02. Thema 2.1 Voedingsmiddelen (2)

Thema 2: Voeding en vertering
Basisstof 1: Voedingsmiddelen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 2: Voeding en vertering
Basisstof 1: Voedingsmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Vandaag
Huiswerk bespreken
 Huiswerk opgeven
Toets bespreken
Aan de slag §1.1

Huiswerk bespreken
 Huiswerk opgeven
Aan de slag §1.1
Toets bespreken


BK
KGT
10 min
2 min
15 min
15 min



Slide 2 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 31 oktober
Maken § 2.1: 1+2+3+5+6
+
Leren 2.1

Let op: 3 is een practicum
Kan alleen wo, do of vrij.
Maken § 2.1 : 1 tm 5
+
Leren 2.1 

Let op: 5 is een practicum
BK
KGT

Slide 3 - Tekstslide


In de afbeelding is een voedingsmiddel weergegeven
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Is kaas een voedingsmiddel?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Is kaas plantaardig of dierlijk?
A
plantaardig voedingsmiddel
B
dierlijk voedingsmiddel

Slide 6 - Quizvraag

Volkorenbrood
In dit product komt veel voedingsvezel voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De mens gebruikt voedingsvezels voor de vorming van cellen en weefsels.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een goede eigenschap van voedingsvezels?
A
Ze helpen infectieziekten tegengaan.
B
Ze voorkomen verstopping.
C
Ze helpen bij de bloedstolling.
D
Ze verbeteren de nierwerking.

Slide 9 - Quizvraag

Maken Thema 1:

Huiswerk 1 november
Maken § 1.1
+
Leren 1.1

Maken § 1.1
+
Leren 1.1 


BK
KGT

Slide 10 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Vandaag
Huiswerk bespreken
 Huiswerk opgeven
Toets bespreken
Aan de slag §1.1

Huiswerk bespreken
 Huiswerk opgeven
Aan de slag §1.1
Toets bespreken


BK
KGT
10 min
2 min
15 min
15 min



Slide 11 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 12 - Tekstslide

Doel: Voedingsmiddelen
BK: (zie blz 124 van je boek) / KGT: (zie blz 150 van je boek)
  • Je kunt de functies van voedingsstoffen noemen.
  • Je kunt de functie van voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.

Slide 13 - Tekstslide

Voedingsmiddelen

Alles wat je eet en drinkt!

Slide 14 - Tekstslide

Alles wat je eet of drinkt 
=
Voedingsmiddel 
Er zijn 2 soorten voedingsmiddelen

Slide 15 - Tekstslide

Voedingsmiddelen 
Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet of drinkt.

  • Plantaardige producten


  • Dierlijke producten


afkomstig van (delen van) planten.
Bijvoorbeeld: groente en fruit
afkomstig van (delen van) dieren of producten van dieren.
Bijvoorbeeld: vlees, melk, eieren en vis

Slide 16 - Tekstslide

Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen

Slide 17 - Tekstslide

Voedingsstoffen

Voedingsstoffen zijn de bruikbare bestanddelen uit voedingsmiddelen.

Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om zichzelf in leven te kunnen houden.


Slide 18 - Tekstslide

Soorten voedingsstoffen
Bouwstof: voor groei, herstel, vervanging, wonden.
Brandstof: Om te verbranden en energie op te wekken.
Reservestof: Om op te slaan voor later
Beschermende stof: Om je lichaam te beschermen tegen ziekten en andere factoren (kou/druk) van buitenaf.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Is kaas een voedingsmiddel?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Is kaas plantaardig of dierlijk?
A
plantaardig voedingsmiddel
B
dierlijk voedingsmiddel

Slide 22 - Quizvraag

Voedingsvezels



- geen voedingsstof

- Stimuleert de darmen

- Voorkomt opstipatie ( verstopping)

- Zorgen voor een verzadigd gevoel

- in plantaardige voedingsmiddelen

- voedingsvezels worden zelf niet verteerd

Slide 23 - Tekstslide