Management hoofdstuk 2 leidinggeven


Management & Leidinggeven
Hfst 2 Leidinggeven
M.Pots 2022
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
LeidinggevenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les


Management & Leidinggeven
Hfst 2 Leidinggeven
M.Pots 2022

Slide 1 - Tekstslide

Doel van vandaag  
  • Doornemen studiewijzer 
  • Je kent de verschillende beslissingsniveaus
  • Je kent de taken van een manager
  • Je kent de begrippen span of control en scope of control


Paragraaf 2.2 t/m 2.7





Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is staf?

Slide 4 - Tekstslide

Theorie beslissingsniveaus

Slide 5 - Tekstslide

 Taken van een manager
Lees paragraaf 2.3: Controleren
Wat houdt controleren in?
Wat is ook alweer de PDCA-cyclus? 

Slide 6 - Tekstslide

 Taken van een manager
Paragraaf 2.4 : Coördineren

Hoe kun je ervoor zorgen dat verschillende afdelingen of medewerkers goed met elkaar kunnen samenwerken?


Slide 7 - Tekstslide

 Taken van een manager
Lees paragraaf 2.5: Delegeren 

Wat is delegeren en waarom is het goed om in te zetten?
Wat zou een valkuil kunnen zijn bij delegeren? 



Slide 8 - Tekstslide

Alle coördinerende werkzaamheden behoren tot de dirigerende
managementtaak.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Vooruitzien houdt onder andere in dat managers doelstellingen formuleren
voor het bedrijf.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel kun je aan?

Slide 11 - Tekstslide


Spanwijdte/span of control:



Het aantal directe medewerkers aan wie een manager leidinggeeft

Spandiepte/depth of control:



Het aantal niveaus in de organisatie waaraan een manager leidinggeeft

Slide 12 - Tekstslide

Een manager transport & logistiek geeft leiding aan 3 teamleider, 1 hr medewerk, 1 expeditie. Wat is de spanwijdte?

Slide 13 - Open vraag

Omspanningsvermogen?

Slide 14 - Woordweb

Scope of control/omspanningsvermogen
  • hoe ingewikkeld de werkzaamheden zijn
  • letterlijke en figuurlijke afstand binnen de organisatie
  • kwaliteit van medewerkers en managers
  • aantal controlemiddelen
  • kwaliteit van controlemiddelen

Slide 15 - Tekstslide

Wat gebeurt er als de spanwijdte groter is dan omspanningsvermogen?

Slide 16 - Open vraag

Herhalen
7

Slide 17 - Tekstslide

Het overdragen van een taak, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van een daartoe bevoegde medewerker aan een ondergeschikte medewerker. De
eindverantwoordelijkheid blijft bij de bevoegde medewerker is

A
instrueren
B
overtuigen
C
overleggen
D
delegeren

Slide 18 - Quizvraag

Geef een uitleg bij de letters van de PDCA cyclus

Slide 19 - Open vraag

Een logistiek manager heeft ontslag genomen. De directie vervangt hem per direct door een interim manager. Wat voor beslissing is dit?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch

Slide 20 - Quizvraag

Als de spanwijdte groter is dan scope of control dan kan de manager ziek worden?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij er speciale medewerkers zijn die leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 22 - Quizvraag

2.8 Situationeel leidinggeven
Om goed leiding te geven  moet je je stijl afstemmen op de medewerker.

Slide 23 - Tekstslide

Taakvolwassenheid
Hersey en Blanchard onderscheiden vier niveaus van taakvolwassenheid:
M1: kan taak niet uitvoeren en wil dit/durft dit ook niet
M2: kan taak niet uitvoeren maar wil dit wel (proberen)
M3: kan taak wel uitoveren maar wil dit niet of is onzeker
M4: kan taak uitvoeren en wil dit ook en is vol zelfvertrouwen
M staat voor Maturity = taakvolwassenheid

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht 8 en 10 
blz 68 en 70

Slide 25 - Tekstslide

2.9 Typen leidinggevenden
  1. Autoritaire leider
  2. Democratische leider
  3. Consulterende leider
  4. Laissez-Faire leider
  5. Coaching-on-the-job leider

Slide 26 - Tekstslide

Autoritaire leider
  • Poetin, Stalin en Chroesjtsjov
  • Beslissingen staan vast
  • Burgers hebben geen tegenspraak
  • Censuur
  • Sterke leider met veel macht

Slide 27 - Tekstslide

Democratische leiderschapsstijl
  1. Voer uit wat er in de groep wordt besloten
  2. Legt beslissingsbevoegdheid bij de groep
  3. Kan goed motiveren
  4. Zorgt dat de groep tot overeenstemming komt 

Slide 28 - Tekstslide

Consulterende leider
  1. Tussen autoritair en democratisch in
  2. Vraagt medewerkers om advies, maar behoudt eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid

Slide 29 - Tekstslide

Laisez-faire-leider
  1. Laat maar waaien mentaliteit
  2. Nauwelijks leiding en weinig tot geen steun

Slide 30 - Tekstslide

Coaching-on-the-job-leider
  1. Werkt mee met medewerkers
  2. Neemt zelf de besluiten

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht 11 en 12  blz  72.

Slide 32 - Tekstslide

Herhalen
7

Slide 33 - Tekstslide

De invloed van de groep is bij een autoritaire leider:
A
Niet aanwezig
B
Klein
C
Groot
D
Alles bepalend

Slide 34 - Quizvraag

Een organisatie waar een leidinggevende alleen overzicht houdt maar de werkzaamheden en taken aan de werknemers overlaat, is een voorbeeld van
A
Democratisch leiderschap
B
Autoritair leiderschap
C
Laissez-fair leiderschap

Slide 35 - Quizvraag

De leidinggevende laat zoveel als mogelijk over aan het team en vervult een passieve rol.
A
autoritaire leider
B
democratische leider
C
coachende leider
D
laisser-faire leider

Slide 36 - Quizvraag

Een leidinggevende die op verschillende momenten verschillende stijlen van leidinggeven kan toepassen toont:
A
autoritair leiderschap
B
democratisch leiderschap
C
situationeel leiderschap

Slide 37 - Quizvraag

Welke type leider is het tegenovergestelde van een autoritaire leider?
A
Democratische leider
B
Consulterende leider
C
Laissez-faire leider
D
Coaching-on-the-job leider

Slide 38 - Quizvraag

Het aantal directe medewerkers aan wie een manager leidinggeeft is?
A
Span of control
B
Scope of control
C
Depth of control

Slide 39 - Quizvraag

Bij situationeel leidinggeven houd je rekening met motivatie en niet wat mensen kunnen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quizvraag

Een leidinggevende wil samen met zijn team tot een besluit komen hoe om te gaan met de corona- maatregelen. Dit is een voorbeeld van
A
Autoritair leiderschap
B
Democratisch leiderschap
C
Laissez-fair leiderschap

Slide 41 - Quizvraag

Coachend leidinggeven past volgens Hersey en Blanchard bij medewerkers die..?
A
Wel bekwaam , maar geen zelfvertrouwen hebben
B
Wel bekwaam, maar niet betrokken zijn
C
Wel bekwaam en wel betrokken zijn
D
Weinig bekwaam en wel betrokken zijn

Slide 42 - Quizvraag

Een logistiek manager heeft ontslag genomen. De directie vervangt hem per direct door een interim manager. Wat voor beslissing is dit?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch

Slide 43 - Quizvraag

Op welk managementlaag worden beslissingen genomen op beleidsniveau?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch

Slide 44 - Quizvraag

Goal!
Je kent de begrippen span of control en scope of control 




Slide 45 - Tekstslide

Als de spanwijdte groter is dan scope of control dan kan de manager ziek worden?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 46 - Quizvraag

Goal!
 
Je herkent de cultuur van een organisatie 




Slide 47 - Tekstslide

Welke 4 organisatieculturen zijn er?

Slide 48 - Open vraag

Goal!

Je kunt een organigram aflezen



Slide 49 - Tekstslide

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij elke medewerker slechts één chef kent?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 50 - Quizvraag

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij er speciale medewerkers zijn die leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 51 - Quizvraag

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij medewerkers eigenlijk altijd in wisselende samenstellingen samenwerken met collega’s van andere afdelingen?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 52 - Quizvraag