Warmtebronnen

H4. Warmte
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolmavoLeerroute MLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4. Warmte

Slide 1 - Tekstslide

4.1 Warmtebronnen en verbrandingsgassen
  • lees blz. 170 ,171 ,172
  • maken quizvragen (warmtebronnen)
  • klas: uitvoeren practicum 2 (verbrandingsgassen)
  • online: maak opg.14 (blz 176)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Noem vier warmtebronnen.

Slide 4 - Open vraag

De meeste huizen in Nederland worden verwarmd met een centrale verwarmingsketel.
Welke brandstof wordt er in een verwarmingsketel gebruikt?
A
Aardgas
B
Benzine
C
Aardolie
D
Elektriciteit

Slide 5 - Quizvraag

Door de radiatoren van de centrale verwarming stroomt een warme vloeistof.
Welke vloeistof stroomt er door een radiator?
A
Aardgas
B
Water
C
Benzine

Slide 6 - Quizvraag

In veel keukens vind je een blusdeken. Als je die over een brandende pan legt, dooft het vuur.
Waarom dooft het vuur?
A
omdat de brandstof koud gemaakt wordt.
B
omdat het vuur geen zuurstof meer krijgt.
C
omdat de brandende stof opgenomen wordt door de deken.

Slide 7 - Quizvraag

Nieuwe ramen worden gemaakt van dubbelglas.
Waarom worden ramen gemaakt van dubbelglas?
A
Dubbelglas laat weinig warmte door. het isoleert goed.
B
Inbrekers kunnen er moeilijker doorheen snijden.
C
Het is mooier.
D
Het gaat niet gemakkelijk stuk.

Slide 8 - Quizvraag

De radiatoren van de centrale verwarming maken de lucht in je huiskamer warm.
Wat gaat warme lucht doen?
A
De warme lucht stijgt op.
B
De warme lucht daalt naar de vloer.
C
De warme lucht blijft in de radiator hangen.

Slide 9 - Quizvraag

Ontstaan van de verbrandingsgassen bij de verbranding van aardgas
Volledige verbranding

Voor de verbranding van aardgas is zuurstof nodig. Zuurstof zit in de lucht. Om het aardgas goed te verbranden, wordt in de branders van de cv-ketel het aardgas vermengd met lucht. Bij een volledige verbranding ontstaan alleen waterdamp en koolstofdioxide. Deze verbrandingsgassen zijn niet giftig.

Slide 10 - Tekstslide

VERBRANDINGSSCHEMA VAN AARDGAS
Verbrandingsschema:   aardgas + zuurstof -----> koolstofdioxide + waterdamp + warmte

Slide 11 - Tekstslide

Brandstoffen, zoals benzine en aardgas, kun je gemakkelijk in brand steken. Er is nog een tweede stof nodig om iets te kunnen verbranden.
Welke stof is er bij iedere verbranding nodig?
A
Stikstof
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Helium

Slide 12 - Quizvraag

Welke twee verbrandingsgassen ontstaan bij de volledige verbranding van aardgas?
A
aardgas + zuurstof
B
koolstofdioxide + waterdamp
C
koolstofdioxide + koolstofmono-oxide
D
stikstof + zuurstof

Slide 13 - Quizvraag

klas: experiment 2 (blz.219+220)
- haal een waxinelichtje en een bekerglas bij de docent
- voer experiment 2 uit
- maak de vragen bij experiment 2
- Hoe zie je dat

Slide 14 - Tekstslide

online: lees tekst fig.9 (blz.177)
maak opg.14

Welk gas heeft het echtpaar vergiftigd?
Wat moet je altijd hebben in je huis als je jouw huis stookt op aardgas?

Slide 15 - Tekstslide

Welke veiligheidspictogram hoort bij de stof koolstofmono-oxide?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd ?

Slide 17 - Open vraag