5.4 - Als je zonder werk zit

5.4 Als je zonder werk zit
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.4 Als je zonder werk zit

Slide 1 - Tekstslide

agenda
zelfstandig aan 5.4
klassenregels
Uitleg
Werken aan 5.4
nakijken 5.1
Afsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 5.3 (herhaling)

- Je kunt uitleggen wat de arbeidsmarkt en wat werkgelegenheid is.
- Je kunt uitleggen wanneer je bij de beroepsbevolking hoort.
- Je kunt uitleggen waar de Algemene wet gelijke behandeling voor bedoeld is.
- Je kunt uitleggen wat arbeidsparticipatie is.

Slide 3 - Tekstslide

klassenregels
- Telefoon in de telefoontas bij binnenkomst (geen tril of geluid)
- Na het inleveren van je telefoon ga je zitten en pak je je spullen
- Niet eten en drinken in de klas, alleen water
- Wanneer de meester aan het praten is ben je stil
- Als iemand de beurt krijgt ben je stil
- Geen geschreeuw door de klas
- Respect voor elkaar
- Als je een vraag hebt steek je je hand op
- De klas verlaten mag niet (vragen)
- Let op je taalgebruik
- Er wordt verwacht dat je actief meedoet en aandachtig luistert

Slide 4 - Tekstslide

De horeca gaat weer open. dit beteken dat er meer ........ is
A
aanbod van arbeid
B
vraag naar arbeid

Slide 5 - Quizvraag

Wat is onjuist?
A
Als het goed gaat met d economie dan is er weinig werkloosheid.
B
Als het goed gaat met de economie dan stijgt de werkgelegenheid.
C
Als het goed gaat met de economie dan stijgt het aantal werklozen.
D
Als het goed gaat met de economie dan wordt de vraag naar arbeid groter.

Slide 6 - Quizvraag

In België wonen 20 miljoen mensen. 5 miljoen mensen daarvan horen bij de beroepsbevolking. Wat is de arbeidsparticipatie?
A
25%
B
50%
C
75%
D
125%

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoelen 5.4
- Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als je werkloos wordt.
- Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent.
- Je kunt uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.
- Je kunt uitleggen wat structurele werkloosheid is.
- Je kunt het verschil uitleggen tussen frictiewerkloosheid, seizoenwerkloosheid en regionale werkloosheid.

Slide 8 - Tekstslide

5.4 Als je zonder werk zit
lezen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Het UWV heeft 2 taken. Welke hoort er niet bij?
A
Het UWV helpt je met het zoeken naar een baan.
B
Het UWV controleert of je terecht je baan bent verloren.
C
Het UWV beoordeelt of je recht hebt op een WW uitkering.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

In Zeeland is er heel veel werk te vinden in de primaire sector. Hierdoor is er minder werkloosheid in Zeeland dan in Utrecht. Van wat voor werkloosheid is hier spraken?
A
Frictie werkloosheid
B
Seizoenswerkloosheid
C
Regionale werkloosheid

Slide 16 - Quizvraag

Voor wat voor werkloosheid zorgt een schaatsbaan.
A
Frictiewerkloosheid
B
Seizoenswerkloosheid
C
Regionale werkloosheid

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Conjunctuur

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Als er inflatie is zorgt dit voor ...
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 21 - Quizvraag

Phillips wil geen fabriek meer in Rusland. ze verhuizen naar een ander land. in Rusland is er dan.......
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag!
Maken van paragraaf 5.4
Klaar? nakijken, begin bij 5.1.

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting
Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als je werkloos wordt.
- Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent.
- Je kunt uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.
- Je kunt uitleggen wat structurele werkloosheid is.
- Je kunt het verschil uitleggen tussen frictiewerkloosheid, seizoenwerkloosheid en regionale werkloosheid.

Slide 24 - Tekstslide