In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Tijd van pruiken en revoluties
Revolutie! Alles moet anders.
par. 6.1 Frankrijk voor de revolutie
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen 6.1
Je kunt uitleggen wat een standensamenleving is en de drie standen beschrijven.
Je kunt drie voorbeelden geven van nieuwe ideeën die tijdens de Verlichting ontstonden.
Je kunt uitleggen waarom burgers en boeren in Frankrijk ontevreden waren over het bestuur van hun land.
Slide 2 - Tekstslide
Frankrijk rond 1750.
Sinds Middeleeuwen:
koning absolute macht
standensamenleving
--> maatschappij ingedeeld in groepen, met ieder eigen plaats en taken --> bepaald door geboorte
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
De eerste en tweede stand hadden ook voorrechten: een recht dat niet iedereen heeft.
Zoals:
- Geen belasting te betalen
- Een eigen rechtspraak
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
In 18e eeuw
Steeds meer kritiek op standensamenleving.
Mensen vertrouwen meer op menselijk verstand.
Ze werden ‘verlicht’ --> zelf nadenken.
Slide 7 - Tekstslide
John Locke (En)
"Alle mensen vanaf geboorte gelijk en vrij; iedereen moet dezelfde rechten krijgen". --> negatief over standensamenleving
Slide 8 - Tekstslide
Charles de Montesquieu (FR)
Volgens hem moest de macht verdeeld worden over drie groepen. --> niet alle macht naar één persoon of groep.
Scheiding der machten
Eén groep maakt de wetten. --> wetgevend
Een andere groep voert de wetten uit. --> uitvoerend
Rechters controleren of burgers en bestuurders zich aan de wetten houden. --> rechterlijk
Montesquieu, 1728. Schilder onbekend
Slide 9 - Tekstslide
De periode vanaf 1680, waarin burgers kritisch gingen nadenken over allerlei zaken in de samenleving, het bestuur en het geloof heet de verlichting.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Onvrede in 18e eeuw groeide
Boeren en armen last van hoge belastingen op levensmiddelen --> stijging prijzen.
Rijke burgers ontevreden over het bestuur van land. --> Oneerlijk dat zij wel veel belasting moesten betalen, maar geen invloed op het bestuur hadden. --> wilden dat adel en geestelijkheid ook belasting gingen betalen. --> kritiek op absolute macht koning.