Nieuwsbegrip week 6

Strategie 
Samenvatten

De belangrijkste informatie uit de tekst.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Strategie 
Samenvatten

De belangrijkste informatie uit de tekst.

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het woord:
de koker

Slide 2 - Open vraag

Wat betekent het woord:
vergaderen
A
bijeenkomen
B
weggaan
C
verdergaan
D
weglopen

Slide 3 - Quizvraag

voor iemand
iets maken wat er nog niet was.
een afscheiding
niet vast of gasvormig. Het kan vloeien.
zichtbaar worden
de wand
gericht aan
tevoorschijn komen
produceren
vloeibaar

Slide 4 - Sleepvraag

Wat betekent het woord:
profiteren
A
leren
B
teren op
C
feliciteren
D
voordeel trekken

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
de schedel

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent het woord:
verwijderen
A
ruimer maken
B
weghalen
C
kwijt raken
D
weggaan

Slide 7 - Quizvraag

inhouden
volgende de oude gewoonte
behoren tot de economie
scheppen
in het jaar
economisch
bevatten
anno
traditioneel
creëren 

Slide 8 - Sleepvraag

Wat betekent het woord:
teweegbrengen
A
iets brengen
B
afwegen
C
veroorzaken
D
weken

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
verspillen
A
schillen
B
pillen
C
spelen
D
op een nutteloze manier verbruiken

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
de voorziening
A
van dichtbij zien
B
voorzien van
C
van ver zien
D
verzoenen

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
de positie
A
plaats
B
tentoonstelling
C
posten
D
poseren

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
het concept
A
recept
B
samen
C
gerecht
D
het ontwerp

Slide 13 - Quizvraag

Waar gaat de tekst over?

Slide 14 - Open vraag

Wat zie je?

Slide 15 - Tekstslide

Wat zie je? 

Slide 16 - Tekstslide

3D Printen gebouw gestart

Slide 17 - Woordweb

Niveau A:
De belangrijkste informatie 
uit de kopjes halen.


Slide 18 - Tekstslide

Niveau B


Slide 19 - Tekstslide