Verschil present simple _ present continuous

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welcome everyone!

Vertaal in het Engels:
Hij loopt naar school.

Vertaal in het Engels:
Hij loopt nu naar school.

Welcome

Lesdoel: 

1. Na deze les weet je het verschil tussen de present simple en de present continuous.
2. Weet je wanneer je ze gebruikt.
3. Kun je ze gebruiken in een Engelse zin. 

De present simple noem je in het Nederlands

1. De verleden tijd.
2. De tegenwoordige tijd.
3. De toekomstige tijd.
4. De voltooid verleden tijd.

De present simple

• Gebruik je bij gewoontes:
• I walk to school.  
• Sven cycles to school. 

• Een gewoonte: iets wat je normaal gesproken doet. 

De present simple

• Gebruik je bij feiten:
• Water boils at 100 degrees celcius. 
• A dog barks. 

Hoe vorm je de present simple?

Hele werkwoord zonder de to: To swim

I	swim	every morning.
You	swim	every morning.
He/She/It	swims	every morning.
We	swim	every morning.
They	swim	every morning.

Wat was de SHIT-regel ook al weer?

Welke zin staat in de present simple?

1. I walk to school.
2. I walked to school.
3. I am walking to school.
4. I was walking to school.

We often ........ (to talk) about our holiday.

He often ....... (to call) his friend.

The game ....... (to start) in ten minutes.

Present continuous

Wanneer gebruik je de present continous?

• Als iets NU gebeurt. 

I am walking to school

Als je het op dit moment aan het doen bent: het duurt even (vandaar de duurvorm). 

Present continuous. 

Hoe vorm je de present continuous?

Onderwerp	Vorm van To Be	Werkwoord + ING	Rest van de zin
I	am	walking	to school.
You	are	doing	your homework
He/She/It	is	drinking	water.
We	are	sitting	in the classroom
They	are	looking	out of the window

Voorbeeld

Timmy is sitting on a warm toilet seat.

Welke drie vormen van 'to be' heb je nodig om de present continuous te kunnen maken?

Sleep de persoonsvorm naar de juiste vorm van To be. 

Am

Are

Is

I

You

He

She

It

We

They

Vertaal de zin. Gebruik de present continuous:
Hij is naar school aan het lopen.

Present simple of present continuous

My father washes/is washing the car. He always washes/is washing the car on Saturday morning. 

Present simple of present continuous

Don't make noise. The baby sleeps/is sleeping. She always takes/is taking a nap after lunch. 

www.liveworksheets.com

Ik snap het verschil tussen de present simple en de present continuous.

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

Maak via Stepping stones online:

Hoofdstuk 6, 

T/havo: paragraaf E, writing and grammar

Opdracht 27,