Les 3. Spelling H6 (leestekens) 2023
1 / 13
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je nog over de leestekens komma en dubbele punt?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Wat weet je over aanhalingstekens?
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
1. De docent zegt tegen de leerlingen: "Pak allemaal je schrift."
2. De docent zegt tegen de leerlingen dat ze allemaal hun schrift moeten pakken.
Wat er echt is gezegd- directe rede
Een omschrijving van wat er wordt gezegd- indirecte rede
Slide 9 - Sleepvraag
Schrijf de zin over en plaats leestekens en hoofdletters. De zin moet in de directe rede staan.
de docent vroeg heb jij je huiswerk gemaakt
de docent vroeg heb jij je huiswerk gemaakt
Slide 10 - Open vraag
Neem de zin over en maak er de indirecte reden van.
De trainer zei: 'Volgende week kunnen we kampioen worden.'
De trainer zei: 'Volgende week kunnen we kampioen worden.'
Slide 11 - Open vraag
directe rede
indirecte rede
In de zin staat precies wat iemand heeft gezegd.
In de zin zie je geen aanhalingstekens
In de zin staat geen dubbele punt.
In de zin zie je (vaak) het woordje dat.
Na de dubbele punt een de aanhalingstekens zet je altijd weer een hoofdletter.
In de zin staan aanhalingstekens, omdat het een citaat is.
