OSP - lesweek 5

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)

Fase: 3

Docenten: Fatine Bouchlaghem, Frank van Aken

Opening 

Opdracht:

Je krijgt 3 minuten de tijd om na te denken over iets wat jij (goed) kan en wat je iemand anders zou kunnen leren tijdens de les. Voorbeeld: danspasjes, beatboxen, veters strikken of fluiten op je vingers.

Bedenk iets want je zult het nodig hebben tijdens deze les!

Lesdoel

• Aan het einde van de les kun jij een activiteitenplan bedenken dat je kunt gebruiken voor de eindopdracht van deze module

Programma

Wat	Hoe lang
Opening van de les	10 minuten
Terugblik op vorige weken	15 minuten
Theorie over activiteiten begeleiden	10 minuten
Opdracht activiteiten begeleiden	20 minuten
Nabespreking	10 minuten
Werken aan de eindopdracht	15 minuten
Afsluiting les	10 minuten

Terugblik op vorige weken

Jullie hebben nu 4 weken les gehad rondom het maken van een ondersteuningsplan. Wat weten jullie hier nog van?

Opdracht:

Groepjes van maximaal 4. Schrijf uit je hoofd op wat je allemaal nog weet van de afgelopen vier weken. 

Bewaar je blaadje, dit heb je aan het einde van de les nog nodig!

Het ondersteuningsplan tot nu toe

Tot nu toe hebben we de volgende onderdelen van het ondersteuningsplan / eindopdracht besproken:

1. Een beginsituatie maken via een ordeningsmodel
2. Ondersteuningsvragen bedenken die kloppen bij de beginsituatie
3. SMART-doelen opstellen

Begeleidingsactiviteiten

De doelen die je voor een cliënt opstelt, kun je bereiken door het bedenken van goede begeleidingsactiviteiten

Begeleidingsactiviteiten kun je uitvoeren:

1. op individueel niveau               
2. op groepsniveau (klein)          
3. op groepsniveau (groot)         

Begeleidingsactiviteiten

De doelen die je voor een cliënt opstelt, kun je bereiken door het bedenken van goede begeleidingsactiviteiten

Begeleidingsactiviteiten kun je uitvoeren:

1. op individueel niveau                -> Samen met de cliënt een wandeling maken
2. op groepsniveau (klein)            -> Samen met 3 cliënten boodschappen doen
3. op groepsniveau (groot)           -> Een kerstviering met de gehele dagbesteding

Begeleidingsactiviteiten

Om een goed activiteitenplan op te stellen kan het helpen om gebruik te maken van de 5 W-vragen:

• Wie
• Wat
• Waar
• Wanneer (let op: ook hoe vaak!)
• Waarmee (let op: welke hulpmiddelen zijn er nodig?)

Opdracht activiteiten begeleiden 1/3

Wie	Groepjes van maximaal 4 studenten
Wat	Je krijgt een lijst met daarop een aantal SMART-doelen. Bedenk met je groepje een concrete activiteit die de client helpt om het doel te bereiken. Houd hierbij rekening met de 5 W's
Hoe	Ongeveer 15 minuten
Klaar?	Aan het begin van de les heb je iets bedacht dat je aan iemand anders kunt leren. Bereid voor hoe je dit aan iemand anders gaat leren

Opdracht activiteiten begeleiden 2/3

Wie	Individueel
Wat	Aan het begin van de les heb je opgeschreven wat je goed kunt en wat je aan iemand anders kan leren. Werk daar een kort activiteitenplan voor uit op basis van de 5 W's
Hoe	Ongeveer 5 minuten
Klaar?	Bedenk hoe je de activiteit gaat uitvoeren

Opdracht activiteiten begeleiden 3/3

Wie	Vorm tweetallen
Wat	Aan het begin van de les heb je opgeschreven wat je goed kunt. Je gaat dat de ander leren
Hoe lang	Ongeveer 5 minuten
Klaar?	Wissel, de ander gaat jou iets leren

Nabespreking

• Wie heeft er iets nieuws kunnen leren tijdens de oefening? Waar lag dat aan volgens jou?
• Wie heeft er niets nieuws kunnen leren tijdens de oefening? Waar lag dat  aan volgens jou?
• Hoe was het om van te voren na te denken over een activiteitenplan?
• Wat neem je mee in de begeleiding aan clienten?

Aan de slag

Maak een keus uit de volgende opties:

1. Lees uit het boek 'Methodisch begeleiden' thema 5 (Verschillende plannen). Hier wordt de lesstof uitgebreider behandeld
2. Ik wil feedback ontvangen op mijn OSP tot nu toe
3. Ik wil werken aan de eindopdracht
4. Ik wil werken aan een andere schoolopdracht (laat dan wel weten welke opdracht dat is)

Evaluatie van de les

1. Pak het blad waarop je je terugblik van de afgelopen weken hebt opgeschreven
2. Zet op de achterkant in het midden van het blad een streep van boven naar beneden
3. Noteer aan de linkerkant van de streep in wat jij deze les geleerd hebt
4. Noteer aan de rechterkant van de streep de tip en tops die jij voor de docent hebt

Dank voor de aandacht!