Incontinentie

Uitscheiding deel 2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Uitscheiding deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord
incontinentie?

Slide 2 - Woordweb

Wat is incontinentie?
A
Het niet meer kunnen ophouden van urine
B
Het niet meer kunnen ophouden van ontlasting
C
Het niet meer kunnen ophouden van urine en ontlasting
D
Het niet meer kunnen ophouden van braaksel

Slide 3 - Quizvraag

Urine-incontinentie: de klacht van elk onvrijwillig urineverlies.
Fecale incontinentie: het onvrijwillig verlies van vaste of vloeibare ontlasting.
 

Fecale incontinentie: het onvrijwillig verlies van vaste of vloeibare ontlasting.

Slide 4 - Tekstslide

Continentie bevorderen
  • Het normale patroon van urineren en defeceren proberen te achterhalen
  • Regelmatig het toilet bezoeken
  • Gebruikmaken van een alarmklokje, zodat de cliënt op tijd kan plassen
  • De cliënt gaat eerst plassen voordat hij/zij weggaat
  • Ervoor zorgen dat de toiletruimte goed bereikbaar en toegankelijk is

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Oorzaken van incontinentie
Ziekten of beperkingen van blaas, sluitspieren, bekkenbodem, darmen, endeldarm (na trauma).
Ziekten van zenuwstelsel.
Problemen met mobiliteit en obstakels.
Problemen met cognitie (bijv. geheugen).
Bijwerkingen van medicijnen.

Slide 7 - Tekstslide

Iemand die incontinent is, heeft een groter risico op:


A
vereenzaming, isolement
B
uitdroging
C
bacteriële infecties
D
huidproblemen zoals smetten of decubitus

Slide 8 - Quizvraag

Bij wie kan incontinentie voorkomen?
A
Kinderen
B
Volwassenen
C
Ouderen
D
Iedereen

Slide 9 - Quizvraag

Welk incontinentiemateriaal bestaat er nog meer naast de inleggers en broekjes?
A
B
Incontinentiebedmatjes, speciale badkleding
C
urinaal, po
D
Hydrofiel doeken

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Aan de slag 

Wie?: In tweetallen binnen je regiegroep.

Wat?:
Je gaat posters maken over de verschillende vormen van incontinentie. Deze is visueel aantrekkelijk.

Je maakt samen 7 posters over de volgende vormen:
  1. Stressincontinentie (inspanningsincontinentie)
  2. Urge-incontinentie (aandrangincontinentie)|
  3. Druppelincontinentie
  4. reflexincontinentie
  5.  Functionele incontinentie
  6. volledige incontinentie
  7. Incontinent van ontlasting

Wat staat er minimaal in:
- Leg in je eigen woorden uit wat deze vorm van incontinentie is. 
- Wat is de oorzaak/oorzaken?
- Passende zorg en hulpmiddelen (Wat kun je als zorgverlener doen? Welke materialen zijn er?)
- Visueel element (bijvoorbeeld een pictograme, tekening, schema etc.)
Bronnen die je raadpleegt:

  1. Gebruik eerst de informatie uit Learnbeat.
  2. Daarna andere betrouwbare sites (bijvoorbeeld Zorg voor Beter, Continentie Centrum, SenUp, Absorin).
  3. Geen AI (Copilot/ChatGPT etc.)

Klaar? Vraag de docent om het vervolgblad. 

Hoelang?: 60 minuten. 

Slide 13 - Tekstslide

Vormen
Stressincontinentie
Ook wel druppelincontinentie genoemd, 
is het onvrijwillig urineverlies bij druk in en op
 de buik door bijv. niezen, hoesten 
of bewegen (sport)



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Heeft een man ook bekkenbodemspieren?
A
Ja natuurlijk
B
Nee natuurlijk niet
C
nee een man heeft geen bekkenbodem
D
ja, maar pas na de pubertijd

Slide 16 - Quizvraag

Vormen
Functionele incontinentie
Ongewild urineverlies waarbij cliënten niet meer in staat zijn zelfstandig naar het toilet te gaan 
door lichamelijke beperkingen of  
geheugenproblemen.


Slide 17 - Tekstslide

Vormen
Aandrang incontinentie of Urge-incontinentie
ongewild urineverlies na een plots onhoudbare plasdrang door een overactieve blaas
Vaak heeft de cliënt vooraf al een 
(voortdurende) drang tot plassen.
 


Slide 18 - Tekstslide

Vormen
Gemengde incontinentie bestaat uit een combinatie van stress- en aandrangincontinentie.

Slide 19 - Tekstslide

Vormen
Totale incontinentie  wordt gekenmerkt door het voortdurend
druppelen van urine uit de plasbuis, zowel dag als nacht. 
Het treedt op wanneer de sluitspier van de blaas niet meer goed sluit.

Slide 20 - Tekstslide

Vormen
Overloop incontinentie
Onwillekeurig verliezen van kleine hoeveelheden urine uit een volle blaas doordat de blaas ongevoelig is geworden. De druk in de blaas wordt zo hoog, dat er kleine hoeveelheden urine weg druppelen. 

Slide 21 - Tekstslide

Ga naar lessonup.app
Sleep de incontinentie materialen in het juiste vak. 
Van Links de meest "lichte"variant tot rechts de meest "zware"variant.
In de volgende slide sleep je de incontinentiematerialen naar het juiste vak.
Van links de meest "lichte" variant tot rechts de meest "zware" variant.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Sleepvraag

Toiletruimte

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Op bed
Urinaal
Urineschuitje
Ondersteek

Slide 26 - Tekstslide

De postoel
  • Het toilet niet goed toegankelijk is
  • Het toilet te klein is
  • De afstand van bed naar toilet te groot is

Slide 27 - Tekstslide

Kinderen
Geen controle
Zindelijk
Geef het tijd

Slide 28 - Tekstslide

Als een kind zegt dat het moet plassen, vraag je eerst of hij dat zeker weet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag