Les 5 Politiek Na de verkiezingen + uitleg portfolio

Werkstuk politiek
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Werkstuk politiek

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaan we het over hebben?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gebeurt er na de verkiezingen denk je?

Slide 3 - Open vraag

Na de verkiezingen
  • Aan het einde van de 2e Kamer verkiezingen worden de stemmen geteld.
  • Op basis van de stemmen worden de plekken in de 2e Kamer verdeeld.
  • Een plek in de 2e Kamer noem je een zetel.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel zetels zijn er in de 2e Kamer?
A
75
B
90
C
148
D
150

Slide 5 - Quizvraag

Zetels
  • In totaal zijn er 150 zetels in de 2e kamer.
  • Hoeveel zetels een partij krijgt, hangt af van het aantal stemmen.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een voorkeursstem?
A
Een stem op de lijsttrekker
B
Een stem op iemand anders dan de lijsttrekker
C
Een stem op de oppositiepartij
D
Een stem, waarbij de kiezer met opzet een ongeldige stem uitbrengt

Slide 7 - Quizvraag

Voorkeursstemmen
  • Wanneer een partij zetels heeft verdiend, komen er kandidaten in de 2e Kamer.
  • Stel dat een partij 10 zetels heeft gekregen. Meestal komen dan de eerste 10 mensen op de kandidatenlijst in de 2e Kamer. 
  • Door een voorkeursstem uit te brengen kan iemand die normaal gesproken niet in de 2e Kamer zou komen, toch worden verkozen.

Slide 8 - Tekstslide

Voorkeursstem
Door een voorkeursstem zou meneer Uphus bijvoorbeeld ook de 2de Kamer in kunnen komen.

Slide 9 - Tekstslide

Fractie en zetelverdeling

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een kiesdeler denk je?
A
Alle stemmen gedeeld door de kandidaten.
B
Het aantal stemmen dat je nodig hebt voor 1 zetel.
C
Een persoon die alle zetels verdeelt.

Slide 11 - Quizvraag

Kiesdeler

Slide 12 - Tekstslide

Kabinet
Na de Tweede Kamerverkiezingen wordt ook een
nieuw kabinet gevormd.
Kabinet:
  • ministers en staatssecretarissen
  • dagelijks bestuur van Nederland

Slide 13 - Tekstslide

Kabinet
Kabinet heeft de meerderheid in de 2e Kamer nodig.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom heeft de coalitie meestal een meerderheid van de 2e Kamerzetels?

Slide 15 - Open vraag

Meerderheid coalitie
Een Coalitie heeft meestal de meerderheid, omdat het kabinet alleen zijn plannen kan uitvoeren als de meerderheid van de 2e Kamerleden voor de plannen stemmen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat voor rol heeft de oppositie?
A
De oppositie heeft een controlerende rol.
B
De oppositie heeft een bekritiserende rol.
C
De oppositie heeft een controlerende en bekritiserende rol
D
De oppositie heeft een controlerende en bekritiserende rol en biedt een alternatief voor de plannen van het kabinet.

Slide 18 - Quizvraag

Minderheidskabinet
Indien de coalitie niet de meerderheid in de 2e Kamer zijn, is er sprake van een minderheidskabinet.

Slide 19 - Tekstslide

Waarom kiezen partijen er na de verkiezingen soms voor om een minderheidskabinet te vormen?

Slide 20 - Open vraag

Hoe wordt een nieuw kabinet gevormd?
Bekijk het filmpje.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Welke rol heeft de informateur bij de formatie?

Slide 23 - Open vraag

De informateur
De informateur onderzoekt welke partijen een kabinet kunnen vormen.

Slide 24 - Tekstslide

Waarom is er in Nederland een formatie nodig om tot een nieuwe regering te komen?
A
Omdat er in Nederland democratie heerst.
B
Omdat er in Nederland nooit een partij de meerderheid van de stemmen haalt.
C
Omdat er in Nederland altijd een meerderheid van de stemmen nodig is.

Slide 25 - Quizvraag

Uitleg Portfolio

Slide 26 - Tekstslide