Spreek- en gesprekvaardigheid herhaling les 49 en 61

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Deze les: 

10 minuten stillezen

Herhaling spreekvaardigheid

Pauze

vervolg les spreekvaardigheid 

Afsluiting + Zermelo

Spreekvaardigheid

Spreekvaardigheid

Doelen deze les: 

* Je weet wat de verschillende spreekdoelen zijn

* Je weet hoe je lichaamstaal gebruikt tijdens een presentatie

* Je kunt zelf een presentatie geven over een zelf te kiezen onderwerp

Verschillende spreekdoelen:

* amuseren

* informeren

* instrueren

* overtuigen. 

Ik vind spreken voor een groep mensen lastig.

-1100

Spreekdoelen

amuseren: jouw verhaal spreekt de luisteraars aan en deze vinden jouw presentatie grappig/leuk.

informeren: je vertelt in een helder en duidelijk waar jouw presentatie over gaat en geeft goede voorbeelden (feiten).

instrueren: je legt kort en duidelijk uit wat de bedoeling is en doet dit

 in de goede volgorde.

overtuigen: je geeft je mening en gebruikt argumenten om je luisteraars 

over te halen.

Amuseren

Instrueren

Informeren

Overtuigen

Welk doel past bij deze spreker?

Adil zegt tegen Jabir: Je moet geen Vespa meer rijden, Peugeot rijdt veel fijner.

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. overtuigen

Welk doel past bij deze spreker?

Raghad begint haar presentatie met:
Beste mensen, ik wil beginnen met een mop...

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. overtuigen

Welk doel past bij deze spreker?
Israe hoort op de radio:
Het wordt morgen 20 graden. Er is een zachte wind en het gaat in de avond regenen.

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. overtuigen

Welk doel past bij deze spreker?
Amal zegt tegen Maisam:
Je toets is morgenochtend om 09.00 uur in lokaal 121.

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. overtuigen

Welk doel past bij deze spreker?
De juf zegt:
Je pakt eerst bladzijde 126 voor je. Vervolgens lees je vraag 1, 2, 6 en 7 waarna je deze vragen maken.

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. overtuigen

Lichaamstaal

Als je presenteert maak je gebruik van 

non-verbale en verbale communicatie.

non-verbale communicatie: je communiceert zonder woorden (knipoog - even aankijken - hoofd schudden - handgebaren -  de woorden die je uitspreekt.

Verbale communicatie: de woorden die je uitspreekt (woorden zijn gericht op de doelgroep die naar je luistert). 

Opdracht

Jullie zien een kort filmpje van de vlogger Enzo Knol en zijn vriendin Myron. 

Daarna volgen twee vragen: 

1. Wat is/zijn de spreekdoel(en) van Enzo en Myron? 

2. Welke verbale en non-verbale communicatie

gebruiken zij? 

Welk(e) spreekdoel(en) hebben Enzo en Myron in dit filmpje?

1. Instrueren
2. Informeren
3. Overtuigen
4. Amuseren

Welke non-verbale en verbale communicatie
gebruiken Enzo Knol en Myron in dit filmpje?

Lichaamstaal

Lichaamstaal bij een presentatie is heel belangrijk. Als de lichaamstaal niet overeenkomt met de boodschap die jij wilt overbrengen, klopt het plaatje niet. 

Let dus goed op je spreekdoel voordat je gaat presenteren!

Lichaamstaal bij een presentatie

*Sta ontspannen en rechtop

* Sta rustig: loop niet de hele tijd heen en weer, dit leidt af

* Kijk je publiek aan

* Let op je gezichtsuitdrukking, die moet passen bij wat je vertelt

* Maak gebaren als je iets wilt benadrukken, uitleggen of aanwijzen

* Ga bij een presentatie bij een scherm of poster zo staan dat het publiek het scherm kan zien

* Spreek luid en duidelijk --> niet binnensmonds, goed articuleren

Pauze!

Spelletjes!!

Afsluiting

Wat hebben jullie geleerd deze les?

Filmpje

Jullie gaan kijken naar een filmpje van Mr. Bean. Hij moet onverwachts een speech geven. 

Vragen:

- Start van de speech? Hoe?

- Wat zegt hij allemaal in zijn speech? Is de speech overtuigend? 

- Einde van de speech? Hoe en hoe komt dat? 

Wat neem je volgende week mee?

- Nederlands boek

- Opgeladen Ipad of laptop

- Leesboek (vrijdag)

Heeft iedereen zich ingeschreven voor de herkansingen?