Spelling dag 3
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Hij ____ snel met eten (beginnen)
Slide 2 - Open vraag
Hij ____ hard om hulp (roepen)
Slide 3 - Open vraag
De mannen ____ een gat in de lucht (springen)
Slide 4 - Open vraag
Het meisje ____ niet hoelang dit nog gaat duren (weten
Slide 5 - Open vraag
De dames _____ elkaar bij de poort. (treffen)
Slide 6 - Open vraag
Ik _____ door het kamp. (lopen)
Slide 7 - Open vraag
Hij _______ behangplaksel. (eten)
Slide 8 - Open vraag
Zij ______ ernstig ziek. (worden)
Slide 9 - Open vraag
De vrouwen ______ een lied. (zingen)
Slide 10 - Open vraag
De meisje _____ hard. (huilen)
Slide 11 - Open vraag
Hij ____ nooit hoelang dit nog gaat duren. (raden)
Slide 12 - Open vraag
De vrouwen _____ bijna in hun broek. (plassen)
Slide 13 - Open vraag
Het meisje _____ echt in haar broek. (plassen)
Slide 14 - Open vraag
De jongen _____ haar uit. (lachen)
Slide 15 - Open vraag
De man _____ er erg verdrietig van. (worden)
Slide 16 - Open vraag
Ik ____ snel met eten (beginnen)
Slide 17 - Open vraag
De kinderen _____ door het kamp (lopen)
Slide 18 - Open vraag
De vrouw ______ met de kinderen mee. (spelen)
Slide 19 - Open vraag
Ik ______ de Japanners echt niet. (snappen)
Slide 20 - Open vraag
De moeder _______ erg verdrietig van haar lege buik. (worden)
