Diabetes Consulent
1 / 31
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is er aan de hand in het lichaam van een dier met diabetes?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Welke symptomen vertoont een dier met diabetes?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Tekstslide
Wat, en waar moet een dier met suikerziekte gespoten worden?
A
Glucose, IM
B
Glucose, SC
C
Insuline, IM
D
Insuline, SC
Slide 16 - Quizvraag
Wat gebeurt er, normaal gesproken, met de bloedglucose waarde na toedienen van insuline?
A
Bloedglucose blijft stabiel
B
Bloedglucose daalt
C
Bloedglucose stijgt
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat is het allerbelangrijkste wat betreft de voeding van een dier met diabetes?
A
Dat het dier altijd hetzelfde krijgt
B
Dat het voer veel koolhydraten bevat
C
Dat het voer onbeperkt beschikbaar is
D
Dat het voer weinig eiwit bevat
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Kat Sientje komt bij jou op het Diabetes spreekuur. Je meet een bloedglucose van 15. Wat moet er gedaan worden?
A
Sientje moet direct aan een infuus
B
De dosering van de insuline van Sientje moet worden verhoogd
C
De dosering van de insuline van Sientje moet worden verlaagd
D
Sientje moet iets eten met suiker erin
Slide 29 - Quizvraag
2 dagen later wordt Sientje slap en lusteloos binnen gebracht. Wat kan er aan de hand zijn?
A
Bloedglucose is te hoog
B
Sientje heeft een hypo
C
Sientje heeft het Somogyi effect
Slide 30 - Quizvraag
Wat kan je doen om Sientje nu te helpen?
A
Infuus met NaCl geven
B
Glucose infuus geven
C
Insuline toedienen
D
Druivensuiker geven
