open dag
1 / 16
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De kok (bereiden) altijd de gekste dingen.
A
bereid
B
bereidt
C
Bereide
D
bereit
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een synoniem van: de relatie
A
de verbinding
B
ontwikkeling
C
resultaat
D
uitdagen
Slide 3 - Quizvraag
Dave schopte de bal naar Jaimy.
Wat is het lijdend voorwerp?
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Dave
B
schopte
C
de bal
D
Jaimy
Slide 4 - Quizvraag
Welk woord is goed gespeld?
A
onmiddelijk
B
gezamenlijk
C
milimeter
D
abbonnee
Slide 5 - Quizvraag
Hij heeft te veel tijd aan zijn hobby’s besteed, waardoor hij zijn studie heeft verwaarloos... (verwaarlozen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 6 - Quizvraag
Ik geloof niets van wat je me daar vertel... (vertellen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 7 - Quizvraag
LIDWOORD
GEEN
LIDWOORD
van
het
‘n
‘t
Slide 8 - Sleepvraag
Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?
A
kast-ring-liggen-via
B
liggen-werken-tafel-kopje
C
rode- schoenen-Nederland-Truus
D
HVC- leerplein-klaslokaal-aula-docenten
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord is onjuist gespeld?
A
onmidelijk
B
gezamenlijk
C
millimeter
D
hopelijk
Slide 10 - Quizvraag
Welk woord in de zin is een werkwoord?
A
danste
B
avond
C
swingende
D
muziek
Slide 11 - Quizvraag
Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
A
haar tegengehouden
B
word tegengehouden
C
door tegengehouden
D
ik tegengehouden
Slide 12 - Quizvraag
Goed of fout?
meneer hazelaar
meneer hazelaar
A
goed
B
fout
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het voorvoegsel mis- in
Dat project is mislukt.
Dat project is mislukt.
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
verkeerd
Slide 14 - Quizvraag
Welk leesteken hoort er achter de zin?
Schiet toch eens op
Schiet toch eens op
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets
Slide 15 - Quizvraag
Is het goed of fout gespeld?
In Januari is het winter.
In Januari is het winter.
A
goed
B
fout
