thema 1 basisstof 2 je kiest zelf

• Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Je kiest zelf

Lesdoel,

Je kan uitleggen watbij je past.

Je kan uitleggen wat waardevol is.

Je kan uitleggen wat invloed is.

Vraag

Noem 2 dingen die voor jou waardevol zijn.(bv vrije tijd)

Je kiest wat bij je past. Bijvoorbeeld als je een sport kiest.

Je kiest wat je waardevol vindt. Dat betekent: je kiest wat je belangrijk vindt.

Meestal wil je veel dingen doen die je waardevol vindt.

Vraag

Leg uit,waarom is dit waardevol voor jou?

Soms is het moeilijk kiezen.Jannie wil graag voetballen.

Haar team traint op vrijdag avond.

Maar Jannie wil graag uit met haar vriendinnen.

Haar vriendinnen gaan op vrijdagavond naar de film.Dus Jannie moet kiezen tussen haar voetbal team en haar vriendinnen.

Bij de vorige vraag heb jij ingevuld wat waardevol was.

Wat moest jij hier voor over hebben? (vrij tijd)

Jannie kiest voor voetbal omdat dit bij haar ....

past

moeilijk

waardevol

Jannie moet kiezen.

Soms is kiezen ...

tom vind muziek maken...

Andere mensen hebben invloed op jou.

Je leeft thuis in een gezin.

Op school ben jij met andere leerlingen.In je vrije tijd ontmoet jij weer andere mensen.Al die mensen hebben invloed op jou.

Als je iets moet kiezen, luister je soms naar anderen. 

BV als jij een jas gaat kopen met je moeder en je broer. Samen zoek je een jas uit. Je luistert naar je moeder en je broer.Je moeder en je broer hebben invloed op jouw keuze.

Sleep de zinnen in de juiste volgorde.

Mijn huisarts heeft invloed op mijn...

Mijn ouders hebben invloed op mijn....

Een verkoper heeft invloed op...

Opvoeding

Gezondheid

Keuze

Tot slot

Iedereen is uniek. Daardoor maakt iedereen een andere keuze.

Kiezen is moeilijk.

Je kiest wat bij je past bv Sport.

Je kiest en doet de dingendie  je waardevol vindt.

Waardevol betekent belangrijk.

Andere mensen hebben invloed op jouw keuzes.

bv Je ouders, vrienden en vriendinnen, mensen om je heen.

Maak een woordspin

De mensen met wie jij omgaat.

Jij krijg een stuk papier van de leerkracht.

Zet jezelf in het midden, en schrijf daar omheen de mensen met wie jij allemaal omgaat.