A6sptl8 Periode 2, Les 8 - GSE (08-12-2025)

Bienvenidos
De lespresentaties komen op lessonup.app.
Meld je aan via de link in magister of via de klascode fkscg
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos
De lespresentaties komen op lessonup.app.
Meld je aan via de link in magister of via de klascode fkscg
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


Slide 1 - Tekstslide

Info: Metas / Objetivos (doelen)
Literatuur:
Je leert over enkele toppers uit de Spaanse literatuur en hun historische/literaire context.

Leesvaardigheid: 
Je leert begrijpend lezen bij teksten op uiteenlopende terreinen en je leert werken met verschillende typen vraagstelling en leesstrategieën.

Grammatica en woordenschat: 
Je leert de imperfecto de subjuntivo herkennen in teksten.
Je oefent met het herkennen van werkwoorden in teksten.
Je werkt aan je woordenschat.

Slide 2 - Tekstslide

Info: Toetsen en opdrachten

  • Formatief: leesvaardigheid en woordenschat (formatief, 9 januari 2026)
  • Tussentoets: Literatuur (10%, niet herkansbaar, 15 december 2025)
  • Toetsweek: Leesvaardigheid (10%, herkansbaar)
  • Portfolio: oefenexamen VWO 2016-2e tijdvak + Vocab-dossier, uiterlijk 7 januari 2026
  • LET OP DE INLEVERDATUM, houd je werk goed bij.


Zie studiewijzer (komt op teams)

Slide 3 - Tekstslide

El programa 
INFO, deberes
LECTURA: Betekenis van tekstelementen, verwijsvragen
  • Syllabus 2.4 (p.17), opgave 9, 10, 11
  • Paso adelante H10 oef 13
VERBOS VOCAB 
  • Syll p.56-57, paragraaf 3.3.2 opgave 22
  • vocabulario temático:  2e pagina S-N
  • Caperucita roja p.1 

Reflexión 3 slides + nabespreking
              

Slide 4 - Tekstslide

Los deberes fueron:
Estudiar:  
  • Hoofdgedachte, het plaatsen van titels en tussenkoppen Syllabus 2.3.4 (p.14-16) + leer de vetgedrukte vraagstellingen S-N -> opdracht 8 bespreken, vervolgens twee blauwe slides 
  • vocabulario temático 1e pagina (zie de link bovenaan de studiewijzer)  

Hacer:  
  • afmaken vocab-dossier opgave 20-21 (Syll p.54-55) 
  • Caperucita t/m r.29 ‘facilmente’ 
Glosario: noteer uit iedere tekst minimaal 3 woorden in je glosario 
Antwoorden syllabus op teams                   Antwoorden PA: op teams

Slide 5 - Tekstslide

Los deberes: respuestas syllabus
Syllabus p.16, oefenen met -> opgave 8 (zie p.30): antwoord C

Vocab-dossier opgave 20-21 (Syll p.54-55):
20.1
  1. hable
  2. pueda
  3. quiera
  4. haya

 

21.1 en 21.2
  1. es (feit)
  2. hable (voorwaarde, subjuntivo)
  3. quiera (voorwaarde, subjuntivo)
  4. estudia (feit)
  5. es (feit)

Slide 6 - Tekstslide

Vraagstellingen in CITO-examens (Syll. p.13):
Wat wordt gezegd (over) ...
A
Qué cuenta sobre ...
B
Qué quiere decir ...
C
De qué trata ...
D
Qué se dice de ...

Slide 7 - Quizvraag

Strategie voor het plaatsen van een titel boven een tekst
A
globaal de tekst lezen, daarna titel kiezen
B
intensief de tekst lezen, daarna titel kiezen
C
intensief lezen, per alinea het thema noteren, daarna het centrale thema bepalen + titel kiezen
D
eerste en laatste zin lezen per alinea, daarna het centrale thema bepalen + titel kiezen

Slide 8 - Quizvraag

LECTURA (25m)
En pleno: 
  • Estudiar + hacer: De betekenis van belangrijke elementen, Syllabus 2.4 (p.17-18) 

Individualmente: 
  • Afmaken: Syllabus p.17-19 afmaken + opgave 9, 10, 11 (p.32)
  • Paso adelante H10 oef 13, over de zanger Juanes (= vnl. hoofdgedachtevragen en verwijsvraag, p.90-92). 
  • GEEN GOOGLE TRANSLATE E.D., alleen een PAPIEREN WOORDENBOEK

Glosario: noteer uit iedere tekst minimaal 3 woorden in je glosario


timer
12:00
Juanes

Slide 9 - Tekstslide

Verbos y vocabulario (20m)
En pleno: 
1. VOCAB dossier: Syll p.56-57, paragraaf 3.3.2 opgave 22 (synoniemen en bijwoorden)

Individualmente:
2. VERBOS Caperucita roja t/m heel pagina 1 (tot maravillas)
3. APRENDER (Leren): vocabulario temático 2a página S-N (zie Teams)

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

REFLEXIÓN
3 páginas

Slide 11 - Tekstslide

timer
2:00
Noteer zoveel mogelijk Spaanse woorden
+ synoniemen (Syll. oef 22).
Gebruik de volledige tijd.

Slide 12 - Woordweb

Het centrale thema van een tekst bepalen en een titel kiezen. (Syllabus examentraining p.14-16)
Hoe ga je te werk?
Noteer de verschillende stappen.

Slide 13 - Open vraag

Repaso: Alinea's op volgorde zetten.
Hoe ga je te werk?
Noteer de verschillende stappen.

Slide 14 - Open vraag

Los deberes
Estudiar:
  • De betekenis van belangrijke elementen, Syllabus 2.4 (p.17-19) + leer de vetgedrukte vraagstellingen S-N
  • vocabulario temático 2e pagina (zie de link bovenaan de studiewijzer) 

Hacer: 
  • afmaken syllabus p.19, oefenen met -> opgave 9, 10, 11 incl. glosario
  • afmaken Vocab-dossier: Syll opgave 22 op p.56-57
  • afmaken Caperucita p.1 (inleverdatum zie bovenaan studiewijzer)
  • afmaken opdracht Paso adelante H10 oef 13 (p.90)



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Alinea's op volgorde zetten:
hoe ga je te werk?
Noteer de verschillende stappen.

Slide 18 - Open vraag

Wat weet je inmiddels van
La Sombra del viento,
en van de schrijver?

Slide 19 - Woordweb

Figuran 7 personajes en
'La sombra del viento', capítulo 4.
Descríbelos (nombre + descripción breve).

Slide 20 - Woordweb

IMPERFECTO DE SUBJUNTIVO
Mi amigo quiso que le ........ a la fiesta.
(acompañar = meegaan met, vergezellen)
A
acompañé
B
acompañara
C
acompañará
D
acompañe

Slide 21 - Quizvraag

Hoe vind je de hoofdgedachte in een tekst(gedeelte)?
Noteer de 4 stappen (Syllabus p.10)

Slide 22 - Open vraag

Opbouw van een alinea (syll. p.11):
welke alinea-opbouw wordt NIET genoemd?
A
de hoofdmededeling staat in de eerste zin
B
de hoofdmededeling staat in de tweede zin (zin 1 is dan een inleiding op de hoofdmededeling)
C
de hoofdmededeling staat in de laatste zin, als conclusie van het voorgaande
D
de hoofdmededeling staat in de voorlaatste zin

Slide 23 - Quizvraag

REFLEXIÓN LECTURA:
1. Wat ging goed en hoe kwam dat?
2. Wat ging minder goed en hoe kwam dat?
3. Wat heb je nodig om je leesvaardigheid te verbeteren?

Slide 24 - Open vraag

1. Wat heb jij geleerd in deze les?
2. Welke opdrachten heb je af / gedeeltelijk af / nog niet?
3. Indien nog niet klaar: hoe kwam dat + hoe ga je dit in orde maken?

Slide 25 - Open vraag

Wat vond je van deze les? 
Wat vond je goed, en wat kan beter? 
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 26 - Tekstslide

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.
Denk aan lesinhoud, werkvorm, werksfeer etc.

Slide 27 - Open vraag

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, werkvorm, werksfeer etc.

Slide 28 - Open vraag

p.72-73
naar smaak
A
acaso
B
tal vez
C
a lo mejor
D
a gusto

Slide 29 - Quizvraag

p.72-73
te (veel)
A
de repente
B
mediante
C
demasiado
D
hacia

Slide 30 - Quizvraag

p.72-73
nauwelijks
A
apenas
B
fuera
C
tan
D
entonces

Slide 31 - Quizvraag

p.72-73
met het oog op, gelet op
A
aún
B
tanto
C
ante
D
casi

Slide 32 - Quizvraag

El (presente de) subjuntivo
Ejemplo: 'Espero que tengas un buen viaje.'

Gebruik van de subjuntivo:
  1. Een wil of een advies. (Quiero que..., Te aconsejo que...)
  2. Een wens of voorkeur. (Espero que..., Prefiero que...)
  3. Een onpersoonlijke uitdrukking van mening (Es importante que...)
  4. Twijfel of onzekerheid. (Dudo que...., No creo que ...)
  5. Emotie (Me alegro que...., Temo que ..... )

Het werkwoord na 'que' staat dan in de subjuntivo.

Slide 33 - Tekstslide

Cap. 5, D: El subjuntivo
Vorm van de subjuntivo:
  1. Neem de ik-vorm van de presente.
  2. Knip de uitgang -o eraf.
  3. Voeg de uitgangen toe.

Pregunta: 
Waarom staat er 'Neem de ik-vorm....' en niet  'Neem de stam van het werkwoord'?

Ejemplo: tenga, tengas, tenga, tengamos, tengáis, tengan

Slide 34 - Tekstslide

Cap. 6, D: El imperfecto de subjuntivo
Repaso: Presente (tegenwoordige tijd)
           Espero que vengas (ik hoop dat je komt)

Nuevo: Pasado (verleden tijd) 
           Esperaba que vinieras (ik hoopte dat je kwam / zou komen)

HACER: -> VERDEEL je tijd over beide oefeningen
  • presente de subjuntivo, libro 3, H5 D + ejerc. 37a + ejerc. 37b primera frase (libro 3, p.37)
  • imperfecto de subjuntivo, libro 3, H6 D + oef 35ab (libro 3 p.82)
timer
10:00
EXPLICACIÓN: 
libro 3 p.36-37 + p.81

Slide 35 - Tekstslide

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?
A
orienteren op de tekst, vraag lezen, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen, vraag beantwoorden
B
orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
C
de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
D
de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Slide 36 - Quizvraag

Multiple choice vragen en open vragen:
Noteer jouw vier tips.
(Syllabus p.42-44 en Libro de referencia p.48-49)

Slide 37 - Open vraag

timer
1:00
Apunta palabras nuevas
que has aprendido + traducción.
Incluye algunos verbos.

Slide 38 - Woordweb

Bespreek in tweetallen en beantwoord daarna deze vraag individueel:
Hoe ga je te werk om nieuwe woorden te onthouden?
Noteer je werkwijze + noteer wanneer en hoeveel tijd je hieraan wilt gaan besteden.

Slide 39 - Open vraag

signaalwoorden p.1 'opsomming'
zelfs niet
A
asimismo
B
incluso
C
sin embargo
D
ni siquiera

Slide 40 - Quizvraag

signaalwoorden p.1 'tegenstelling'
daarentegen
A
no obstante
B
con todo
C
aunque
D
en cambio

Slide 41 - Quizvraag

Signaalwoordenlijst p.1 'Vraagwoorden'
Hoeveel?
A
¿Cómo?
B
¿Cuándo?
C
¿Cuál?
D
¿Cuánto?

Slide 42 - Quizvraag

Signaalwoordenlijst p.2:

nauwelijks
A
salvo que
B
nada más
C
así que
D
como si

Slide 43 - Quizvraag

Signaalwoordenlijst p.2:

ofschoon, hoewel
A
si bien
B
incluso
C
siempre
D
como si

Slide 44 - Quizvraag

Selecciona conectores (signaalwoordenlijst p.2) y forma unas frases en español.
También apunta la traducción.

Slide 45 - Open vraag

1. Noteer 2 concrete dingen die je hebt geleerd
2. Leg uit in hoeverre je tevreden bent met wat je hebt geleerd. Leg uit.

Slide 46 - Open vraag

Libro 3, Vocabulario H6 B:
van tevoren
A
fluido
B
previamente
C
arriesgado
D
apropiado

Slide 47 - Quizvraag

Libro 3, Vocabulario H6 B:
toewijzen
A
exponerse a
B
paciente
C
ganar
D
asignar

Slide 48 - Quizvraag

Kies twee woorden uit vocab B en verwerk die in één Spaanse zin. Ejemplo:
'El equipo de fútbol consiste en quince jugadores.'

Slide 49 - Open vraag