6.1 Organismen indelen en uitleg dw

Welkom terug!
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 6 | Je groene omgeving 
6.2: Biotoop
1.5 Fossielen?
6.1 Organismen indelen (+stencil en practicum - 2 lessen)
6.2 Biotoop
6.3  Eten of gegeten worden
6.4 Een kringloop                                                                          DIERENWERKSTUK
 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning van deze les:
Uitleg 6.1 over de indeling van alle organismen in rijken en 1.2 determineren

Aanvulling (boekje) bij 6.1 bespreken. Let vooral op het dierenrijk
Huiswerk: 6.1 
Verder werken aan het dierenwerkstuk en evt. de toets bespreken. 

Volgende keer: 6.1 nakijken en 6.2 uitleg en het dierencircuit  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 6 | Je groene omgeving

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De natuur

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen paragraaf 6.1
Je kunt de het systeem van ordenen per niveau op volgorde benoemen.
Je kent de vier rijken bij de indeling van alle organismen.
Je begrijpt de naam en kenmerken van een soort.
Je kunt van elk rijk de celkenmerken benoemen.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordenen
Je kan voorwerpen en organisme indelen in verschillende groepen of sorteren, dit noem je ordenen.

Bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordenen
Biologen ordenen aan de hand van gemeenschappelijke kenmerken van het organisme. 
Ze delen ze op in groepen en noteren dit in het:

Systeem van ORDENING

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leeft er om je heen?
Organisme = een levend wezen dat  in staat is om 
te groeien, zich voort te planten, te ademen enz.

Alle organismen kun je indelen in 4 groepen: Rijken
  1.  Dierenrijk
  2.  Plantenrijk
  3.  Schimmelrijk
  4.  Bacterierijk

Elk rijk kan je weer verder indelen (zie boek en stencil over ordening)

Slide 10 - Tekstslide

Wie weet een voorbeeld van een organisme?
Verschillen in de vier rijken

De indeling is gebaseerd op basis van de onderdelen van de cellen die organismen hebben.
Onder de microscoop kun je die verschillen goed zien.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen van de 4 rijken    
Hoe te onderscheiden? 
Planten: hebben bladgroenkorrels
(en celwanden en een kern)

Dieren: hebben geen celwand
(geen bladgroenkorrels, wel een kern)

Bacteriën hebben geen kern (wel celwanden, geen bladgroenkorrels)

Schimmels:  (wel een kern en een celwand, geen bladgroenkorrels) 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 Rijken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Systeem van Ordening

Groepen organismen die steeds kleiner worden om elke soort een plaats te geven in het systeem van ordening.

Afdeling
Geslacht
Organismen 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweedelige naamgeving
Wereldwijde naamgeving in het  Latijn.
Voorkomen van verwarring door lokale naamgeving.

Geen Madeliefje, 
geen Daisy maar:
Bellis perennis L.

Geslachtsnaam + soortsaanduiding (+ ontdekker)
Carolus Linnaeus
(1707-1778)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling Plantenrijk
Plantenrijk:
  • Wieren/mossen
    Geen wortels, stengels en bladeren
  • sporenplanten
    Voortplanting door sporen 
  • Zaadplanten
    Voortplanting door zaden

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling Dierenrijk
7 Afdelingen (stam):

Iedere afdeling heeft specifieke kenmerken om de dieren in te delen.
Je let op het skelet en de symmetrie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantallen Soorten 
7 afdelingen van het dierenrijk
in procenten (zie hiernaast)

Hoe ga je na wie wie is?
Door te determineren 
Met determinatietabellen
of zoekkaarten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Determinatietabel

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Determineren 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoekkaart
Determineren:
-Hoe werkt 
een zoekkaart?
-Waterkwaliteit?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zoekkaart gebruiken
  1. Wat zou een zoekkaart ?
  2. Waar zou je het voor kunnen gebruiken?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen organisme?
A
Een levend wezen dat in staat is om te groeien
B
Iets dat ademhaalt
C
Voorwerpen waar je steeds meer van hebt
D
Een plant die zonlicht om kan zetten in zuurstof

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen rijk ?
A
Planten
B
Bacterien
C
Zoogdieren
D
Schimmels

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste afbeelding naar het juiste rijk
Schimmelrijk
Bacterierijk
Plantenrijk
Dierenrijk

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke indeling staat in de juiste volgorde van grote naar kleine groepen?
A
soort - rijk - familie
B
rijk - soort - geslacht
C
familie - geslacht - soort
D
orde - geslacht - familie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening van groot naar klein.
Soort
Afdeling
Klasse
Orde
Rijk
Geslacht
Familie

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het ordenen van de 4 groepen organismen kijken biologen naar de cellen van deze organismen. Ze letten dan op drie kenmerken van cellen. Welke drie?

Celmembraan
Celkern
Celwand
Bladgroenkorrels
Celplasma
Vacuole

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies



Wat is determineren?
A
Uitzoeken hoe een organisme heet
B
Een organisme schematisch tekenen
C
Goed kijken naar de details.
D
Een organisme natuurgetrouw tekenen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De afbeelding is een voorbeeld van.........
A
kenmerkenkaart
B
zoekkaart
C
stamboom
D
determinatietabel

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Determineer deze mug.
A
1b - 4b Langpootmug
B
1a - 2b- 3b Steekmug
C
1b - 4a Steltmug
D
1a - 2b - 3a Tijgermug

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gebruikt je een determinatietabel om een organisme te determineren?
A
Allerlei kenmerken van een organisme. Je moet steeds een keuze maken
B
De cel-kenmerken om te ordenen. Je hoeft niet meer te kiezen.
C
Allerlei kenmerken van een organisme. Je hoeft niet meer te kiezen.
D
De cel-kenmerken om te ordenen. Je moet steeds een keuze maken

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 5: Sleep de passende afdeling naar het juiste dier.
Sponzen
Holtedieren
Weekdieren
Stekelhuidigen
Geleedpotigen
Gewervelden

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet elke groep organismen in zijn juiste vak
Rijk
afdeling
Klasse (geleedpotigen)
Klasse (zoogdieren)
Dieren
Sponzen
Holtedieren
Wormen
Weekdieren
Geleedpotigen
Gewervelden
Kreeftachtigen
Spinachtigen
Insecten
Duizendpoten
Amfibie
Vissen
Vogels
Zoogdieren
Reptielen

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
paragraaf 6.1 bestuderen en online maken
klaar? dierenwerkstuk blad ophalen en vast doornemen
Laatste 20 minuten mee aan de slag 
Lijst invullen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dierenwerkstuk

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Lees als eerst rustig de opdrachten nog eens door
Check of je alles begrepen hebt. Vraag het na!
bespreek wat ieder gaat doen en wie wat uitwerkt.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Wat vonden we van de les?

Volgende les: Leren: 1.2 determineren en 6.1.
Practicum: Dierencircuit in 122.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tips en tops

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies