Spreekkaart 2 p. 1661. Zeg gedag.
2. Zeg dat je kaartjes hebt voor een concert.
3. Stel voor om samen te gaan.
4. Stel voor om bij jou thuis af te spreken.
5. Doe een voorstel hoe jullie naar het concert gaan.
6. Neem afscheid.
Spreekkaart 12 p.1671. Zeg gedag.
2. Zeg wat je ervan vindt.
3. Zeg dat je wel mee wilt. Vraag waar jullie afspreken.
4. Vraag hoe je naar het concert gaat.
5. Zeg dat jullie dat zullen doen.