4T Kijken en luisteren

Week Kijk- en luistertoets mavo 4
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Week Kijk- en luistertoets mavo 4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet wat er van je verwacht wordt bij een CITO kijk- en luistervaardigheid (4SE2).

Slide 2 - Tekstslide

Drie onderdelen kijk- en luistertoets
- Tekstbegrip (zakelijk deel)
- Fictie
- Kritisch kijken en luisteren

De toets wordt in drie lessen gemaakt.

Slide 3 - Tekstslide

Drie onderdelen PTA 
- Tekstbegrip (zakelijk deel)
Twee delen - aantekeningen maken mag - antwoord geven in antwoordpauze
- Fictie
Emotie herkennen - aantekening maken mag - antwoord geven in antwoordpauze
- Kritisch kijken en luisteren
Hoe reageert men op elkaar? - antwoord geven na elke vraag

Slide 4 - Tekstslide

Om een kijk- of luisterfragment goed te kunnen begrijpen, let je op de volgende dingen:

Het onderwerp – dit wordt vaak genoemd in het begin.
De hoofdgedachte – die wordt vaak aan het begin of aan het eind genoemd.
De verschillende deelonderwerpen – deze komen aan bod in het middenstuk.
De signaalwoorden – ze helpen je om onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken.
De functie van de beelden – ze geven belangrijke informatie of trekken als illustratie de aandacht.
Het doel van het programma – het is bedoeld om te informeren, te overtuigen of tot handelen aan te zetten.





Slide 5 - Tekstslide

Tekstberip
Dit is het eerste onderdeel van de kijk- en luistertoets. Je kijkt en luistert naar een informatief programma.

Na afloop van het programma mag je de vragen pas bekijken. Je kunt antwoord geven zolang de tijdbalk loopt. De vragen gaan over de hoofdzaken van het programma.
Je mag tijdens het kijken en luisteren aantekeningen maken.

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan meerkeuzevragen
1. Lees de vraag. Formuleer het antwoord.
2. Lees de antwoorden: staat jouw antwoord erbij?
3. Bekijk eventueel jouw aantekeningen
4. Weet je het niet? Toch wat invullen!

Slide 7 - Tekstslide

Aantekeningen maken
Schrijf geen voorbeelden op, want dat zijn meestal bijzaken. Noteer alleen de hoofdzaken. Bedenk wat belangrijk is, wat jij goed moet onthouden of waarover vragen gesteld zouden kunnen worden. Antwoorden op de w+h-vragen zijn vaak hoofdzaken.

Tip: let bij het opschrijven van de hoofdzaken op belangrijke woorden, zoals:
– Het onderwerp is ...
– Ik ga het eerst hebben over … en … Daarna ...
– Een ander voordeel is …
– Het werkt zo …
– Je moet wel opletten dat …

Slide 8 - Tekstslide

Tips voor het maken van aantekeningen:
1 Schrijf geen hele zinnen, maar gebruik steekwoorden.
2 Gebruik afkortingen.
3 Onderstreep belangrijke woorden.
4 Verbanden geef je snel aan met pijlen.
5 Getallen schrijf je in cijfers, niet in letters.
6 Voor namen gebruik je initialen, de eerste letters van de voor- en achternaam van iemand

Slide 9 - Tekstslide

Non-verbale communicatie
Mensen brengen niet alleen informatie over met woorden, maar ook uit hun gezichtsuitdrukking, gebaren en de toon waarop ze iets zeggen kun je veel opmaken. Dit ‘praten zonder woorden’ noem je non-verbale communicatie. Hieruit kun je bijvoorbeeld afleiden hoe mensen zich voelen en wat ze van elkaar vinden.

Slide 10 - Tekstslide

Om goed te begrijpen wat mensen precies bedoelen, let je vooral op:
  • houding, gebaren: Iemand kijkt bijvoorbeeld de ander niet aan of draait zich om als hij kwaad is.
  • toon: Iemand gaat bijvoorbeeld harder en sneller praten als hij boos of enthousiast is. Aan de toon kun je ook horen of iemand ongerust of geschrokken is. Valt er een stilte, dan moet iemand bijvoorbeeld even nadenken, omdat hij verbaasd is.
  • gezichtsuitdrukking: Iemand zet bijvoorbeeld grote ogen op als hij verrast is of kijkt verdrietig als hij teleurgesteld is.



Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
Pak een schrift of papiertje voor aantekeningen.

Slide 12 - Tekstslide