Pubquiz Landendag LJ2

Pubquiz Landendag LJ2
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pubquiz Landendag LJ2

Slide 1 - Tekstslide

Welke drie landen stonden centraal deze dag?
A
Nederland, Frankrijk, België
B
Duitsland, Nederland, Luxemburg
C
Nederland, Duitsland, België
D
België, Luxenburg, Nederland

Slide 2 - Quizvraag

We beginnen met vragen over...

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Den Haag
D
Utrecht

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de nationale kleur van Nederland?
A
bruin
B
rood
C
blauw
D
oranje

Slide 5 - Quizvraag

In welke stad woont de Nederlandse koninklijke familie?
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Alkmaar
D
Utrecht

Slide 6 - Quizvraag

Welke twee provincies hebben dezelfde naam als hun hoofdstad?
A
Limburg en Utrecht
B
Groningen en Utrecht
C
Groningen en Drenthe
D
Zeeland en Limburg

Slide 7 - Quizvraag

Welke Nederlandse stad heeft de grootste haven van Europa?
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Rotterdam
D
Middelburg

Slide 8 - Quizvraag

Van welke stad is 'de dom' een belangrijke bezienswaardigheid?
A
Den Bosch
B
Rotterdam
C
Leeuwarden
D
Utrecht

Slide 9 - Quizvraag

Welke bekende schilder is geboren in Leiden?
A
Rembrandt van Rijn
B
Vincent van Gogh
C
Johannes Vermeer
D
Piet Mondriaan

Slide 10 - Quizvraag

Welke stad staat bekend om kaas en stroopwafels?
A
Lelystad
B
Maastricht
C
Gouda
D
Zwolle

Slide 11 - Quizvraag

Welke stad staat bekend om kaas en stroopwafels?
A
Lelystad
B
Maastricht
C
Gouda
D
Zwolle

Slide 12 - Quizvraag

Welke soort eten is er bekend in Zeeland?
A
Mosselen
B
Zalm
C
Oesters
D
Zeewier

Slide 13 - Quizvraag

Wie is in Utrecht de bekendste voetballer?
A
Wesley Sneijder
B
Memphis
C
Cody Gakpo
D
Xavi Simons

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het culturele hoogtepunt van Gouda?
A
Kaasmartk
B
Stroopwafelfabriek
C
Gouda Kaas
D
Olijvenmarkt

Slide 15 - Quizvraag

We gaan verder met vragen over...
België

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van België?
A
Bergen
B
Berlijn
C
Brussel
D
Brugge

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn de officiële talen van België?
A
Nederlands en Spaans
B
Frans, Nederlands en Duits
C
Frans en Duits
D
Nederlands, Spaans en Frans

Slide 18 - Quizvraag

Om welke lekkernij staat België bekend?
A
wafel
B
pannenkoek
C
poffertjes
D
stroopwafel

Slide 19 - Quizvraag

In welke industrie speelt de stad Antwerpen een grote rol?
A
chocolade industrie
B
metaal industrie
C
steen industrie
D
diamant industrie

Slide 20 - Quizvraag

Hoe wordt Brugge ook wel genoemd, vanwege de vele grachten?
A
het Venetië van het Noorden
B
het Amsterdam van België
C
bruggerige Brugge
D
de zwemmende stad

Slide 21 - Quizvraag

Hoe werd de stad Luik vroeger genoemd, vanwege de felle revoluties?
A
Vechtende Hoop
B
Rebelse Plaats
C
Vurige Stede
D
Volkse Stede

Slide 22 - Quizvraag

De stad Luik ligt in het Franse deel van België. Hoe heet de universiteit van deze stad in het Frans?
A
Université de Liège
B
Uni Luikie
C
Universität von Luich
D
Université de Luik

Slide 23 - Quizvraag

In welke Belgische stad staat het bekende beeld: Manneken Pis?
A
Antwerpen
B
Brussel
C
Gent
D
Oostende

Slide 24 - Quizvraag

We eindigen met vragen over...
Duitsland

Slide 25 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Duitsland?
A
Brussel
B
Bremen
C
Berlijn
D
Oberhausen

Slide 26 - Quizvraag

'Essen' is een Duitse stad. Wat betekent het Duitse woord 'essen'?
A
eten
B
sterren
C
steden
D
lessen

Slide 27 - Quizvraag

Welke stad staat bekend om het Oktoberfest?
A
Berlijn
B
München
C
Düsseldorf
D
Hamburg

Slide 28 - Quizvraag

In welke stad werden de eerste Mercedes en Porsche ontwikkeld?
A
Keulen
B
Bremen
C
Dresden
D
Stuttgart

Slide 29 - Quizvraag

In Düsseldorf heb je de bekende straat "Königsallee". Wat is hier te vinden?
A
Het kasteel waar de koning woont.
B
Veel bruggen met standbeelden.
C
Veel verschillende winkels om te shoppen.
D
Het gebouw waar de overheid de wetten maakt.

Slide 30 - Quizvraag

Welke rivier stroomt door de stad Hamburg?
A
Elbe
B
Rijn
C
Maas
D
Waal

Slide 31 - Quizvraag

In welk jaar viel de Berlijnse muur?
A
1945
B
1972
C
1890
D
1989

Slide 32 - Quizvraag

Welke van de volgende opties is GEEN oorspronkelijk Duits eten?
A
pretzel
B
currywurst
C
schnitzel
D
crepe

Slide 33 - Quizvraag

Het einde
het einde
das Ende
la fin
het einde
Das Ende
la fin
het einde
das Ende
het einde
het einde
das Ende
la fin
la fin
Das Ende
la fin

Slide 34 - Tekstslide