Dinsdag 10 juni 2025

Dinsdag 10 juni 2025
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 10 juni 2025

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Je pakt je leesboek voor je en gaat stillezen! 





timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Programma
- Lezen
10 min
- Toets Nieuwsbericht
5 min
- Fictie
5 min
- Leesvaardigheid
50 min
-Afsluiting
10 min

Slide 3 - Tekstslide

Mijn voorbereiding voor de toets Nederlands...
Was helemaal in orde, dit was makkelijk!
Wisselend
IK begreep er niks van

Slide 4 - Poll

Hoe ging de toets Nederlands?
Super!
Kon beter
slecht
Geen idee
Viel mee
Viel tegen

Slide 5 - Poll

Fictie > verwerkingsopdracht
Opdracht staat in Magister.

In de week van 23 juni moet jouw verwerkingsopdracht klaar zijn! 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

LEesVAardigheid - LEVA

LEESVAARDIGHED

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling
Paragraaf 1.1 > zakelijke teksten

Paragraaf 1.2 > onderwerp en hoofdgedachte

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Afmaken >

Paragraaf 1.1 > zakelijke teksten + voortgangstoets

Paragraaf 1.2 > onderwerp en hoofdgedachte + voortgangstoets


Slide 10 - Tekstslide

Zakelijke teksten
Teksten die feitelijke informatie geven over de werkelijkheid, zoals krantenartikelen, verslagen van voetbalwedstrijden, documentaires over de Tweede Wereldoorlog, biologieboeken en de atlas noemen we zakelijke teksten. 

Ze behoren tot de non-fictie. 

Slide 11 - Tekstslide

Leesdoelen
Verkennend lezen: je wilt weten wat voor tekst je voor je hebt


Zoekend lezen: je bent op zoek naar informatie


Grondig lezen: je wilt de inhoud begrijpen


Studerend lezen: je wilt de inhoud onthouden

Slide 12 - Tekstslide

Onderwerp tekst
Het antwoord op de vraag ‘Waar gaat deze tekst over?’ noemen we het onderwerp. Je kunt het onderwerp van een tekst bijna altijd in één woord (of een paar woorden) samenvatten. 

Een tekst is verdeeld in alinea’s. Een alinea bestaat uit een aantal regels die bij elkaar horen en over één onderwerp gaan. Dit onderwerp is een deel van het onderwerp van de hele tekst. Daarom noemen we het een deelonderwerp.

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet wat een kernzin is en hoe je die kunt vinden;
  • Je weet dat de meeste zakelijke teksten uit drie delen bestaan;
  • Je weet wat verwijswoorden zijn en wat hun functie is.

Slide 14 - Tekstslide

Paragraaf 1.3
TEKSTOPBOUW

Een goede zakelijke tekst heeft een heldere opbouw.
Als je je bewust bent van deze opbouw tijdens het lezen, zal dat je helpen een tekst sneller te lezen en beter te begrijpen, zoals het op reis ook helpt als je weet waar je ongeveer bent.

Slide 15 - Tekstslide

Welke uitspraak over kernzin is waar?

Een kernzin:
A
is een samenvatting van de alinea
B
bevat de hoofdzaken van de alinea
C
is altijd de eerste zin van de alinea

Slide 16 - Quizvraag

Vandaag gaan we het hebben over verwijswoorden.

Wat zijn verwijswoorden?

Slide 17 - Open vraag

Tekstopbouw
De kernzin is de belangrijkste zin van een alinea. 

Vaak staat de kernzin aan het begin van de alinea.

 Soms staat de kernzin aan het einde van een alinea. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de standaard tekstopbouw?
A
inleiding - slot - middenstuk/kern
B
slot - inleiding - middenstuk/kern
C
middenstuk/kern - inleiding - slot
D
inleiding - middenstuk/kern - slot

Slide 19 - Quizvraag

Tekstopbouw
Een zakelijke tekst heeft een bepaalde opbouw of indeling. 

Meestal is er een driedelige tekstopbouw: 
inleiding - middenstuk/kern - slot.

Slide 20 - Tekstslide

Inleiding
Bedoeld om de lezer de tekst binnen te voeren. 

In de inleiding word je nieuwsgierig gemaakt of krijg je al wat informatie over het tekstonderwerp. 

Meestal is de inleiding kort, vaak één alinea.

Slide 21 - Tekstslide

Middenstuk/kern
Is het belangrijkste deel van de tekst, want hier wordt uitgebreid informatie over het onderwerp gegeven. 

Meestal is het middenstuk lang, doordat de schrijver dieper op het onderwerp ingaat. 

In elke alinea komt een deelonderwerp aan bod.

Slide 22 - Tekstslide

Slot
Rondt de tekst af. 

Dit gebeurt meestal met een samenvatting of conclusie.

Het slot verwijst vaak naar de inleiding, bijvoorbeeld door bepaalde woorden of zinnen uit de inleiding te herhalen. Meestal is het slot kort, vaak één alinea.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig 
Wat?
Hoe?
Antwoorden online invullen
Hulp?
Docent
Tijd?
Tot 10 minuten voor eindtijd.
Uitkomst?
Je beheerst de gestelde leerdoelen.
Klaar?
Voortgangstoets
Zelf oefenen
Leesboek lezen
Hoofdstuk 1 > paragraaf 1.3 > 
Inleiding > t/m opdracht 3
Deel 1 > alle opdrachten  > let op je kunt uit 2 delen kiezen!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Huiswerk 
Dinsdag 17 juni >
Hoofdstuk 1 > paragraaf 1.3 >
Inleiding > t/m opdracht 3
Deel 1 > alle opdrachten > let op je kunt uit 2 delen kiezen!

Slide 27 - Tekstslide