Spelling Blok 5 + 6 OP NIVEAU 1BK

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

SPELLING

BLOK 5 + 6

OP NIVEAU

1BK

Wat is de persoonsvorm in
"Mijn zus fietst iedere dag naar school."

Wat is de persoonsvorm in
"Morgen willen we naar het strand fietsen."

Wat is de persoonsvorm in
"Wanneer gaan we naar het strand?"

Verbeter de fout geschreven persoonsvorm in:
"De kinderen paken de bananen."

Noteer de juiste persoonsvorm
van het woord "kiezen"
ik ....


Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




7





Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen















Noteer de juiste persoonsvorm van het woord "verspreiden" hij ....

















A

verspreid










B

verspreit




























Quizvraag

















Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




7





Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen















Noteer de juiste persoonsvorm van het woord "verspreiden" hij ....

















A

verspreid










B

verspreit




























Quizvraag

1. kies
2. kiez
3. kiezs

Noteer de juiste persoonsvorm
van het woord "verspreiden"
hij ....

1. verspreid
2. verspreit
3. verspreidt

Noteer de juiste persoonsvorm
van het woord "worden"
het ....

Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




7





Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen















Noteer de juiste persoonsvorm van het woord "kiezen" ik .... Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen 7 Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt. Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen. Differentiëer Differentiëer Instellingen Noteer de juiste persoonsvorm van het woord "verspreiden" hij .... A verspreid B verspreit Quizvraag Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen 7 Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt. Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen. Differentiëer Differentiëer Instellingen Noteer de juiste persoonsvorm van het woord "verspreiden" hij .... A verspreid B verspreit Quizvraag

















A

kies










B

kiez










C

kiezs
























Quizvraag

1. word
2. wort
3. wordt

Noteer de juiste persoonsvorm van het woord "beven"
hij ....


Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




7





Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen




















Noteer de juiste persoonsvorm van het woord "verspreiden" hij ....




















Open vraag


















Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




7





Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen




















Noteer de juiste persoonsvorm van het woord "verspreiden" hij ....




















Open vraag

Noteer de juiste persoonsvorm
van het woord "geven"
.... jij?

Regels voor spellen van persoonsvorm

1. Bij ik schrijf je de ik-vorm.
2. Bij jij, u, hij, zij en het schrijf je de ik-vorm + t.
3. Bij je of jij achter de persoonsvorm, schrijf je de ik-vorm (dus zonder +t).
4. In het meervoud (wij, jullie, zij) schrijf je het hele werkwoord.

Welke regel wordt gebruikt bij
"Mijn zus droogt haar haar. "

1. Ik: ik-vorm
2. Jij, u, hij, zij het: ik vorm + t
3. Je/jij achter persoonsvorm: ik-vorm
4. Meervoud: hele werkwoord

Welke regel wordt gebruikt bij
"Word jij ook gek van hem? "

1. Ik: ik-vorm
2. Jij, u, hij, zij het: ik vorm + t
3. Je/jij achter persoonsvorm: ik-vorm
4. Meervoud: hele werkwoord

Welke regel wordt gebruikt bij
"Wij fietsen naar school. "

1. Ik: ik-vorm
2. Jij, u, hij, zij het: ik vorm + t
3. Je/jij achter persoonsvorm: ik-vorm
4. Meervoud: hele werkwoord

Eindigt dit woord op een B of P?

Kle..

1. B
2. P

Eindigt dit woord op een B of P?

We..

1. B
2. P

Eindigt dit woord op een D of T?

Hon..

1. D
2. t

Eindigt dit woord op een D of T?

Na..

1. D
2. t

Maak een zin in de verleden tijd met een klankveranderend werkwoord

Maak een zin in de verleden tijd met een
klankvast werkwoord.

Maak een zin in de verleden tijd met een klankvast en een klankveranderend werkwoord.

Schrijf een woord op met een
korte klank.

Schrijf een woord op met een
lange klank.

Kies de juiste spelling
"r...st"

1. ei
2. ij

Kies de juiste spelling
"allerl..."

1. ei
2. ij

Kies de juiste spelling
"bew...s"

1. ei
2. ij

Kies de juiste spelling
"zonli...t"

1. g
2. gg
3. ch

Kies de juiste spelling
"li...en"

1. g
2. gg
3. ch

Succes met leren!

Leer het boek, de oefeningen en de dictees!