide 11 - Tekstslide

What is a Gerund?
De gerund is een vorm van het werkwoord (stam + ing) die gebruikt wordt als zelfstandig naamwoord.

I hate doing homework. 
Doing homework is fun!

Slide 12 - Tekstslide

Je gebruik de gerund:
Als het werkwoord het onderwerp is van de zin. 
- Dancing is fun!
- Smoking is bad for you. 

Slide 13 - Tekstslide

Je gebruikt de gerund ook
 na werkwoorden zoals like, hate, enjoy, love, remember, prefer, start, continue, keep, begin en stop wanneer het gaat over iets wat iemand vaak (of niet langer meer) doet:
I like swimming.
Harriet enjoys reading.
We prefer kayaking over canoeing.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe maak je de gerund?
Werkwoord +ing 

De gerund lijkt dus qua vorm heel erg op de present continuous, maar dan ZONDER een vorm van 'to be'

Slide 15 - Tekstslide

Fill in the correct version of the verb:
We enjoy .... tennis in the morning. (play)

Slide 16 - Open vraag

Fill in the correct version of the verb:
... is good for you. (read)

Slide 17 - Open vraag

Homework
Finish before next lesson:
BB: 12 t/m 18
KB/TL: opdracht 10 t/m 17
H: 10 t/m 18




Slide 18 - Tekstslide