Schoonmaken

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 4

Schoonmaken

Planning

• Kennistest over thema van afgelopen 4 weken; DE WAS
• Theorie over Schoonmaken  
• Zelf zeep maken
• instructiefilmpje maken van een tekstbron ter voorbereiding op de eindtoets

In textiel vind je 2 etiketten

1. behandelingsetiket en samenstellingsetiket
2. behandelingsetiket en maat-etiket
3. samenstellingsetiket en maat-etiket
4. maat-etiket en merketiket

Op een samenstellingsetiket kun je zien waar het materiaal van gemaakt is

1. waar
2. niet waar

Als ik dit etiket zie, weet ik

1. dat ik het op de hand moet wassen
2. dat ik het heet kan wassen
3. dat het synthetisch is
4. dat het een natuurproduct is

Deze samenstelling kom je veel tegen bij

1. bedrijfskleding
2. theedoeken
3. handdoeken
4. vitrage

Deze stof is heel geschikt voor een zomerblouse

1. Ja, want hij kan veel vocht opnemen
2. Nee, want hij zal niet veel vocht opnemen
3. Nee, want hij is heel warm
4. Dat hangt van je smaak af

Dit materiaal is geschikt voor een warme trui

1. ja
2. nee
3. kan zowel voor warme als voor koude omstandigheden
4. dit is niet geschikt voor kleding

Deze samenstelling is heel geschikt voor een schort in de zorg

1. Ja, door de goede eigenschappen van katoen en van polyester
2. Nee, polyester kan je niet heet strijken
3. Ja, omdat polyester heet gewassen kan worden
4. Ja, want je hoeft het niet te bleken

Als je dit symbool ziet weet je dat ..

1. je niet mag strijken
2. niet hoeft te strijken
3. je zelf mag kiezen

Zie je dit symbool, dan is het advies....

1. handwas
2. lauwwarm wassen
3. kiezen tussen handwas en machinewas
4. niet wassen

Staat dit symbool op je wasbehandelingsetiket ....

1. dan mag het niet in de droogtrommel
2. dan mag het niet gewassen te worden
3. dan is het advies professioneel reinigen
4. dan mag het in de droogtrommel gedroogd

Deze symbolen geven aan ....

1. welke chemische reiniging
2. hoe lang het in de droogtrommel mag
3. hoe heet het in de droogtrommel mag
4. welke oplosmiddelen je mag gebruiken

Deze symbolen geven informatie over....

1. bleken, niet bleken of met chloor bleken
2. bleken, of niet bleken
3. is een verkeersbord
4. heeft met professionele reiniging te maken

Staat dit op het etiket, dan ....

1. mag je het op 40 graden of warmer wassen
2. dan weet je dat je een antikreukprogramma moet kiezen
3. dan mag je het zeker niet boven 40 graden wassen
4. dan moet je het liggend drogen

100 % katoen is heel geschikt voor ....

1. theedoeken en lakens
2. theedoeken en ondergoed
3. lakens en bedrijfskleding
4. gordijnen en kussens

Op het etiket, dan kun je het beter niet ....

1. zelf wassen
2. in de droogtrommel doen
3. chemisch reinigen
4. bleken

De meeste wasmiddelen zijn synthetische wasmiddelen en dus gemaakt

1. uit aardolie
2. zeep

Wasmiddelen bevatten allemaal .........die ervoor zorgen dat vuil wordt verwijderd

1. optische witmaker
2. zeep
3. wasactieve stof
4. fosfaten

Optische witmakers in wasmiddelen zijn schadelijk voor het milieu..

1. ja, want die zijn giftig voor vissen
2. ja, want die tasten rioleringsbuizen aan
3. nee, want die lossen gewoon op
4. nee, want in het milieu zijn geen echt witte stoffen

Noem 4 tips om milieubewust te wassen

waterhardheid is belangrijk ....

1. bij het kiezen van de temperatuur
2. doseren van wasmiddel
3. gebruik van wasverzachter
4. alle drie de antwoorden zijn goed

Een bontwasmiddel is beter voor het milieu, omdat ....

1. er geen bleekmiddel in zit
2. geen optisch witmiddel bevat
3. geen bleekactivator in zit
4. alle drie de antwoorden zijn goed

In inweek - en voorwasmiddelen zitten veel enzymen, die ....

1. zijn geschikt voor extra vuile en eiwithoudende vlekken .
2. werken het beste bij 40 graden
3. werken het beste bij 60 graden
4. antwoord A en B zijn goed

Noem 6 soorten wasmiddelen

1. inweek - en voorwasmiddel

2. totaalwasmiddel: hierin zit alles

3. witwasmiddel

4. botwasmiddel: zonder optische en bleek en bleekactivator 

5. fijnwasmiddel: geen waskrachtversterker voorhardnekkig vuil

6. wolwasmiddel : geen enzymen 

Schoonmaken

Schoonmaakplan

Een schoonmaakplan is een overzicht: 

• Wat je moet schoonmaken, 
• Wanneer en hoe vaak je moet schoonmaken (periodiek, wekelijks, dagelijks)
• Hoe je moet schoonmaken
• Wie er moet schoonmaken
• Met welke middelen en hoe die middelen gebruikt moeten worden 
  
• Iedereen die schoonmaakt moet daarvan op de hoogte zijn.

OPDRACHT

Je gaat in tweetalen een instructiefilmpje maken bij een tekstbron.

De filmpjes kijken we aan het einde van de les zodat iedereen de leerstof dan al 1x gehoord en gezien heeft. 

Afspraken uitvoering

• Je werkt alleen in je eigen tweetal 
• Je mag materialen uit het magazijn halen na toestemming van docent en 1 groepje per keer (denk aan mondkapje)
• We hebben een aantal plekken waar we de opdrachten kunnen uitvoeren, we verdelen zo wie waar gaat zitten ,je gaat niet bij elkaar op bezoek! Als je klaar bent kom je naar 0.08 en gaat daar op je eigen plek zitten.

Verdeling onderwerpen

1.  Tekstbron 3.2 Schoonmaken, waarom zou je?  
2. Tekstbron 3.2 Reinheidsniveaus
3. Tekstbron 3.4 Schoonmaakmiddelen
4. Tekstbron 3.5 Schoonmaaketiketten 
5. Tekstbron 3.6 Schoonmaken volgens plan
6. Tekstbron 3.7 Schoonmaakmethode
7. Tekstbron 3.8 Schoonmaakmaterialen

Wat staat er in een schoonmaakplan?

1. Wat, hoe en wanneer er gepoetst moet worden.
2. Wat, hoe, wanneer en door wie er gepoetst moet worden.
3. Wat er gepoetst moet worden.
4. Wat en door wie er gepoetst moet worden.

Welke werkzaamheden worden periodiek gedaan in het schoonmaakplan?

1. Badkamer poetsen.
2. Luchtrooster schoonmaken.
3. WC poetsen.
4. Eettafel afvegen.

Welke werkzaamheden worden wekelijks gedaan in het schoonmaakplan?

1. Badkamer poetsen.
2. Luchtrooster schoonmaken.
3. WC poetsen.
4. Eettafel afvegen.