BK 1 Thema 6 Werkboek 2024 les 3

BK1 Thema 6 Voortplanting bij planten
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BK1 Thema 6 Voortplanting bij planten

Slide 1 - Tekstslide

Les 3

Slide 2 - Tekstslide

Wat is bestuiving?
A
overbrengen van stuifmeel naar stempel
B
overbrengen van stuifmeel naar meeldraad
C
overbrengen van stuifmeel naar bijenkorf
D
ander woord voor bevruchting

Slide 3 - Quizvraag

Dit zijn windbloemen?
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je een windbloem.
Hebben windbloemen nectar?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Wat heeft een windbloem NIET?
A
kelkbladeren
B
grote stamper
C
stuifmeel korrel die ruw is
D
veel stuifmeel

Slide 6 - Quizvraag

Wel of geen bestuiving?
Stuifmeel van een klaproos komt terecht op de grond
A
Wel bestuiving
B
Geen bestuiving

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke pijl is er WEL sprake van bestuiving?
A
pijl 1
B
pijl 2
C
pijl 3
D
geen van de drie pijlen

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van insectenbloemen?
A
kroonbladeren met weinig kleur
B
stempel groot en geurloos
C
grote bloemen met de meeldraden buiten de bloem
D
felgekleurde kloonbladeren en ze ruiken lekker

Slide 9 - Quizvraag

Bevruchting van planten

Slide 10 - Tekstslide

Bestuiving

Bestuiving:

Is het overbrengen van de stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper.


Dit kan alleen als de stuifmeel op de stempel komt van DEZELFDE bloem van dezelfde soort.


Er zijn 2 manieren van bestuiving:

via insecten 

via de wind

Slide 11 - Tekstslide

Bevruchting bij planten 

Slide 12 - Tekstslide

Bevruchting:
Bevruchting

= Als kern van stuifmeelkorrel en kern van eicel zijn versmolten tot-> bevruchte eicel



Slide 13 - Tekstslide

Bevruchte eicel
  • Kiem ontstaat uit een bevruchte eicel (kan uitgroeien tot een kiemplantje)
  • Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad

Slide 14 - Tekstslide

Bevruchte eicel
kiem: uit de bevruchte eicel ontstaat er een kiem.
zaad: uit een zaadbeginsel ontstaat een zaad. 

Slide 15 - Tekstslide

Één of meer zaden
Appels, pruimen, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten.
Bonen, erwten, pitjes in appels, kersen en tomaten zijn zaden.

Sommige vruchten hebben maar 1 zaad. Een meloen kan meer dan 100 zaden hebben. 

Elke zaad is ontstaan uit een zaadbeginsel met een bevruchte eicel.
Als de bloem is uitgebloeid ontstaat uit het vruchtbeginsel een vrucht.

Slide 16 - Tekstslide

de levenscyclus van een zaad 
Zaad --> Kieming --> Plant --> Bloem 
--> Vrucht --> Zaad

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk:
Bestuderen: bevruchting, bevruchte eicel en één of meer zaden
en 
maken opdrachten: I, J K

Alle opdrachten gemaakt? -> Start dan met slotopdracht 

Houd je boekje netjes: inleveren voor cijfer

Slide 18 - Tekstslide