X4A basis - de indeling van een tekst

DOEL

DE INLEIDING EN HET SLOT VAN EEN TEKST

- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (herhaling)

- je kunt de functie van de inleiding en het slot van een tekst benoemen

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

DOEL

DE INLEIDING EN HET SLOT VAN EEN TEKST

- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (herhaling)

- je kunt de functie van de inleiding en het slot van een tekst benoemen

Slide 1 - Tekstslide

Weet je nog?
Wat is oriënterend lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 2 - Quizvraag

Weet je nog?
Wat is globaal lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 3 - Quizvraag

Weet je nog?
Wat is precies lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 4 - Quizvraag

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot

Slide 5 - Quizvraag

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van het onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 7 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 8 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 10 - Quizvraag

INLEIDING

- vertelt op een interessante en boeiende manier wat het onderwerp van een tekst is

Slide 11 - Tekstslide

INLEIDING
Naast het onderwerp wordt bijvoorbeeld:
- de aanleiding voor het schrijven van de tekst genoemd
- een voorbeeld bij het onderwerp gegeven
- een leuk, kort verhaaltje (anekdote) verteld
- een belangrijke vraag gesteld
- een mening (over het onderwerp) gegeven
- de hoofdgedachte van een tekst genoemd
-een deskundige over het onderwerp geïntroduceerd
- een korte samenvatting van de tekst gegeven

Slide 12 - Tekstslide

MIDDENSTUK (KERN)

- bestaat vaak uit meerdere alinea's
- vertelt in elke alinea iets nieuws over het onderwerp (deelonderwerpen)
- elke alinea kan een tussenkopje hebben

Slide 13 - Tekstslide

SLOT

- dit is de afronding van de tekst

Slide 14 - Tekstslide

SLOT
In de afrondig wordt bijvoorbeeld:
- de hoofdgedachte van de tekst genoemd

- een advies gegeven

- een conclusie getrokken

- een korte samenvatting van de tekst gegeven

- een toekomstverwachting genoemd

- een vraag uit de inleiding beantwoord

Slide 15 - Tekstslide

Tekst 2 tot en met tekst 5 zijn inleidingen van een tekst. 
Lees eerst de inleidingen en maak daarna de bijbehorende opdrachten.

* Druk op de geluidsknop om de tekst voorgelezen te krijgen. 

Slide 16 - Tekstslide

Tekst 2

Slide 17 - Tekstslide

Tekst 3

Slide 18 - Tekstslide

Tekst 4

Slide 19 - Tekstslide

Tekst 5

Slide 20 - Tekstslide

Geef aan welke functie de inleiding van tekst 2 heeft:
A
de aanleiding voor het schrijven van de tekst benoemen
B
een leuk, kort verhaaltje vertellen
C
een mening geven
D
een voorbeeld bij het onderwerp geven

Slide 21 - Quizvraag

Geef aan welke functie de inleiding van tekst 3 heeft:
A
de aanleiding voor het schrijven van de tekst benoemen
B
een leuk, kort verhaaltje vertellen
C
een mening geven
D
een voorbeeld bij het onderwerp geven

Slide 22 - Quizvraag

Geef aan welke functie de inleiding van tekst 4 heeft:
A
de aanleiding voor het schrijven van de tekst benoemen
B
een leuk, kort verhaaltje vertellen
C
een mening geven
D
een voorbeeld bij het onderwerp geven

Slide 23 - Quizvraag

Geef aan welke functie de inleiding van tekst 5 heeft:
A
de aanleiding voor het schrijven van de tekst benoemen
B
een leuk, kort verhaaltje vertellen
C
een mening geven
D
een voorbeeld bij het onderwerp geven

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van tekst 2?

Slide 25 - Open vraag

Lees tekst 6. Let op: er zijn drie versies van het slot.


* Druk op de geluidsknop om de tekst voorgelezen te krijgen. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van tekst 6?

Slide 29 - Open vraag

Wat is de functie van de inleiding?
A
een leuk, kort verhaaltje vertellen
B
een voorbeeld geven
C
het belangrijkste van de tekst vertellen

Slide 30 - Quizvraag

Lees tekst 6 tot en met alinea 4. 


* Druk op de geluidsknop om de tekst voorgelezen te krijgen. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Noteer de kernzin van alinea 2

Slide 34 - Open vraag

Waarom hebben topsporters vaak moeite om in slaap te vallen? Noteer twee redenen.

Slide 35 - Open vraag

Noteer twee redenen waarom slapen beter is dan alleen maar rusten.

Slide 36 - Open vraag

Wat is het verband in alinea 4?
A
opsomming
B
volgorde van tijd

Slide 37 - Quizvraag

Geef drie voorbeelden van slaapgegevens uit alinea 4.

Slide 38 - Open vraag

Lees alinea 5 (het slot). 


* Druk op de geluidsknop om de tekst voorgelezen te krijgen. 

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Bij deze tekst staan drie verschillende soorten afsluitingen. De functie van alinea 5a (dus t/m vergroten) is:
A
een conclusie trekken
B
een korte samenvatting van de tekst geven
C
een toekomstverwachting noemen

Slide 41 - Quizvraag

Bij deze tekst staan drie verschillende soorten afsluitingen. De functie van alinea 5b (als t/m wedstrijden) is:
A
een conclusie trekken
B
een korte samenvatting van de tekst geven
C
een toekomstverwachting noemen

Slide 42 - Quizvraag

Bij deze tekst staan drie verschillende soorten afsluitingen. De functie van alinea 5c (met t/m presteren) is:
A
een conclusie trekken
B
een korte samenvatting van de tekst geven
C
een toekomstverwachting noemen

Slide 43 - Quizvraag

GELEERD?

DE INLEIDING EN HET SLOT VAN EEN TEKST

- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (herhaling)

- je kunt de functie van de inleiding en het slot van een tekst benoemen

Slide 44 - Tekstslide

Wat wist je al?

Slide 45 - Open vraag

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 46 - Open vraag