Zakelijke mail 1HVa Week 43

Zakelijke mail
Doel:
Een goede en nette zakelijke mail schrijven.


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke mail
Doel:
Een goede en nette zakelijke mail schrijven.


Slide 1 - Tekstslide

Een zakelijke email
A
formeel
B
informeel

Slide 2 - Quizvraag

Een zakelijke mail stuur je
A
naar je beste vrienden
B
naar bedrijven of instellingen

Slide 3 - Quizvraag

Kies de juiste aanhef...
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,

Slide 4 - Quizvraag

In een zakelijke email spreek je de ander aan met 'u'
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste afsluiting, slotgroet..
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet

Slide 6 - Quizvraag

Onder je email zet je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam

Slide 7 - Quizvraag

Wat doet Emilio fout?
Schrijf 3 zaken op!
Hey hallo,
Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.

Slide 8 - Open vraag

Theorie, nog 1x kort
Regels:

  • Mailadres van de geadresseerde
  • Onderwerpregel
  • Aanhef: Beste meneer De Groot of Geachte meneer/mevrouw,
  • Geef geen overbodige informatie.
  • Spreek de persoon aan met u.
  • Sluit af met een beleefde groet en je 
     voor- en achternaam.
  • Controleer je mail voordat je de mail inlevert.

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw
Betreft/onderwerp: 
Noteer in één woord of een paar woorden het onderwerp van je e-mail


Aanhef: 
Gebruik een beleefde aanhef met daarachter een komma, bijvoorbeeld Geachte heer Jansen,
Of Geachte heer, mevrouw, (als je niet weet aan wie je je e-mail schrijft)



Slide 10 - Tekstslide

Opbouw 
Inleiding: 
Vertel wie je bent en waarom je de e-mail schrijft: de aanleiding. 
Waarom schrijf je deze e-mail?

Middenstuk:
 
Gebruik voor elk deelonderwerp één alinea. 
Sla tussen de alinea’s een regel over.







Slide 11 - Tekstslide

Slot: 
Spreek een wens of verwachting uit. Alvast hartelijk bedankt.

Groet
Met vriendelijke groet,

Naam en Achternaam

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Ik kan de conventies toepassen in een zakelijke e-mail
Ja, ik ken deze inmiddels uit mijn hoofd
Ik weet wat er wordt bedoeld, ik moet nog oefenen in het toepassen
Nee, het blijft abracadabra, dus ik ga de conventies in mijn hoofd stampen.

Slide 14 - Poll

Woensdag
In de les toets zakelijke e-mail schrijven. 

Zorg dat je een fijne pen mee hebt.

Je mag een woordenboek gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide