week 4 les 2
Typ het woord dat je hoort
1 / 21
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Typ het woord dat je hoort
Slide 1 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort
Slide 2 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort
Slide 3 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort
Slide 4 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort
Slide 5 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort
Slide 6 - Open vraag
zenden
t.t. ik.........
t.t. ik.........
Slide 7 - Open vraag
zenden
t.t..........jij?
t.t..........jij?
Slide 8 - Open vraag
zenden
t.t Lieke..........
t.t Lieke..........
Slide 9 - Open vraag
vinden
t.t ik..........
t.t ik..........
Slide 10 - Open vraag
vinden
t.t ..........jij?
t.t ..........jij?
Slide 11 - Open vraag
vinden
t.t Lieke..........
t.t Lieke..........
Slide 12 - Open vraag
bestrijden
t.t ik..........
t.t ik..........
Slide 13 - Open vraag
bestrijden
t.t ..........jij?
t.t ..........jij?
Slide 14 - Open vraag
bestrijden
t.t Lieke..........
t.t Lieke..........
Slide 15 - Open vraag
melken
t.t. De boerenknecht...........ieder dag achttien koeien.
t.t. De boerenknecht...........ieder dag achttien koeien.
Slide 16 - Open vraag
heffen
t.t. De sterke man........het zware gewicht zonder moeite.
t.t. De sterke man........het zware gewicht zonder moeite.
Slide 17 - Open vraag
storten
v.t. De timmerman.........van de ladder.
v.t. De timmerman.........van de ladder.
Slide 18 - Open vraag
beweren
v.t. Hij ...........dat de aarde plat was.
v.t. Hij ...........dat de aarde plat was.
Slide 19 - Open vraag
schaatsen
We hebben deze winter niet veel.........
We hebben deze winter niet veel.........
Slide 20 - Open vraag
poetsen
Heb jij weleens de auto van je vader.........?
Heb jij weleens de auto van je vader.........?
