In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
H1 Gedrag
Slide 1 - Tekstslide
Plattegrond
Groep A
Groep B
Groep C
Slide 2 - Tekstslide
Deze les:
- Afronden 1.2 Prikkels
- 1.3 Conflictgedrag (leerdoel 7)
- Mini D-toets leerdoel 7
- Opdrachten (huiswerk)
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen 1.2 Prikkels
4. Je herkent verschillende typen prikkels die een rol spelen bij het ontstaan van gedrag.
5. Je legt uit hoe motivatie en drempelwaarde de reactie op een prikkel bepalen.
6. Je herkent aangeboren en aangeleerd gedrag.
Slide 4 - Tekstslide
Nico Tinbergen (1907-1988)
Sleutelprikkel: een prikkel waarop altijd hetzelfde gedrag volgt.
Slide 5 - Tekstslide
Resultaten van het experiment met 100 kuikens
Slide 6 - Tekstslide
Supernormale prikkel: versterkte sleutelprikkel, leidt tot een versterkte respons
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Gedrag ontstaat door prikkels. Wat is een prikkel?
A
een verandering waarop je kunt reageren
B
alles wat een mens doet
C
een handeling
D
een verandering van gedrag
Slide 10 - Quizvraag
Een uitwendige prikkel is een prikkel die in het lichaam ontstaat
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Wat is 'motivatie'
A
Dat een bepaalde prikkel binnenkomt
B
Bereidheid om te reageren op een prikkel
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer een kip liever op een groot kalkei gaat zitten en haar eigen eieren koud laat worden, is het grote kalkei een...
A
sleutelprikkel
B
supernormale prikkel
C
motivatieprikkel
D
inwendige prikkel
Slide 13 - Quizvraag
Noem een voorbeeld van ritueel gedrag bij mensen
Slide 14 - Open vraag
Leerdoelen 1.3 Conflict- en leergedrag
7. Je herkent verschillende vormen van conflictgedrag.
8. Je herkent klassieke en operante conditionering.
Slide 15 - Tekstslide
1.3 Lezen:
'Vechten of Vluchten'
timer
3:00
Slide 16 - Tekstslide
Conflict gedrag
Komt voor als twee gedragssystemen in conflict komen.
Dit gebeurt wanneer tegenstrijdige prikkels tegelijk tegenstrijdige gedragssystemen oproepen (bijv. vechten of vluchten).
Gaat om een INTERN conflict.
Slide 17 - Tekstslide
Ambivalent gedrag
Het dier vertoont afwisselend gedragselementen uit beide gedragssystemen.
Bijv. op de grens van een territorium:
Twee tegengestelde gedragssystemen tegelijkertijd zichtbaar.
Slide 18 - Tekstslide
Omgericht gedrag
Het gedrag wordt gericht op een ander doel/ object
Wie slaat er wel eens met de deur als hij boos is?
Het gedragssyteem agressie wordt op iets heel anders gericht
Slide 19 - Tekstslide
Overspronggedrag
Ongepast gedrag voor de situatie.
Bijv. bij spelagressie. Om een intern conflict op te lossen (spelen of vechten?) gaan dieren soms maar heel iets anders doen, zoals zichzelf likken om de stress te verminderen.
Slide 20 - Tekstslide
ambivalent gedrag
oversprong-
gedrag
Omgericht gedrag
Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
Je hebt net je rijexamen afgelegd, waarvoor je heel zenuwachtig was. Je krijgt je resultaat terug en je bent geslaagd. Je huilt van blijdschap.
Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.