Grootheden, eenheden 4.1 IN PROGRESS

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DataMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

4.1 Grootheden en eenheden
Lesdoel: na de les kun je vertellen wat grootheden en eenheden zijn. 
Na de les kun je de koppeling maken tussen de grootheden en eenheden.  

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn Grootheden?
Een Grootheid is iets wat je kunt meten.
Bijv. een afstand/ lengte  

Slide 3 - Tekstslide




Wat kan je allemaal meten bij deze auto?

Slide 4 - Woordweb

Wat zijn eenheden?
Een eenheid staat voor of achter het getal en hoort bij een bepaalde grootheid.

Bijvoorbeeld:
De afstand van Luttenberg naar Raalte is 8,9 kilometer.
(hier is "kilometer" (KM) de eenheid)

Slide 5 - Tekstslide

Het (metriek) SI-stelsel
Grootheid
Eenheid
Gewicht
Gram
Lengte
Meter
Inhoud
Liter
Oppervlakte
Tijd
Uren
Snelheid
M/S
Temperatuur
Celcius
Stroom/ Volt 
A/ V 

Slide 6 - Tekstslide

Grootheid
Eenheid
Kilogram
Temperatuur
Gewicht
      \Are
Celsius
Oppervlakte

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de lengte van jouw been in verschillende eenheden?

Slide 8 - Open vraag






Wat kan voor grootheden kan ik hier bedenken? 

Slide 9 - Tekstslide

Kan
Het
Dametje
Met
De
Centimeter
Meten

Slide 10 - Tekstslide

1 m =
A
10 cm
B
1000 cm
C
100 cm
D
10000 cm

Slide 11 - Quizvraag

100 mm =
A
100 CM
B
1 CM
C
10 CM
D
1000 CM

Slide 12 - Quizvraag

4 dam=
A
0,04 km
B
0,4 km
C
400 km
D
40 km

Slide 13 - Quizvraag

200 m = ...

*Eentje zonder hulpmiddel
A
20 km
B
2 km
C
0,2 km
D
0,02 km

Slide 14 - Quizvraag

45,5 meter =
A
4550 cm
B
455000 cm
C
4.55 cm
D
45.5 cm

Slide 15 - Quizvraag

Een marathon is 42195 m. Hoeveel km is dit?
A
4,2195 km
B
42,195 km
C
421,95 km
D
4219,5 km

Slide 16 - Quizvraag

Maak nu hoofdstuk 4 paragraaf 4.1 
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide


Schat de massa van deze appel:

Slide 18 - Open vraag

Schat de massa
van deze fiets:

Slide 19 - Open vraag


Schat de massa van dit pak suiker:

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide


14 kg =
A
14 g
B
1.400 g
C
140 g
D
14.000 g

Slide 22 - Quizvraag


860000 gram=

A
8600 kg
B
860 kg
C
86 kg
D
8,6 kg

Slide 23 - Quizvraag


1492,56 g =
A
149,256 kg
B
1,49256 kg
C
142,56 kg
D
0,149256 kg

Slide 24 - Quizvraag


0,435 kg =
A
435 g
B
0,000435 g
C
1435 g
D
4,35 g

Slide 25 - Quizvraag


370 mg =
A
370 g
B
0,000370 g
C
370,000 g
D
0,370 g

Slide 26 - Quizvraag

Maak nu hoofdstuk 5 paragraaf 5.2
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Na deze les wil ik:
A
meer oefeningen maken
B
overgaan naar nieuwe leerstof, (want de leerstof begrijp ik)
C
de leerstof nog een keer bekijken
D
meer uitleg krijgen

Slide 28 - Quizvraag