Goederenrecht les 2

Verdieping goederenrecht
Derdenbescherming
Hoofdstuk 7 Vermogensrechtboek

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GoederenrechtMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verdieping goederenrecht
Derdenbescherming
Hoofdstuk 7 Vermogensrechtboek

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog over de geldige overdracht?

Slide 2 - Open vraag

Geldige overdracht 
Art. 3:84 BW
  1. Geldige titel
  2. Levering
  3. Beschikkingsbevoegdheid

Slide 3 - Tekstslide

Art. 3:86 BW derdenbescherming
Overdracht door een beschikkingsonbevoegde 
  1. Geldige titel
  2. Levering
  3. Verkrijging om baat 
  4. Verkrijger te goeder trouw
    (wegwijsplicht: art. 3:87 BW)
  5. Derdenbescherming bij diefstal 

Slide 4 - Tekstslide

Adam is eigenaar van een fiets (waarde: € 1.000,-). Hij leent zijn fiets uit aan Boris. Boris wordt nu houder (geen eigenaar). Boris verkoopt de fiets aan Carola. Carola denkt dat Boris eigenaar is. Zij betaalt een redelijke prijs (€ 950,-).
Wie is/wordt er eigenaar en waarom?
A
Adam
B
Boris
C
Carola

Slide 5 - Quizvraag

Carola wordt dus eigenaar van de fiets. Wat zou Adam dan nog kunnen doen?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Derdenbescherming na diefstal
Als er sprake is van goeder trouw van de verkrijger, blijft de eigendom bij de oorspronkelijke eigenaar, indien:
  1. de eigendom binnen 3 jaar (na aangifte van diefstal) wordt opgeëist
  2. de nieuwe verkrijging geen consumentenkoop was 
  3. én de zaak niet gekocht is in een winkelruimte

Slide 8 - Tekstslide

Boris steelt de fiets van Adam (waarde: € 1.000,-). Hij verkoopt de fiets aan Carola voor € 950,-. Wie wordt er eigenaar?
A
Boris
B
Adam
C
Carola

Slide 9 - Quizvraag

Adam ziet Carola op zijn fiets fietsen. Hij vraagt binnen drie jaar zijn fiets terug. Moet Carola de fiets teruggeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Stel dat Boris een fietsenwinkel heeft. Hij steelt de fiets van Adam en zet de fiets in de etalage van zijn winkel. Carola koopt de fiets in de winkel. Adam eist zijn fiets terug.
Wie mag de fiets in deze situatie houden?
A
Adam
B
Carola
C
Boris

Slide 11 - Quizvraag

Een consument die te goeder trouw koopt in een winkel wordt altijd meteen eigenaar! Ook al is de zaak gestolen. In welk artikel, lid en sub staat dit?

Slide 12 - Open vraag

Zoek via rechtspraak.nl een uitspraak over art. 3:86 lid 3 BW. Geef kort aan waarover deze uitspraak gaat en of de eigendom door de oorspronkelijke eigenaar kan worden opgeëist.

Slide 13 - Open vraag