H3 17.03.2022

Herzlich willkommen
Donnerstag 17.03.2022
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen
Donnerstag 17.03.2022

Slide 1 - Tekstslide

Heute
  • Die Prüfung
  • Wiederholung der Wörter
  • Wiederholung der Grammatik

Slide 2 - Tekstslide

Die Prüfung
Kapitel 14 + Kapitel 15 die Wörterlisten A+B (NL->D und D->NL)
Kapitel 14: Grammatik: zwakke werkwoord in de ovt (Seite 74)
Grammatik: 1e, 3e, 4e, naamval van de ein-Gruppe + der-Gruppe+ voorzetsels 3e, 4,e naamval en de keuze voorzetsels + ontleding (V(w)ONGSU)
Grammatik: haben, sein, werden, in de ott +ovt (zie ANHANG in het Textbuch, Seite 14)

Slide 3 - Tekstslide

Die Wörter (Kapitel 15)

Slide 4 - Tekstslide

keine Ahnung

Slide 5 - Open vraag

het optreden
A
der Auftritt
B
die Auftritt
C
das Auftritt
D
die Auftritte

Slide 6 - Quizvraag

de rol

Slide 7 - Open vraag

de repetitie

Slide 8 - Open vraag

eerst
zelfs
extra
inderdaad
zusätzlich
zunächst
sogar
tatsächlich

Slide 9 - Sleepvraag

Die Antworten
keine Ahnung - geen idee
het optreden - der Auftritt (die Auftritte = meervoud)
de rol - die Rolle
de repetitie - die Probe
zelfs - sogar
inderdaad - tatsächlich
eerst - zunächst
extra - zusätzlich

Slide 10 - Tekstslide

Die Grammatik:
Haben / Sein / Werden

Slide 11 - Tekstslide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 12 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 13 - Sleepvraag

............... du Zeit für mich?

Slide 14 - Open vraag

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

Slide 15 - Open vraag

.................. du müde?

Slide 16 - Open vraag

Es hat geregnet. Die Straße ........ nass.

Slide 17 - Open vraag

Wir .......... beste Freunde.

Slide 18 - Open vraag

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 19 - Sleepvraag

......... ihr heiraten?

Slide 20 - Open vraag

Du ......... bestimmt Spaß haben

Slide 21 - Open vraag

Und jetzt: alles durcheinander!

Slide 22 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werdet
seid
habt
wird
ist
bin
haben
hast

Slide 23 - Sleepvraag

Gibt es noch Fragen?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wo (was) ..... du gestern?
A
war
B
bist
C
warst
D
wurdest

Slide 26 - Quizvraag

(Was) ..... Sie dafür oder dagegen?

A
Waren
B
Sind
C
War
D
Würden

Slide 27 - Quizvraag

Ich (had) ..... nichts dagegen!
A
habe
B
hatte
C
wurde
D
würde

Slide 28 - Quizvraag

Wo bist du gestern (geweest) ......?
A
gewest
B
gewessen
C
gewesen
D
geweßen

Slide 29 - Quizvraag

Mein Bruder (werd) ..... gestern 15 Jahre alt.
A
war
B
würde
C
wird
D
wurde

Slide 30 - Quizvraag

Was (zou) ..... du machen?

Slide 31 - Open vraag

(hadden) ..... ihr heute morgen eine kleine Panne?

Slide 32 - Open vraag

Das (was) ..... nicht so schlimm.

Slide 33 - Open vraag

Ik begrijp de vervoeging van haben / sein / werden in de tt en de vt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll