1.5 Bevolkingsgroei en migratie

Herhalingsvragen
Noteer in je schrift het antwoord op de volgende vragen:

  1.  Wat is ruimtelijke segregatie?
  2.  Hoe ontstaat een laag drukgebied en waar komt dit voor?
  3. Wat is gentrificatie?
  4. Welke klimaat zie je op het klimaatdiagram?
  5. Waar komt dit klimaat voor in VS?
  6. Waarom komt dit klimaat daar voor?
timer
5:00
C= Gemiddelde temperatuur van de koudste maand is niet lager dan −3 °C en niet hoger dan 18 °C, gemiddelde temperatuur van de warmste maand is hoger dan 10 °C
s = sommertrocken (zomers droog)
Het gescheiden wonen van bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken in bepaalde wijken.
Het is warm op de evenaar. (0,5) Warme lucht stijgt op (0,5), waardoor er een tekort aan lucht is / minder lucht is (0,5), dus lage luchtdruk.
 Veranderingen in een arme woonwijk als rijkere mensen er verwaarloosde woningen kopen en opknappen, waardoor de minder welvarende inwoners verdrongen worden.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsvragen
Noteer in je schrift het antwoord op de volgende vragen:

  1.  Wat is ruimtelijke segregatie?
  2.  Hoe ontstaat een laag drukgebied en waar komt dit voor?
  3. Wat is gentrificatie?
  4. Welke klimaat zie je op het klimaatdiagram?
  5. Waar komt dit klimaat voor in VS?
  6. Waarom komt dit klimaat daar voor?
timer
5:00
C= Gemiddelde temperatuur van de koudste maand is niet lager dan −3 °C en niet hoger dan 18 °C, gemiddelde temperatuur van de warmste maand is hoger dan 10 °C
s = sommertrocken (zomers droog)
Het gescheiden wonen van bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken in bepaalde wijken.
Het is warm op de evenaar. (0,5) Warme lucht stijgt op (0,5), waardoor er een tekort aan lucht is / minder lucht is (0,5), dus lage luchtdruk.
 Veranderingen in een arme woonwijk als rijkere mensen er verwaarloosde woningen kopen en opknappen, waardoor de minder welvarende inwoners verdrongen worden.

Slide 1 - Tekstslide

1.5 Bevolkingsgroei en migratie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
  • wat de push- en pullfactoren zijn van de binnenlandse migratie
  • waarom het demografische zwaartepunt naar het zuidwesten verschuift

Slide 3 - Tekstslide

Binnenlandse migratie
Welke gebieden groeien?

Welke gebieden krimpen?


Slide 4 - Tekstslide

B151 Sociale bevolkingsgroei

Sociale bevolkingsgroei: = verandering van het bevolkingsaantal door vestiging - vertrek

Migratiesaldo = vestiging min vertrek in een gebied.
Vestigingsoverschot = positief migratiesaldo 
Vertrekoverschot = negatief migratiesaldo


Slide 5 - Tekstslide

Binnenlandse migratie
Negatief migratiesaldo:
veel staten in het noordoosten 

Positief migratiesaldo: staten in het  zuiden en westen


Slide 6 - Tekstslide

Demografisch zwaartepunt
Demografisch zwaartepunt: het punt in het land waarvan ten oosten, ten westen, ten noorden en ten zuiden evenveel mensen wonen. 

Het demografisch zwaartepunt
verschuift naar het zuidwesten.



Slide 7 - Tekstslide

snowbelt
sunbelt

Slide 8 - Tekstslide

Snowbelt en Sunbelt
Snowbelt
  • Dichtbevolkte en koude noordoosten
  • Oudste industriële regio met zware industrie 
  • Staalfabrieken en auto-industrie (Ford, General Motors, Chrysler)
    Maar waardoor zware industrie ten onder?

  • Concurrentie in Azië en Europa -> innovatie
Bedrijven die veel grondstoffen gebruiken, zoals steenkool, ijzerts of ruwe olie

Slide 9 - Tekstslide

Snowbelt en Sunbelt
Snowbelt
  • Dichtbevolkte en koude noordoosten
  • Oudste industriële regio met zware industrie 
  • Staalfabrieken en auto-industrie (Ford, General Motors, Chrysler)

  • Steeds meer kennisintensieve bedrijven
  • Hoogontwikkelde (financiële) dienstensector (New York/Washington)

Slide 10 - Tekstslide

Snowbelt en Sunbelt
Sunbelt:
  • Zonnige staten in het zuiden en westen
  • Lichte industrie en dienstensector

  • Footloose bedrijven = bedrijf die weinig grondstoffen gebruikt -> bijna overal vestigen
    + aantrekkelijke woonomgeving werknemers
    + zonnig klimaat
    + goedkopere huizen en grond
Lichte industrie: bedrijven die halffabricaten gebruiken

Slide 11 - Tekstslide

Snowbelt en Sunbelt
In sunbelt: 
  • Veel tech hubs
  • Technologische kenniscentra
  • Hightechindustrie: Silicon Valley, San Fransisco 

Ook in sunbelt: 
  • Veel maquiladoras: fabrieken waar producten goedkoop in elkaar gezet worden (assemblage) net over de grens met Mexico

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§1.5 Opdrachten: 1 t/m 4
   
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 13 - Tekstslide

Westen VS
Zuidwesten VS
Zuidoosten
Noordoosten VS
Hispanics
Aziaten
Afro-Amerikanen
Arbeidsmigrant
Kennismigrant
Slavernij

Slide 14 - Sleepvraag

BW
BS
Cf
Cs
Df
EH

Slide 15 - Sleepvraag

Wat hoort waar bij. Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
lagedrukgebied
hogedrukgebied
weinig neerslag
veel neerslag
stijgende lucht
dalende lucht

Slide 16 - Sleepvraag

Snowbelt
Sunbelt
Zware industrie
Noordoosten
Zuiden / westen
Maquiladoras 
Lichte industrie
Hightechindustrie
Footloose
kennisintensief
Concurrentie
Auto-industrie

Slide 17 - Sleepvraag

downtown
centrale stad
suburbs
zakencentrum
dure appartementen
aziaten
anglo-amerikanen
ruime huizen
veilig wonen

Slide 18 - Sleepvraag

Snowbelt vs sunbelt
Pushfactoren Snowbelt:
- koude winters
- minder werk in zware staalindustrie

Pullfactoren Sunbelt:
- zonnig klimaat
- meer ruimte, goedkoper
- veel werkgelegenheid voor footloose industrie

Slide 19 - Tekstslide

Zoom in: California

California is dé sunbeltstaat.
Positieve kenmerken:
  • Middellandse Zeeklimaat
  • Veel ruimte
  • Prachtige natuur
  • Grote bevolking, grote economie

Negatieve kenmerken:
  • Onbetaalbaar voor veel mensen
  • Vol en druk met lange files
  • Klimaatverandering: droogte met bosbranden



Slide 20 - Tekstslide

Zoom in: California

Pushfactoren wegen daar zwaarder dan pullfactoren.

Gevolg:
Dalend geboortecijfer en binnenlands vertrekoverschot -> migratie naar oa Austin, Texas

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§1.5 Opdrachten: 5 t/m 7
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 22 - Tekstslide

  • CB
  • Binnenlandse migratie
  • Migratie
  • Migratiesaldo
  • Negatief migratiesaldo
  • Positief migratiesaldo
  • Demografisch zwaartepunt
  • Snowbelt
  • Sunbelt
  • Zware industrie
  • Kennisintensief
  • Dienstensector
  • Lichte industrie
  • Footloose bedrijven
  • Hightechindustrie
  • Assemblage
  • Klimaatverandering
  • Geboortecijfer
  • Sterftecijfer
  • Geboorteoverschot
  • Sterfteoverschot
  • Absolute getallen
  • Relatieve getallen
Begrippenlijst

Slide 23 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht vorige les
1. Noteer zoveel mogelijk pushfactoren van de Snowbelt.
2. Noteer zoveel mogelijk pullfactoren van de Sunbelt.
3. Leg aan de hand van je antwoord bij 1 en 2 uit  waardoor het demografisch zwaartepunt verschuift.

Slide 24 - Tekstslide

Footloose
Kennisintensief
Noordoosten
Zuiden/Westen
Zware industrie
Lichte industrie
Hightechindustrie
Maquiladoras
Concurrentie
Auto-industrie
Sunbelt
Sunbelt
Sunbelt
Sunbelt
Sunbelt
Snowbelt
Snowbelt
Snowbelt
Snowbelt
Snowbelt

Slide 25 - Sleepvraag

Welk woord weg?
A
Footloose bedrijven
B
Dienstensector
C
Veel grondstoffen nodig
D
Lichte industrie

Slide 26 - Quizvraag

Welk woord weg?
A
Middellands-zeeklimaat
B
California
C
Sunbelt
D
Strenge winters

Slide 27 - Quizvraag

Welk woord weg?
A
Texas
B
Lange files
C
Duur
D
Bosbranden

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video