1KGT - H8 - Reclame

H8 Reclame
blz. 39
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H8 Reclame
blz. 39

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leert:
  • het schrijfdoel van een tekst herkennen
  • de belangrijkste informatie uit een tekst of fragment halen
  • inleiding, middenstuk en slot in een tekst herkennen en gebruiken
  • feiten en meningen herkennen
  • je mening geven en uitleggen
  • aantekeningen maken en gebruiken
  • reclametaal herkennen en gebruiken
  • woordenschat uitbreiden
Leerdoelen Reclame
8

Slide 2 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

In dit hoofdstuk ga je ook weer aan de slag met het uitbreiden van je woordenschat. Dat doe je door behalve de opdrachten in je boek, ook de online opdrachten te maken. Deze opdrachten worden steeds klaargezet als weektaak.

Over H8 krijg je ook een proefwerk. Hiervoor is
het belangrijk dat je ook de woordenschatopdrachten 
maakt.
Woordenschat (weektaak)
8

Slide 3 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfdoelen en tekstsoorten
8.2
Een schrijver heeft een bedoeling met zijn tekst. Dat noem je het schrijfdoel.

Bij elk schrijfdoel hoort een tekstsoort. Een tekstsoort herken je vaak aan de opmaak van een tekst

Slide 5 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Opmaak/kenmerken reclametekst
8.2
Doel reclametekst: overhalen/aansporen iets te gaan kopen/doen.

  • Opvallende afbeelding;
  • Letters van de tekst zijn niet allemaal even groot;
  • De tekst is over het hele papier verdeeld;
  • Ook de taal is vaak opvallend: nieuwe (verzonnen) woorden, grapjes, overdreven, rijm, figuurlijk taalgebruik;
  • Logo en slagzin.
  • Een reclametekst moet dus opvallen en je moet het makkelijk kunnen onthouden.

Slide 6 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Schrijfdoelen en tekstsoorten
8.2

Slide 7 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Schrijfdoelen en tekstsoorten
8.3

Slide 8 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Je schrijft een advertentie om je oude skateboard te verkopen.
Je vertelt iets nieuws in een nieuwsbericht.
Je schrijft het recept op van die overheerlijke appeltaart.
Informeren
Overhalen
instructie geven

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een tekst is opgebouw uit een aantal onderdelen.

Als je naar een tekst kijkt dan zie je meteen een paar belangrijke dingen.
Tekstopbouw
8.2

Slide 11 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Een tekst bestaat meestal uit drie delen:






Tekstdelen
8.2
Inleiding
In de inleiding wordt verteld waar de tekst over gaat en is bedoeld om de lezer of luisteraar nieuwsgierig te maken.
Middenstuk
In het middenstuk staat alles over het onderwerp van de tekst. 
Slot
Het slot is de laatste alinea('s) van een tekst. Het slot rondt de tekst af.

Slide 12 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Een tekst bestaat meestal uit drie delen:






Tekstdelen
8.2
Inleiding
In de inleiding wordt verteld waar de tekst over gaat en is bedoeld om de lezer of luisteraar nieuwsgierig te maken.
Middenstuk
In het middenstuk staat alles over het onderwerp van de tekst. 
Slot
Het slot is de laatste alinea('s) van een tekst. Het slot rondt de tekst af.

Slide 13 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Tekstdelen
8.2

Slide 14 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfdoelen en tekstsoorten
8.2
Een schrijver heeft een bedoeling met zijn tekst. Dat noem je het schrijfdoel.

Bij elk schrijfdoel hoort een tekstsoort. Een tekstsoort herken je vaak aan de opmaak van een tekst

Slide 16 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Opmaak/kenmerken reclametekst
8.2
Doel reclametekst: overhalen/aansporen iets te gaan kopen/doen.

  • Opvallende afbeelding;
  • Letters van de tekst zijn niet allemaal even groot;
  • De tekst is over het hele papier verdeeld;
  • Ook de taal is vaak opvallend: nieuwe (verzonnen) woorden, grapjes, overdreven, rijm, figuurlijk taalgebruik;
  • Logo en slagzin.
  • Een reclametekst moet dus opvallen en je moet het makkelijk kunnen onthouden.

Slide 17 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Schrijfdoelen en tekstsoorten
8.2

Slide 18 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Je schrijft een advertentie om je oude skateboard te verkopen.
Je vertelt iets nieuws in een nieuwsbericht.
Je schrijft het recept op van die overheerlijke appeltaart.
Informeren
Overhalen
instructie geven

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een tekst is opgebouw uit een aantal onderdelen.

Als je naar een tekst kijkt dan zie je meteen een paar belangrijke dingen.
Tekstopbouw
8.2

Slide 20 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slogans
Bijna ieder reclame heeft een slogan. Dit is een korte boodschap die je gemakkelijk kunt onthouden. Een succesvolle slogan bevat één of meer van deze kenmerken van reclametaal:
  • is kort en bondig
  • roept een goed gevoel op
  • klinkt mooi
  • speelt met taal/betekenis van woorden, woordgrapje, dubbelzinnig
  • bevat figuurlijk taalgebruik
  • is grappig






Kenmerken van reclametaal
8.3

Slide 21 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Kenmerken van reclametaal
8.3
Meer slogans?

Slide 22 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Kernmerken reclametekst
Doel reclametekst: overhalen/aansporen iets te gaan kopen/doen.

  • Opvallende afbeelding;
  • Letters van de tekst zijn niet allemaal even groot;
  • De tekst is over het hele papier verdeeld;
  • Ook de taal is vaak opvallend: nieuwe (verzonnen) woorden, grapjes, overdreven, rijm, figuurlijk taalgebruik;
  • Logo en slagzin.
  • Een reclametekst moet dus opvallen en je moet het makkelijk kunnen onthouden.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Kernmerken reclametekst
Doel reclametekst: overhalen/aansporen iets te gaan kopen/doen.
Opvallende afbeelding;
Letters van de tekst zijn niet allemaal even groot;
De tekst is over het hele papier verdeeld;
Ook de taal is vaak opvallend: nieuwe (verzonnen) woorden, grapjes, overdreven, rijm, figuurlijk taalgebruik;
Logo en slagzin.
Een reclametekst moet dus opvallen en je moet het makkelijk kunnen onthouden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies