Formatieve toets Thema 3: De bloedsomloop

Formatieve toets
-Deze toets gaat over T3
-Dit is een toets om je kennis te testen en dus niet  voor een cijfer.
-Maak deze toets zonder boek of lessen.
Succes!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Formatieve toets
-Deze toets gaat over T3
-Dit is een toets om je kennis te testen en dus niet  voor een cijfer.
-Maak deze toets zonder boek of lessen.
Succes!

Slide 1 - Tekstslide

In tabaksrook zit koolstofmonoxide. Koolstofmonoxide neemt de plaats in waar normaal O2 wordt vastgehouden. Aan welk bestanddeel bindt koolstofmonoxide?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplasma
D
Bloedplaatjes

Slide 2 - Quizvraag

Grote bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
1.  Rechterkamer
2.
3.
4.
5.
6. Linkerkamer
7.
8.
9.
10.
Linkerboezem
Longaders

Organen

Longen
Aorta
Longslagaders
Rechterboezem
Holle aders

Slide 3 - Sleepvraag

Uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?

Slide 4 - Open vraag

Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedstolling
Afweer
Zuurstof vervoeren
Hemoglobine
Antistoffen maken
Fibrinogeen

Slide 5 - Sleepvraag

Bevat o.a. het plasma-eiwit: fibrinogeen
Bevat het eiwit hemoglobine. Dit kan O2 vasthouden en afgeven
Spelen een rol bij bloedstolling
Maken ziekteverwekkers onschadelijk

Slide 6 - Sleepvraag

Door de ....................... stroomt het bloed weg van het hart


In de ....................... worden voedingsstoffen afgegeven


Vervolgens stroomt het bloed via ....................... terug naar het hart
Haarvaten
Aders
Slagaders

Slide 7 - Sleepvraag

2 kenmerken per foto
Wand 1 cellaag dik
Dikke, gespierde wand
Bevat kleppen
Bloed stroomt hier van het hart weg
Bloed stroomt hier naar het hart toe
Via deze vaten, stroomt bloed door organen

Slide 8 - Sleepvraag

Bo snijdt in haar vinger. De wond begint te bloeden. Wat gebeurt er
achtereenvolgens in haar vinger? Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.

1.
2.
3.
4.
5.
6.
Bloedplaatjes knappen open.
Draden en rode bloedcellen vormen een korstje.
Fijne draden ontstaan.
De draden vormen een netwerk.
Stof uit bloedplaatjes reageert met fibrinogeen.
Rode bloedcellen blijven in het netwerk hangen.

Slide 9 - Sleepvraag

Wie heeft gelijk?
Jesse: Bloed in slagaders is altijd zuurstofrijk
Victor: Bloed in aders is altijd zuurstofarm
A
Alleen Jesse heeft gelijk
B
Alleen Victor heeft gelijk
C
Jesse en Victor hebben beide gelijk
D
Jesse en Victor hebben geen van beiden gelijk

Slide 10 - Quizvraag

Bloed dat de kuitspier verlaat is zuurstofarm.
In welk van de onderstaande bloedvaten is dit bloed voor het eerst zuurstofrijk?
A
Beenslagader
B
Longader
C
Longslagader
D
aorta

Slide 11 - Quizvraag

Een rode bloedcel bevindt zich in de rechter kamer.
 Deze wil O2 vervoeren naar de kuitspier. In welke volgorde komt de rode bloedcel langs de onderstaande plaatsen?
longader
longslagader
aorta
linkerkamer
linkerboezem
beenslagader

Slide 12 - Sleepvraag

Het bloed heeft 3 functies;
1 afweer tegen ziekte, 2 bloedstolling, 3 zuurstoftransport.

Je hebt een trombosebeen gekregen door het lange zitten in een vliegtuig naar Australië. Welke functie(s) is of zijn verstoord?
A
afweer tegen ziekte
B
bloedstolling
C
afweer tegenziekte en zuurstoftransport
D
bloedstolling en zuurstoftransport

Slide 13 - Quizvraag

Door nicotine vernauwen de bloedvaten. Het effect is
A
dat de bloeddruk afneemt omdat er minder bloed door de vaten stroomt
B
dat de bloeddruk afneemt omdat het hart sneller klopt
C
dat de bloeddruk toeneemt omdat er minder ruimte is voor het bloed
D
dat de bloeddruk toeneemt omdat het hart minder goed kan pompen

Slide 14 - Quizvraag

wat zijn antistoffen
A
stoffen die door het plasma vervoerd worden
B
stoffen die door witte bloedcellen gemaakt worden
C
stoffen in het bloed nadat je een ziekte hebt meegemaakt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de onderdelen naar het hart. Gebruik alle woorden
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Zuurstof rijk
Zuurstof rijk
Zuurstof arm
Zuurstof arm
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit

Slide 16 - Sleepvraag