LJ1 - 1.5 Allemaal anders / LJ2 - 1.5 Stofwisseling

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Biologie Hoofdstuk: 1.5 Allemaal anders / 1.5 Stofwisseling
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ 1: Open je boek van biologie op bladzijde 41.

LJ2: Open je boek van biologie op bladzijde 47. Lees alvast de theorie op blz 47/48 heel goed door. 

Huiswerk controle

2. Lesdoel & Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les kun je:

- Kun je aanpassingen bij planten noemen

- Kun je aanpassingen bij dieren noemen

Leergebiedoverstijgende doelen:

Reflecteren:

- Kijk je eigen werk na en corrigeer waar mogelijk

- Beoordeel of je de juiste prioriteiten hebt gesteld en geef aan welke gevolgen dit heeft voor je planning. 

3. Arrangementen + mini-check

 Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

kegelsnavel

zeefsnavel

priemsnavel

pincetsnavel

haaksnavel

Zowel de schildpad als de dolfijn hebben een gestroomlijnd lichaam

1. onjuist
2. juist

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?

1. Grote, platte bladeren
2. Kleine, dikke bladeren
3. een klein wortelstelsel
4. een groot wortelstelsel

Een paard is een...

1. zoolganger
2. topganger
3. teenganger

Welke aanpassing heeft een bramenplant?

1. stekels
2. brandharen
3. gifstof
4. gifstekel

Wie maakt wat? 

Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 1 t/m 4 op blz 44/45

De rest doet mee met de instructie. 

Aanpassingen

Aanpassingen aan:

• hun manier van leven
• de omgeving 

• ademhaling, beweging, voeding, verdediging & voortplanting

Waterdieren

• Bewegen door het water
• vinnen
• gestroomlijd: kop, lijf & staart lopen in elkaar over

Voeden

• vogels hebben verschillende snavel types
• zaden, insecten of dieren
• kegelsnavel → zaden
• pincetsnavel → insecten
• haaksnavel → vlees
  
• priemsnavel → bodemdiertjes
• zeefsnavel → zeven uit water
  

Bewegen

• zoolgangers
• teengangers
• topgangers (hoefgangers)
• aanpassing op de ondergrond

Zoolganger               Teenganger    Topganger

Hoe zit het bij planten?

• aanpassingen tegen uitdroging
• kleine dikke/ grote dunne bladeren
• veel / weinig wortels 

vochtig milieu

droog milieu

Verdediging bij dieren

tegen vijanden:

• stekels of gifstekels
• schutkleur -> onzichtbaar
• schild                                   tegen de omgeving:
• vacht

Verdediging bij planten

• stekels
• brandharen
• maken van gifstof -> verlamming insecten 

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 44/45.

Ben je klaar?

Dan kijk je je werk na

Dan kun je aan een ander vak gaan werken

1. Lesopening LJ2 

Open je boek van biologie op bladzijde 47.

2. Lesdoel & Leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les kun je:

- kun je uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose

- kun je uitleggen dat bij de verbranding van glucose energie vrijkomt

Leergebiedoverstijgende doelen:

Reflecteren:

- Kijk je eigen werk na en corrigeer waar mogelijk

- Beoordeel of je de juiste prioriteiten hebt gesteld en geef aan welke gevolgen dit heeft voor je planning. 

3. Arrangementen + mini-check

 Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Bregje

Je maakt opdracht 1 t/m 5 op blz 49/50

De rest doet mee met de mini-check. 

Water

Koolstofdioxide

Zuurstof

Zonlicht

Wind

Glucose

Nodig voor fotosynthese

Ontstaat bij fotosynthese

Koolstofdioxide + Water + Zonlicht
samen leveren

1. glucose + water
2. glucose + zuurstof
3. glucose + koolstofdioxide
4. glucose + mineralen

Welke stoffen zijn nodig voor verbranding?

1. Glucose
2. Zuurstof
3. Glucose en zuurstof
4. Water en glucose

Wie maakt wat? 

Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 1 t/m 5 op blz 49/50

De rest doet mee met de instructie. 

FOTOSYNTHESE

FOTOSYNTHESE

Planten maken voedsel en zuurstof voor dieren en mensen

De cellen in je lichaam gebruiken die stoffen die planten maken

Door de stoffen van de planten heb je energie om te bewegen en warm te blijven.

Fotosynthese

Fotosynthese

IIn

Energie 

Glucose

Verbranding van glucose:

Glucose gebruiken

• Veranderen in andere stoffen (=stofwisseling)
• Afbreken voor energie

Wat gebeurt er met deze energie?

Mitochondrium

Een organel in cellen. Breekt glucose af > maakt energie

Het aantal mitochondrien verschilt per cel:

Spiercellen hebben er veel

Mitochondrien

Mitochondriën

Energie

Glucose

6. Zelfstandig werken

LJ 1- Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 44/45

LJ 2 -Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op blz 49/50.

Ben je klaar?

Dan kijk je je werk na

Daarna lees je de theorie van paragraaf 1.1 t/m 1.5 nog eens door. 

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les?

Zijn er nog onderdelen die je lastig vindt?

- Kun je aanpassingen bij planten noemen?

- Kun je aanpassingen bij dieren noemen?

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les?

Zijn er nog onderdelen die je lastig vindt?

- kun je uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose?

- kun je uitleggen dat bij de verbranding van glucose energie vrijkomt?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Vrijdag 7 oktober

1.5 opdracht 1 t/m 4

Huiswerk LJ2: 

Vrijdag 7 oktober

1.5 opdracht 1 t/m 5

Toetsen LJ1: 

Toetsen LJ2: