Les 2 - Van democratie naar autoritair regime
1 / 37
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
1. Burgers moeten zich aan de wet houden.
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
In beide gevallen
Slide 4 - Quizvraag
2. Bij welke partij
hoort deze man?
hoort deze man?
A
PVV
B
VVD
C
FvD
D
CDA
Slide 5 - Quizvraag
3. Wat is de functie van deze man in de politiek?
A
Hij is minister
B
Hij is fractievoorzitter
C
Hij zit in de regering
D
Hij zit in het kabinet
Slide 6 - Quizvraag
4. De regering verbiedt oppositiepartijen.
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
In beide gevallen
Slide 7 - Quizvraag
5. Wat is de functie van deze man in de politiek?
A
Hij is minister
B
Hij is fractievoorzitter
C
Hij zit in de
Tweede Kamer
D
Hij is lijsttrekker
Slide 8 - Quizvraag
6. Bij welke politieke partij hoort deze persoon?
A
CDA
B
VVD
C
CU
D
NSC
Slide 9 - Quizvraag
7. De overheid heeft het geweldsmonopolie
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
In beide gevallen
Slide 10 - Quizvraag
8. Er is sprake van fraude bij verkiezingen.
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
In beide gevallen
Slide 11 - Quizvraag
10. Bij welke politieke partij hoort deze persoon?
A
CDA
B
VVD
C
PVV
D
NSC
Slide 12 - Quizvraag
9. Fleur Agema is minister. Van welk onderwerp?
A
Volksgezondheid
B
Onderwijs
C
Volkshuisvesting
D
Defensie
Slide 13 - Quizvraag
11. Op tv mag je grappen maken over het staatshoofd.
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
In beide gevallen
Slide 14 - Quizvraag
12. Wat is de functie van deze vrouw in de politiek?
A
Zij is minister
B
Zij is fractievoorzitter
C
Zij is lijsttrekker
D
Zij is woordvoerder
Slide 15 - Quizvraag
13. Marjolein Faber is minister. Van welk onderwerp?
A
Onderwijs
B
Asiel en migratie
C
Verkeer
D
Financiën
Slide 16 - Quizvraag
14. Bij welke politieke partij hoort deze persoon?
A
VVD
B
SP
C
GL-PvdA
D
BBB
Slide 17 - Quizvraag
15. Bij welke politieke partij hoort deze persoon?
A
SP
B
CDA
C
GL-PvdA
D
BBB
Slide 18 - Quizvraag
16. Wat is haar functie in de politiek?
A
Zij is minister
B
Zij is fractievoorzitter
C
Zij zit in de
Eerste Kamer
D
Zij zit in het kabinet
Slide 19 - Quizvraag
17. Ministers worden niet direct door het volk gekozen.
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
In beide gevallen
Slide 20 - Quizvraag
18. Rechters zijn niet onafhankelijk.
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
In beide gevallen
Slide 21 - Quizvraag
19. Bij welke politieke partij hoort deze persoon?
A
SP
B
CDA
C
GL-PvdA
D
BBB
Slide 22 - Quizvraag
20. Bij welke politieke partij hoort deze persoon?
A
VVD
B
FvD
C
D66
D
Ja21
Slide 23 - Quizvraag
21. Bij welke politieke partij hoort deze persoon?
A
D66
B
CDA
C
Ja21
D
BBB
Slide 24 - Quizvraag
22. Mona Keijzer is minister. Van welk onderwerp?
A
Volksgezondheid
B
Onderwijs
C
Volkshuisvesting
D
Defensie
Slide 25 - Quizvraag
23. Er is sprake van een trias politica.
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
In beide gevallen
Slide 26 - Quizvraag
24. Bij welke politieke partij hoort deze persoon?
A
D66
B
FvD
C
VVD
D
CDA
Slide 27 - Quizvraag
25. Politici komen hun beloften niet altijd na.
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
In beide gevallen
Slide 28 - Quizvraag
26. Bij welke partij
hoort deze man?
hoort deze man?
A
D66
B
GL-PvdA
C
CDA
D
CU
Slide 29 - Quizvraag
28. Wat is zijn functie in de politiek?
A
Hij is een minister
B
Hij zit in het kabinet
C
Hij zit in de regering
D
Hij zit in de Tweede Kamer
Slide 30 - Quizvraag
27. De winnaar van de verkiezingen haalt vaak meer dan 90 procent van de stemmen.
A
Democratie
B
Autoritair regime
C
In beide gevallen
