8.2 Je ademt (B2)

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Op hoeveel minuten staat het Wereldrecord adem inhouden? 

Slide 2 - Tekstslide

11 min 54

Slide 3 - Tekstslide

8.2 Je ademt
  • Herhaling vorige les
  • Uitleg 

Slide 4 - Tekstslide

+
---->
+
en
brandstof
verbrandingsproducten
Verbranding bij de mens
glucose
zuurstof
energie
koolstofdioxide
water

Slide 5 - Sleepvraag

Celkern
Celmembraan
Mitochondrium
Cytoplasma
Transportkanalen
Ribosoom

Slide 6 - Sleepvraag

Sleep functie naar het juiste organel
Celkern
Cytoplasma
Celmembraan
Ribosoom
Mitochondriën
Transportkanalen
Bestaat uit water en opgeloste stoffen
Opname en afgifte van stoffen
Regelt wat er in de cel gebeurt
Maakt eiwit
Maakt energie vrij
Beschermt de inhoud van de cel
Bevat DNA
Vervoer van eiwitten

Slide 7 - Sleepvraag

Ademhaling
Doel:
  • Zuurstof opnemen in het bloed
  • Koolstofdioxide afgeven aan de lucht
Hoe:
  • Rib/borst ademhaling
  • Middenrif/buik ademhaling

Inademing:
  • Luchtdruk in de longen kleiner
Uitademing:
  • Luchtdruk in de longen groter

Slide 8 - Tekstslide

Ademhaling
  • Buikademhaling (middenrifademhaling): het bewegen van je middenrif om te ademen
  • Borstademhaling: het bewegen van je ribben om te ademen
- Vaak tegelijk
- In rust: buikademhaling (bv. slapen)
- Bij zware inspanning: buik + borst (meer oppervlakte)

Slide 9 - Tekstslide

longblaasjes
longen
Bronchiën

longtakje
Luchtpijp n

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Video

Inademen
  1. Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen.
  2. Ribben kantelen omhoog en het middenrif wordt plat. 
  3. Borstholte en je longen worden groter. 
  4. Lucht in je longen krijgt meer ruimte, daardoor neemt de luchtdruk in je longen af. 
  5. Lucht stroomt vanzelf naar binnen: je ademt in. 

Slide 12 - Tekstslide

Uitademen

  1. Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen.
  2. Ribben zakken naar beneden. Het middenrif wordt bol.
  3. Borstholte en longen worden kleiner.
  4. Lucht in je longen krijgt minder ruimte, luchtdruk neemt toe.
  5. Lucht stroomt naar buiten: je ademt uit. 

Slide 13 - Tekstslide

Route zuurstof
  • Neusholte
  • Keelholte
  • Luchtpijp
  • Bronchiën
  • Luchtpijptakje
  • Longblaasje
  • Bloed
Gaswisseling: het wisselen van gas (zuurstof-koolstofdioxide)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes 
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën 
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes 
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën 
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes 
2 bronchiën
3 luchtpijp 

Slide 17 - Sleepvraag

middenrif
longblaasje
bronchiën
longhaarvat
luchtpijp
neusholte
long
luchtpijptakje

Slide 18 - Sleepvraag

Wat gebeurt er in het longblaasje?
A
Zuurstof in het bloed Koolstofdioxide uit het bloed
B
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide in het bloed
C
Zuurstof uit het bloed Koolstofdioxide in het bloed
D
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide uit het bloed

Slide 19 - Quizvraag

Sleep de woorden aan de rechterkant naar de juiste plek bij het longblaasje
Longblaasje
Zuurstof
Rode bloedcel
Zuurstofarm bloed
Zuurstofrijk bloed
Lucht
CO2/Koolstofdioxide

Slide 20 - Sleepvraag

Aan de bak
Lr: 8.1 + 8.2

Mk 8.2 opdr: 6, 9, 11, 13, 14, 18, 19

Slide 21 - Tekstslide