4.2 Deel 2 / de macht van koningen

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je boeken open zodat ik het huiswerk kan zien.
  • Log alvast in bij LessonUp
timer
3:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je boeken open zodat ik het huiswerk kan zien.
  • Log alvast in bij LessonUp
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

De macht van koningen
Cursus 4.2

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Huiswerkcheck
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Doelen checken

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kan je de macht van koningen verklaren.

Slide 5 - Tekstslide

Terugblikken

Slide 6 - Tekstslide

Wie van deze groepen uit hoofdstuk 3 had het minst te zeggen?
A
boeren/burgers
B
edelen
C
geestelijken

Slide 7 - Quizvraag

Wie van deze groepen uit hoofdstuk 3 moest het hardste werken?
A
boeren/burgers
B
edelen
C
geestelijken

Slide 8 - Quizvraag

Wie van deze groepen, denk je, betaalde de meeste belasting?
A
boeren/burgers
B
edelen
C
geestelijken

Slide 9 - Quizvraag

Koningen hadden veel macht. Burgers wilden ook inspraak.

Wat zou inspraak betekenen?
A
Land wordt vanuit 1 plek bestuurd
B
Land steeds meer als eenheid besturen
C
Je mening mogen geven over een besluit
D
Geen mening mogen hebben

Slide 10 - Quizvraag

De macht van koningen
  • Koningen werden steeds beter in belastinggeld ophalen
  • Daardoor werden koningen steeds rijker en machtiger en konden ze 
  1. Grote legers betalen
  2. Alles in hun eentje beslissen
  3. Grote paleizen bouwen


Slide 11 - Tekstslide

Als een koning overlijdt volgt zijn oudste zoon of dochter hem op. Veel mannen wilden met de dochter van een koning trouwen. Waarom?
A
De koningin was de mooiste vrouw in het land.
B
Door een huwelijk kreeg je ook macht over het gebied.
C
Iedereen wilde wel graag in een paleis wonen.
D
Je hoefde dan niet te werken want er was geld zat.

Slide 12 - Quizvraag

Wat veranderde rond het jaar 1300 als je kijkt naar de macht in een land?
A
De geestelijken verloren de macht in de kerk.
B
Koningen huurden eigen ridders en kregen daardoor meer macht.
C
Ridders kregen meer te zeggen en werden machtiger.
D
Steeds meer edelen namen de macht over van de koning.

Slide 13 - Quizvraag

Vanuit dit paleis werd het hele land bestuurd. Hoe heet dit?
A
centralisatie
B
democratie
C
provocatie
D
regionalisatie

Slide 14 - Quizvraag

Inspraak
  • De burgers betaalden de meeste belasting, maar hadden niets te zeggen
  • Zij wilden mee praten over hoe het bestuur van het land geregeld werd.
  • De meeste koningen vonden dit goed
  • Dit is geen democratie zoals wij nu kennen: alleen de rijkste mannen mochten mee praten

Slide 15 - Tekstslide

Waarom vinden koningen het goed dat burgers inspraak krijgen, denk je?
A
Ze vonden dat burgers goede ideeën hadden.
B
Ze waren bang dat burgers anders hun belastinggeld niet zouden betalen.
C
Ze wisten dat burgers ook graag mee wilden vechten in oorlogen.

Slide 16 - Quizvraag

In Engeland heet dit: Parlement
Parler betekent praten
In Frankrijk: Staten-Generaal
Generaal betekent hier: van iedereen

Slide 17 - Tekstslide

Burgers
Edelen
Geestelijken

Slide 18 - Sleepvraag

Aan de slag!
Maken:
blz. 143 & 144


Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.
timer
4:00

Slide 19 - Tekstslide

De machtige kerk
  • Mensen gingen vaak naar de kerk, iedereen was erg gelovig.
  • In de kerk werd verteld hoe je goed moest leven
  • Koningen waren ook erg gelovig:
  1. Iedereen in hun land moest hetzelfde geloof hebben als de koning
  2. Koningen kregen hulp van de kerk

Slide 20 - Tekstslide

De machtige kerk
  • Volgde je de regels van de kerk niet?
  1. Je kreeg straf zoals bijvoorbeeld de brandstapel
  2. Na je dood ging je naar de hel
  • Iedereen moest geld betalen aan de kerk
  • De kerk werd daardoor steeds rijker en machtiger

Slide 21 - Tekstslide

1 In de middeleeuwen, de tijd die duurde van ________ tot ________, had de kerk __________________ macht.
2 De meeste mensen waren ____________________________ .
3 Geestelijken leerden de mensen dat ze in de _______________ zouden komen als ze goed zouden leven.
4 Mensen die niet christelijk waren, werden vaak _____________________ .

beboet
christenen
gestraft
hel
hemel
moslims
veel
weinig
500
1000
1500

Slide 22 - Sleepvraag

Wat was de belangrijkste stad voor christenen? Volgens de bijbel ging Jezus hier dood
A
Rome
B
Parijs
C
Caïro
D
Jeruzalem

Slide 23 - Quizvraag

Kruistochten
  • In het gebied waar Jeruzalem ligt zijn Arabieren aan de macht
  • De paus wil dat Jeruzalem christelijk wordt
  • Hij roept de christenen in Europa op om Jeruzalem te veroveren
  • Meedoen betekent een plekje in de hemel krijgen
  • Deze veroveringstochten noemen we de Kruistochten
  • Er zijn veel Kruistochten en veel geweld, uiteindelijk winnen de Arabieren

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Als burgers hun mening mogen geven, krijgen ze
A
inspraak
B
rechten

Slide 26 - Quizvraag

De koning ging vergaderingen organiseren met de adel, de geestelijkheid en de
A
boeren
B
burgers

Slide 27 - Quizvraag

De adel betaalde belasting aan de koning.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

De koning kreeg veel macht door het belastinggeld van de steden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Maken
Blz. 143 t/m 145

Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.

Slide 30 - Tekstslide