HEY 1.1 Bewegingen vastleggen

1.1 Bewegingen vastleggen
Les 1
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.1 Bewegingen vastleggen
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

SO inzien

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert welke soorten beweging er zijn en hoe je ze door meting van plaats en tijd kunt vastleggen.
Je leert hoe je van een bewegend voorwerp de (gemiddelde) snelheid bepaalt.

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je bij je
- Boek
- Schrift (A4 ruit)
- Binas
- Schrijfmateriaal
- Geodriehoek
- Potlood

- HW wordt in het schrift gemaakt! 


Slide 4 - Tekstslide

Werken met Binas
Binas:
  • Tabel 3, 4 en 5 eenheden en grootheden.
  • Tabel 35  natuurkunde formules
  • Tabel 2 voorvoegsels  --> kg (k is een voorvoegsel = 1000)
  • Tabel 7 allerlei belangrijke constanten.
ELKE LES MEE!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Foto of video?

Slide 8 - Tekstslide

Stroboscopische foto
  • Verduisterde ruimte
  • Stroboscooplamp
  • Regelmatige tussenpozen een lichtflits
  • Momentopname
  • Alles op 1 foto

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Een beweging vastleggen
  1. Fotograferen met korte tussenpozen
  2. Video opname 
  3. Stroboscopische foto

Slide 13 - Tekstslide

Bewegingen Filmen
Video-opname
Je kunt een beweging vastleggen door het bewegende voorwerp te filmen met een videocamera. In de camera wordt dan een video-opname opgeslagen: een serie beelden die met korte tussenpozen zijn gemaakt. 

Slide 14 - Tekstslide

Stroboscopische foto's maken
Stroboscopische foto
Je kunt een beweging ook vastleggen door een stroboscopische foto te maken. Dat is een lamp die met regelmatige tussenpozen een korte lichtflits geeft. 

3 dingen nodig voor een stroboscopische foto:
1. een camera
2. een stroboscooplamp
3. een donkere ruimte


Slide 15 - Tekstslide

Een afstand-tijdtabel maken
Een afstand-tijdtabel
Om de rechtlijnige beweging van de rollende bal te analyseren, kun je een plaats-tijdtabel maken. De gegevens voor zo’n tabel haal je uit een video-opname of een stroboscopische foto. 
• met welke tussenpozen de momentopnames zijn gemaakt;
• hoe groot de afstanden op de beelden in werkelijkheid zijn.

Oefenen
Maak af tabel 1 op blz. 10 (zie figuur 2. een rollende bal).

Slide 16 - Tekstslide

2H - 5.1 Bewegingen vastleggen
Een rollende bal - een stroboscopische foto

Slide 17 - Tekstslide

Een afstand-tijdtabel
tijd (s)
afstand (cm)
A
0
0
B
0.5
3
C
1.0
10
D
1.5
21
E
2.0
36
F
2.5
57
G
3.0
81

Slide 18 - Tekstslide

Een plaats-tijddiagram
Een afstand-tijddiagram
Met de gegevens in een plaats-tijdtabel kun je een grafiek van de beweging tekenen. Zo’n grafiek wordt een plaats-tijddiagram of (x,t)-diagram genoemd. 
De letter x staat hier voor plaats of afstand en de letter t voor tijd.  
Uit een (x,t)-diagram kun je bij elk tijdstip de bijbehorende plaats aflezen, en omgekeerd.



Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Verplaatsing



De Δ staat voor de "toename van" de afstand of tijd. We noemen dit ook wel eens de "verplaatsing".


De verplaatsing kan in zowel positieve als negatieve richting plaatvinden. Voorwaartse verplaatsing is positief en als de verplaatsing in een tegengestelde richting plaatsvindt, is er sprake van een negatieve snelheid.

v=ΔtΔx

Slide 21 - Tekstslide

Plaats & verplaatsing
  • Voor de verplaatsing geldt:
  • Δx = xeind - xbegin
  • s, de afgelegde weg is de afstand die je daadwerkelijk hebt verplaatst.
  • de afgelegde weg is altijd positief. de verplaatsing kan ook negatief zijn!
  • s = v * t

Slide 22 - Tekstslide

Verschil verplaatsing - afgelegde weg
Verplaatsing: 



Dus onafhankelijk van de gevolgde weg!!




Afgelegde weg: 

de daadwerkelijk afgelegde meters

Slide 23 - Tekstslide

Snelheid meten
  • Stroboscoop: wat kan je daar mee?
  • Frequentie f [Hz] van lichtflitsen
  • Filmen --> plaatjes samenvoegen
  • Strategie:
    aflezen/bepalen x en t
  • --> plaatsgrafiek!

Slide 24 - Tekstslide

De gemiddelde snelheid.

Slide 25 - Tekstslide

m/s --> km/h
Stel je fietst 1 m/s, dit doe je 1 uur lang.

Hoeveel km leg je dan af? 

1 m/s = .......................   km/h

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
1.1 Bewegingen vastleggen
 Lezen: blz 8 - 11
 Maken: 1 t/m 3
 Samenvatten: blz 8 - 9 

Slide 27 - Tekstslide

1.1 Bewegingen vastleggen
Les 2

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert welke soorten beweging er zijn en hoe je ze door meting van plaats en tijd kunt vastleggen.
Je leert hoe je van een bewegend voorwerp de (gemiddelde) snelheid bepaalt.

Slide 29 - Tekstslide

Met welke formule kun je de gemiddelde snelheid berekenen?
A
gemiddelde snelheid= tijd x afstand
B
gemiddelde snelheid= snelheid : afstand
C
gemiddelde snelheid = afstand: tijd
D
gemiddelde snelheid= snelheid:tijd

Slide 30 - Quizvraag

Wim rijdt van huis naar school. Deze rit is 4,5 km lang en duurt 10 minuten. Bereken de gemiddelde snelheid.


A
450 km/h
B
0,45 km/h
C
27 km/h
D
45km/h

Slide 31 - Quizvraag



Een wandelaar wordt met een stroboscoop gefotografeerd.  Tussen elk beeldje zit 1 seconde.
Bepaal de snelheid van de wandelaar in meter per seconde.
A
0,74 m/s
B
1,0 m/s
C
1.35 m/s
D
1.5 m/s

Slide 32 - Quizvraag

Omrekenen van snelheid in m/s naar snelheid in km/h doe je door:
A
Snelheid in m/s keer 3,6
B
Snelheid in m/s gedeeld door 3,6
C
Snelheid in m/s keer 36
D
Snelheid in m/s gedeeld door 36

Slide 33 - Quizvraag

Welke grootheid komt er in een plaats-tijd diagram altijd op de horizontale as?
A
de afgelegde weg
B
de verplaatsing
C
de afstand
D
de tijd

Slide 34 - Quizvraag

Je ziet hiernaast een plaats,tijd-diagram van een
eenparige beweging.
Wat is de snelheid van het voertuig waar deze
grafiek over gaat?
A
50 km/h
B
5 km/h
C
50 m/s
D
5 m/s

Slide 35 - Quizvraag

II Je kunt niet elke video-opname zo maar analyseren. Voor een goed resultaat moet een video-opname aan een aantal voorwaarden voldoen.
Welke voorwaarden zijn dat?
A
De camera moet stilstaan.
B
De lengte van de video-opname moet bekend zijn.
C
Het aantal beelden per seconde moet bekend zijn.
D
De schaal van het beeld moet bekend zijn.

Slide 36 - Quizvraag

Vraag 3: Je ziet een stroboscopische foto van een rollende bal. De stroboscoop gaf om de 0,1 s een flits.
Hoeveel tijdsverschil zit er tussen de eerste en de laatste opname?

A
0,5 s
B
0,6 s
C
0,7 s
D
0,8 s

Slide 37 - Quizvraag

VII Je ziet een stroboscopische foto van een speelgoedeend die weg wordt gegooid.
Op welk moment bewoog de speelgoedeend het snelst?
A
toen hij beneden was
B
toen hij boven was
C
hij bewoog steeds even snel

Slide 38 - Quizvraag

X Kevin heeft een video-opname van een vallende bal. Hij wil een plaats-tijdtabel maken van deze valbeweging.
Wat moet Kevin weten om dat te kunnen doen?
A
hoeveel belden er zijn gemaakt per seconde
B
uit hoeveel opnames de opname bestaat
C
van welke afstand de opnam gemaakt is
D
wat de schaal van de videobeelden is

Slide 39 - Quizvraag

Verplaatsing en afgelegde afstand zijn hetzelfde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Van een stuiterende bal is een stroboscopische
foto gemaakt. Welke bewering over verplaatsing
en afgelegde weg is juist?
A
de afgelegde weg is groter dan de verplaatsing
B
de verplaatsing is groter dan de afgelegde weg
C
de verplaatsing en de afgelegde weg zijn aan elkaar gelijk
D
al deze bewering zijn niet juist

Slide 41 - Quizvraag

Huiswerk check
1.1 Bewegingen vastleggen
 Lezen: blz 8 - 11
 Maken: 1 t/m 3
 Samenvatten: blz 8 - 9 

Slide 42 - Tekstslide

Twee soorten afstand
Twee soorten snelheid
s: loopt altijd op. Wat er op de kilometerteller zou staan.

x: kan stijgen en dalen. Altijd ten opzichte van het startpunt.

Gemiddelde snelheid:
de snelheid tussen twee tijdstippen.

Momentane snelheid:
de snelheid op een bepaald moment. Is te bepalen door het tekenen van een raaklijn.

Slide 43 - Tekstslide

De gemiddelde snelheid
  • De eenheid is in km/h of in m/s
  • De gemiddelde snelheid wordt berekend over een bepaald afgelegen traject. Het is dus niet de momentane snelheid!

Bijvoorbeeld: ik loop 10km in 10 uur, dus liep ik 1km per uur.

Slide 44 - Tekstslide

Snelheid bij (x-t diagram) met raaklijnmethode
Snelheid op een tijdstip (Bij eenparige versnelde bewegingen)
  • Teken op dat tijdstip de raaklijn
  • Bepaal de steilheid van de raaklijn met behulp van twee punten op de lijn die ver uit elkaar liggen

Slide 45 - Tekstslide

Eenparige beweging
1
2
3

Slide 46 - Tekstslide

eenparige beweging
v=ts

Slide 47 - Tekstslide

Aan de slag!
1.1 Bewegingen vastleggen
Lezen: blz 8 - 11
Maken: 4 t/m 8
Samenvatten: blz 10 - 11

Slide 48 - Tekstslide

1.1 Bewegingen vastleggen
Les 3

Slide 49 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert welke soorten beweging er zijn en hoe je ze door meting van plaats en tijd kunt vastleggen.
Je leert hoe je van een bewegend voorwerp de (gemiddelde) snelheid bepaalt.

Slide 50 - Tekstslide

Huiswerk check
1 t/m 8

Slide 51 - Tekstslide

Doe het zelf stroboscoop

Slide 52 - Tekstslide

Aan de slag!
1.1 Bewegingen vastleggen
Lezen: blz 8 - 11
Maken: 9 t/m 12
Leren: 1.1

Slide 53 - Tekstslide