Irregular verbs - voltooiddeelwoorden

Het onderwerp van de zin doet iets > 
Peter eats an apple.

Het onderwerp van de zin ondergaat iets >
The apple is eaten (by Peter).
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het onderwerp van de zin doet iets > 
Peter eats an apple.

Het onderwerp van de zin ondergaat iets >
The apple is eaten (by Peter).

Slide 1 - Tekstslide

This bicycle is built from scratch.
My car was repaired last week.





Slide 2 - Tekstslide

Present simple passive: am/is/are + voltooid deelwoord​
This bicycle is built from scratch.
Past simple passive: was/were + voltooid deelwoord​
My car was repaired last week.

Slide 3 - Tekstslide

He opens the door. - The door is opened by him. 
We set the table. -
She pays a lot of money. -
I drew a picture. -
They wear blue shoes. -
They don't help you. -
He opened the book. -
You wrote the letter. -
My mom prepared my lunch. -
He closes the windows. -
My sistes ate all the cookies. - 
They sing that song. - 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Past participle of:
to have

Slide 6 - Open vraag

Past participle of:
to eat

Slide 7 - Open vraag

Past Participle of:
to drink

Slide 8 - Open vraag

Past participle of:
to make

Slide 9 - Open vraag

Past participle of:
to hit

Slide 10 - Open vraag

Past participle of:
to show

Slide 11 - Open vraag

Past participle of:
to sleep

Slide 12 - Open vraag

Past participle of:
to hurt

Slide 13 - Open vraag

Past participle of:
to know

Slide 14 - Open vraag

Past participle of:
to buy

Slide 15 - Open vraag

Past participle of:
to chose

Slide 16 - Open vraag

Past participle of:
to think

Slide 17 - Open vraag

Past participle of:
to write

Slide 18 - Open vraag

Past participle of:
to see

Slide 19 - Open vraag

Past participle of:
to speak

Slide 20 - Open vraag