§6.4 Donder en bliksem

Welkom in de les
Vandaag:
  • Terugblik
  • lesdoelen §6.4
  • instructie §6.4
  • maken opdrachten
  • afsluiten les 

 


§ 6.4 - Donder en bliksem
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • Terugblik
  • lesdoelen §6.4
  • instructie §6.4
  • maken opdrachten
  • afsluiten les 

 


§ 6.4 - Donder en bliksem

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk gemaakt?
Als je niet bent ingelogd wil ik nu je huiswerk zien!

Slide 2 - Tekstslide

Vragen §6.3

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 45

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 50

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de fase van ijzel?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 7 - Quizvraag

Welke uitspraak over sneeuw is waar?
A
Sneeuw is waterdamp.
B
Sneeuw is geen neerslag.
C
Sneeuw is een soort ijzel.
D
Sneeuw bestaat uit kristallen.

Slide 8 - Quizvraag

Sneeuwvlokken ontstaan uit ijskristallen die tijdens het rijpen van waterdamp in een wolk ontstaan.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 9 - Quizvraag

§6.4 - Je leert ...
  • omschrijven hoe bliksem en donder ontstaan;
  • aangeven wat je moet doen als je zelf in een onweersbui terechtkomt;
  • uitleggen wat een bliksemafleider doet.

Slide 10 - Tekstslide

Discussievraag
Bedenk waarom het gevaarlijk is om
tijdens een onweersbui buiten te zijn.

Hoe kun je je beschermen bij onweer?

Slide 11 - Tekstslide

Onweerswolk
Lees aandachtig de alinea 'Onweerswolk' op blz. 116

Slide 12 - Tekstslide

Onweerswolk
  • Een wolk kan zich opladen zoals bij een batterij gebeurd
  • Hoe warmer de opstijgende lucht, hoe groter de kans op onweer.
  • Wolk kan 10 km hoog zijn

Slide 13 - Tekstslide

Onweerswolk
  • Door de beweging van warme lucht omhoog en neerslag naar beneden ontstaat wrijving. 
  • Er ontstaat statische elektriciteit.
  • Er komen meer elektronen onder in de wolk (negatieve lading)
  • Er komt een tekort aan elektronen boven in de wolk (positieve lading)
  • Er ontstaat ladingsscheiding 

Slide 14 - Tekstslide

Bliksem en donder
Lees aandachtig de alinea 'Bliksem en donder' op blz. 117

Slide 15 - Tekstslide

Bliksem en donder
  • Als deeltjes wrijven, ontstaat statische elektriciteit.
  • Als het ladingsverschil groot wordt, vindt er een ontlading plaats. 
  • Deze ontlading ziet er uit als bliksem.  

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Bliksem en donder
  • Temperatuur van de flits kan 28.000 graden Celsius zijn
  • Lucht om de flits zet uit
  • Er ontstaat een geluidsgolf in alle richtingen
  • Je hoort donder

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat komt eerst?
Donder of bliksem
A
Donder
B
Bliksem

Slide 20 - Quizvraag

Bliksem en donder

Slide 21 - Tekstslide

Bliksem en donder
Vuistregel; 3 sec is 1 km, klopt dit?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wat is de afstand tussen jou en bliksem?
  • Bliksem komt voor donder
  • Tijd tussen flits en donder bepaalt afstand
  • Afstand = snelheid x tijd
  • Geluid verplaatst zich met 343 m/s 
  • Afstand = 343 x t 
  • Afstand = 343 x 3 = 1029 m   (1 km)


Slide 24 - Tekstslide

Tussen de bliksem en donder zit 6 seconde tijdsverschil.
Wat is de afstand tussen jou en de bliksem?
A
ongeveer 1000 m
B
ongeveer 2000 m
C
ongeveer 6000 m
D
ongeveer 18000 m

Slide 25 - Quizvraag

Veiligheid bij onweer
Lees aandachtig de alinea 'Veiligheid bij onweer' op blz. 117

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Veiligheid bij onweer
  • Metalen voorwerpen geleiden de stroom goed
  •  Blijf tijdens onweer uit de buurt van lantaarnpalen, ijzeren hekken enz. 
  • Bomen geleiden beter elektriciteit dan lucht

Slide 28 - Tekstslide

Veiligheid bij onweer
  • Bliksemafleider: geleid energie van bliksem naar de grond 
  • Koperen draad 
  • Doe wel even de stekkers eruit

Slide 29 - Tekstslide

Veiligheid bij onweer
  • Bliksemafleider
  • Kooi van Faraday
  • Klein mogelijk maken 
  • Stekkers uit stopcontact. 
  • open veld gaan staan
  • zwemmen
  • liggen op de grond
  • met paraplu lopen

Slide 30 - Tekstslide

Bij minder dat 10 tellen is het onweer gevaarlijk dichtbij.
Hoe dichtbij?
A
340 m
B
3400 m
C
340 km
D
3400 km

Slide 31 - Quizvraag

Caravan veilig tijdens onweer?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Kooi van Faraday
  • Auto - Kooi van Faraday = het metalen omhulsel van de auto vloeit de elektrische lading naar de aarde af
  • Metaal geleidt stroom

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Discussievraag
Bedenk waarom het gevaarlijk is om
tijdens een onweersbui buiten te zijn.

Hoe kun je je beschermen bij onweer?

Slide 37 - Tekstslide

Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

  • Lezen §6.4 uit je boek

  • Maak alle opgaven, behalve de ✱ - route


Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lezen §6.4 uit je boek


  • Maak alle opgaven,                                   behalve de ✱ - route

Zs

Slide 39 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lezen §6.4 uit je boek


  • Maak alle opgaven,                         behalve de ✱ - route

Zf

Slide 40 - Tekstslide

Wat weet je al???

Slide 41 - Tekstslide

Wat moet je NIET doen bij onweer?
A
Hurken
B
Zo klein mogelijk maken
C
Onder een boom gaan staan
D
In de auto gaan zitten

Slide 42 - Quizvraag

Je zwemt in een meer en het begint te onweren. Wat doe je?
A
Je blijft in het water
B
Je gaat uit het water en blijft aan de kant staan kijken naar het onweer
C
Je gaat uit het water en je gaat in een auto zitten
D
Je gaat uit het water en je gaat plat op de grond liggen

Slide 43 - Quizvraag

Je ziet de bliksem en hoort daarna de donder. Bereken hoever de onweer van jou vandaan is.
Bliksem en 3 sec later de donder.
A
680 meter
B
340 meter
C
1020 meter
D
2040 meter

Slide 44 - Quizvraag

Je ziet de bliksem en hoort daarna de donder. Bereken hoever de onweer van jou vandaan is.
Bliksem en 7 sec later de donder.
A
680 meter
B
2100 meter
C
1020 meter
D
2380 meter

Slide 45 - Quizvraag

Je ziet de bliksem en hoort daarna de donder. Bereken hoever de onweer van jou vandaan is.
Bliksem en 12 sec later de donder.
A
4080 meter
B
8160 meter
C
2720 meter
D
3400 meter

Slide 46 - Quizvraag

De onderkant van een onweerswolk is
A
positief geladen
B
negatief geladen

Slide 47 - Quizvraag

Onweerswolken kunnen wel tot 10 km hoog worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 48 - Quizvraag

De spanning in een onweerswolk kan oplopen tot 300.000.000 Volt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 49 - Quizvraag

Je kunt ...
  • omschrijven hoe bliksem en donder ontstaan;
  • aangeven wat je moet doen als je zelf in een onweersbui terechtkomt;
  • uitleggen wat een bliksemafleider doet.

Slide 50 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 51 - Poll

Slide 52 - Video