Wie ben ik? (Zelfportret)

Beeldende vorming-zelfportret
Portret klas 1 (wie ben ik)

Wie ben ik? 
zelfportret-opdracht - klas 1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Beeldende vorming-zelfportret
Portret klas 1 (wie ben ik)

Wie ben ik? 
zelfportret-opdracht - klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze lessenreeks kun je:

  • Verschillende grijstinten maken met HB, 2B, 4B en 6B potloden.
  • Een oog, neus, oor en mond tekenen met aandacht voor licht en donker.
  • Bewuster kijken naar details en verhoudingen in een gezicht.
  • Een portret opbouwen met behulp van een tekenschema (juiste plaatsing van ogen, neus, mond en oren).
  • Werken met verschillende materialen en technieken:
  1. Grafietpotlood: tonen, schaduw, diepte.
  2. Pen en inkt: contrast, lijnwerking, textuur.
  3. Gewassen inkt: lichte en donkere vlakken, sfeer en schaduw.
  • Verschillende uitdrukkingen en karaktertrekken vastleggen door variatie in techniek en stijl.
  • Reflecteren op je eigen werk en uitleggen wat goed gelukt is en wat je nog zou willen verbeteren.

Slide 2 - Tekstslide

welk potlood gebruik je om
te schetsen?

Slide 3 - Woordweb

wat laat je zien van je lichaam
als we het hebben over
een zelfportret?
leg dit uit!

Slide 4 - Woordweb

Stap 1 - oefening-oor-oog-neus-mond
  1. Maak een selfie vergroot de ogen en print deze uit. Plak het in je boek en teken dit zo goed mogelijk na.  Als je je ogen klaar hebt doe je dat ook met  je neus, mond en oren. Dus eerst uitprinten - opplakken  - tekenen
  2. Oefening: Probeer deze foto zo goed mogelijk na te tekenen. Gebruik eerst HB-potlood om te schetsen. Gebruik 2B, 6B en grafietpotlood voor licht-donker/schaduwen.
  3. Je kunt ook poetsen met je vinger of een doekje voor zachte overgangen.
  4. Tip: Maak ook gebruik van filmpjes op youtube! Klik maar eens hieronder in een filmpje of zoek zelf op youtube.
  5. Kijk ook op de volgende bladzijden voor voorbeelden.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Maak foto's van je tekeningen en voeg die hier toe. (max 5 foto's)

Slide 9 - Open vraag

Portret
Een afbeelding van een gezicht met een stukje van de hals en of buste. Iedere kop heeft individuele trekken. De neus is bij de een wat langer, bij de ander wat dikker. Ondanks deze verschillen kun je toch zeggen dat er algemene verhoudingen zijn die bij het portrettekenen van pas komen. Een kop is bijvoorbeeld symmetrisch, de linker- en rechterhelft zijn nagenoeg elkaars spiegelbeeld. Hoe dit precies zit leer je in deze opdracht. 

Slide 10 - Tekstslide

portret
Hiernaast zie je twee schema's om een portret in te delen. Dit gaan we oefenen in het pillowbook. Maak met je ipad een foto van je gezicht.(een selfie) Doe dat recht van voren. Bewerk de foto door deze in zwart wit te zetten. Doe dit door de foto te selecteren en dan op wijzig te klikken in de rechter bovenhoek. Aan de linker kant kies je de middelste optie en zet dan de kleur aan de rechterkant op noir. In de volgende dia's gaan we stap voor stap het schema doornemen.

Slide 11 - Tekstslide

Stap voor stap - teken mee in je schetsboek 
neem dit schema over.
  • De grondvorm van een hoofd heeft een ei-vorm met de punt op de plaats van de kin. (op de kop)
  •  Verdeel het ei in 2 gelijke helften door een horizontale dunne lijn. 
  • De lijn waar de ogen op liggen, (ooglijn) loopt bij een volwassene door het midden van het hoofd.  

Slide 12 - Tekstslide


  • De helft van ooglijn en kin is de lijn waarop de onderkant van de neus komt.
  • Verdeel het stukje van neus naar kin in twee gelijke helften. 
  • Op die lijn komt de mond.
  • De mondhoeken zitten bij een gesloten mond recht onder de pupillen.
  • De oren zitten tussen oog en neuslijn.
  • Als je verticale lijn tekent vanuit je pupil naar beneden dan zijn dat de mondhoeken. 
  • Teken een stuk van je nek onder je gezicht. 


Slide 13 - Tekstslide

opdracht-zelfportret
  • Maak een zelfportret met potlood in je pillowboek.
  • Teken eerst het schema in je pillowbook doe dat met dunne lijnen (HB) zodat je deze weg kunt gummen.
  • Probeer jezelf zo goed mogelijk na te tekenen. 
  • Kijk goed naar de foto. (selfie)
  • Dit doe je in je tekenboek met verschillende grijze potloden.  
  • Kijk goed waar het licht en donker is.

Na afloop gaan we alle portretten samen bekijken.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Maak een foto van je zelfportret een voeg die hier toe.

Slide 18 - Open vraag

wat ging goed?
wat ging nog
niet zo goed?
Leg uit!

Slide 19 - Woordweb

Gewassen Inkt

Slide 20 - Tekstslide

leerdoel
  •  Uitleggen wat gewassen inkt is.
  • Donkere en lichte tinten maken door water en inkt te mengen.
  • Een klein experiment maken met verschillende effecten.


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Gewassen Inkt
Techniek waarbij verdunde inkt met een penseel wordt aangebracht om afbeeldingen te maken. In heel veel verschillende tonen.

Van je docent krijg je een werkblad om hier mee te oefenen.
Plak het daarna in je schetsboek.

Slide 23 - Tekstslide

maak foto's van je werkbladen en upload die hier

Slide 24 - Open vraag

Hoeveel tinten heb je kunnen maken in opdracht 2 van het werkblad.
4
6
8
meer dan 8

Slide 25 - Poll

Eindwerkstuk-Portret op MDF
Genoeg geoefend. We gaan nu ons zelfportret op een stuk MDF zetten en deze met verschillende grijze potloden,  met gewassen inkt en met pen en inkt uitwerken. Teken eerst met HB potlood het schema op het MDF en werk het daarna verder uit. Ben je klaar geef dan de achtergrond een kleur met wasco. Je mag zelf weten hoe? Zie de voorbeelden op deze pagina.

Succes!

Slide 26 - Tekstslide

Maak een foto van je werkstuk en voeg het hier toe.

Slide 27 - Open vraag

Hoe vond je van deze opdracht? Wat ging er goed en wat niet. Wat vond je moeilijk en wat viel mee?

Slide 28 - Open vraag

verslagje in je schetsboek
schrijf een kort verhaaltje in je schetsboek en beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat heb je geleerd over het tekenen van ogen, oren, een neus en een mond?
  2. Hoe heb jeverschillende potloden gebruikt in je portret zo ja welke?  (HB, 2B, 4B, 6B)?
  3. Wat vond je makkelijk aan het werken met het tekenschema voor een portret?
  4. Wat vond je lastig bij het tekenen van een portret volgens het schema?
  5. Welke techniek (potlood, pen en inkt, gewassen inkt) past het best bij jou en waarom?
  6. Waar ben je het meest trots op in je werk?
  7. Wat zou je een volgende keer anders willen proberen of verbeteren?
  8. Maak een foto van je portret en voeg die toe aan dit verslagje in je tekenboek.



Slide 29 - Tekstslide