Les 3,5: verhaalsommen kommagetallen optellen

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar 
       
       Pak je pen
       Pak je map
       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas
        
      
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

voorkennis activeren

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel moet je afrekenen in de meubelwinkel?
Reken uit door middel van cijferend rekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...

kan ik het stappenplan verhaalsommen uitrekenen toepassen 

Slide 5 - Tekstslide

Verhaalsommen, ook wel een redactiesommen genoemd, bevatten veel context.

Het oplossen van verhaaltjessommen is daarom lastiger dan het oplossen van kale sommen.

Slide 6 - Tekstslide

oefenen
Olga koopt 4 gebakjes van €0,40, 
7 gebakjes van €0,60 en 8 gebakjes van €0,55. Hoeveel moet zij in totaal betalen?

Lois koopt 0,86 kg meloen, 0,67 kg peren en 0,54 kg druiven. Hoeveel kg fruit koopt Lois in totaal?

Slide 7 - Tekstslide

oefenen
Op de kassabon van Valerie staat; Koeken: 0,69 euro Nootjes: 1,29 euro Hagelslag: 0,75 euro Boter: 2,25 euro. Hoeveel moest Valerie dus in totaal betalen? Rond af op hele euro's.

Thom is oude postzegels aan het uitzoeken. De postzegels zijn nog geld waard. Wat is de totale waarde van deze postzegels? Dit zijn de waardes: 40 cent, 135 cent, 265 cent, 45 cent en 95 cent.

Opa gaat naar een supermarkt en koopt daar 4 zakjes noten van 5,85 en 2 kistjes mandarijnen van 2,65. Hoeveel moet hij betalen? 

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak de sommen op het werkblad
  • Gebruik hierbij het stappenplan 
  • Heb je een vraag dan steek je je hand op 

  • Ben je klaar dan ga je verder in NUMO 

Slide 9 - Tekstslide

EXIT TICKET

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide