H10 P0P1

H10 P0P1
Introductie H10
Leerdoelen H10P1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H10 P0P1
Introductie H10
Leerdoelen H10P1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis
o Je kunt uitleggen hoe je krachten kunt meten met een krachtmeter (veerunster).
o Je kunt de verschillende krachten benoemen die een rol spelen in een gegeven situatie.
o Je kunt tekenen hoe de zwaartekracht aangrijpt in het zwaartepunt van een voorwerp.
o Je kunt het verband beschrijven tussen de uitrekking en de kracht op een veer.
o Je kunt de massa omrekenen van de ene eenheid naar de andere eenheid.

Slide 4 - Tekstslide

H10P1 Soorten krachten
o 10.1.1 Je kunt beschrijven welke effecten krachten op een voorwerp kunnen hebben.
o 10.1.2 Je kunt de grootte van een kracht met een geschikte krachtmeter meten.
o 10.1.3 Je kunt een kracht tekenen als een vector, volgens een gegeven krachtenschaal.
o 10.1.4 Je kunt de krachten benoemen die in een gegeven situatie op een voorwerp werken.
o 10.1.5 Je kunt de zwaartekracht berekenen die op een voorwerp werkt.
o 10.1.6 Je kunt beredeneren of twee magnetische voorwerpen elkaar aantrekken of afstoten.
o 10.1.7 Je kunt beredeneren of twee elektrisch geladen voorwerpen elkaar aantrekken of afstoten.

Slide 5 - Tekstslide

Welke krachten zijn er?

Slide 6 - Woordweb

Soorten krachten
Zwaartekracht
Spierkracht (duw/trek)
Normaalkracht
Spankracht 
Veerkracht 
Magnetische kracht
Elektrische kracht

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Hoe meten we kracht?

Slide 10 - Tekstslide

Kun je krachten zien?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Een Vector is een pijl
Een Vector begint bij een aangrijpingspunt of zwaartepunt.
Een Vector heeft een lengte.
Een vector heeft een richting.

(Meestal met krachtenschaal)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

We gebruiken voor g meestal het getal 10 (9.8).

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide