A3c lezen H6 week 11

Lezen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen vandaag:
Ik kan / weet:
  • de betekenis van veel voorkomende functiewoorden.
  • de functie van (sommige) alinea's in een tekst benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?
A
functiewoord geeft een verband aan, signaalwoord niet
B
functiewoord staat niet altijd in de tekst, signaalwoord wel
C
er is geen verschil
D
er zijn veel minder functiewoorden dan signaalwoorden

Slide 3 - Quizvraag

"stelling", "argumenten", "tegenargumenten", "aanbeveling" en "samenvatting" zijn voorbeelden van....
A
signaalwoorden
B
verbindingswoorden
C
kernwoorden
D
functiewoorden

Slide 4 - Quizvraag

Functiewoorden vorige week
Aanbeveling, probleemstelling, tegenwerping, uitwerking, verklaring en weerlegging.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Nieuwe functiewoorden
  • aanleiding, afweging, anekdote, constatering, nuancering en vraagstelling. 

Slide 7 - Tekstslide

Vul de juiste functie van elke alinea in.

Kies uit: aanbeveling, nuancering, verklaring 1, verklaring 2 en verschijnsel.

alinea
Functie
1.
2.
3.
4.
5.

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden
alinea
Functie
1.
verschijnsel
2.
verklaring 1
3.
verklaring 2
4.
nuancering
5.
aanbeveling

Slide 9 - Tekstslide

Welke functie
heeft
deze tekst?
A
aanleiding
B
anekdote
C
constatering
D
nuancering

Slide 10 - Quizvraag

Welke functie
heeft deze tekst?
A
nuancering
B
aanleiding
C
vraagstelling
D
anekdote

Slide 11 - Quizvraag

Welke functie heeft
deze tekst?
A
anekdote
B
aanleiding
C
constatering
D
vraagstelling

Slide 12 - Quizvraag

Welke functie heeft
deze tekst?
A
aanleidign
B
afweging
C
nuancering
D
vraagstelling

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht maken
We maken nu opdracht 2 op blz. 172-173.
Als je deze af hebt, lever je dit in via Teams - opdrachten. 

Dit geldt voor iedereen, dus voor degenen die op school zijn en degenen die vanuit huis de les volgen.

Degenen die thuis de les volgen, mogen nu de online les verlaten en aan de slag gaan met de opdracht. Om 14.20 uur komen jullie weer terug in de online les.

Slide 14 - Tekstslide

Functiewoorden. Wat is een nuancering?
A
Geeft een verfijning in de uitleg of zwakt een standpunt iets af
B
Legt uit waarom iemand iets doet of vindt
C
doet een uitspraak die logisch voortvloeit uit eerder gevolgde redeneringen
D
stemt met iets in, als aan een bepaalde voorwaarde is voldaan

Slide 15 - Quizvraag

Functiewoorden.
Wat is een aanbeveling?
A
Een omschrijving van een probleem.
B
Een goede raad.
C
Een reactie op een bepaalde mening.
D
Een uitleg van een verschijnsel.

Slide 16 - Quizvraag

Functiewoorden.
Wat is een tegenwerping?
A
Een omschrijving van een probleem.
B
Een goede raad.
C
Een reactie op een bepaalde mening.
D
Een uitleg van een verschijnsel.

Slide 17 - Quizvraag


Wat doen functiewoorden?
A
Die geven aan wat een schrijver wil doen met een alinea.
B
Die geven aan wat de betekenis is van de alinea.
C
Die geven aan wat de schrijver bedoelt.
D
Die geven aan waar je belangrijke informatie kan vinden.

Slide 18 - Quizvraag

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
A
:)
B
:|
C
:(

Slide 19 - Quizvraag

Huiswerk
Lezen H6, blz. 170 t/m 177
maken opdracht 2

Inleveren vrijdag 19-03

Slide 20 - Tekstslide